Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
“Elk profiel dat hier groeit, moeten we zien te houden”
Onze arbeidsmarkt snakt naar technisch talent. Om dat talent beter met bedrijven te verbinden, zien nieuwe leertrajecten het daglicht. Telkens met dezelfde ambitie: de kloof tussen onderwijs en industrie dichten. Bij de start van het nieuwe schooljaar belicht Business Vlaanderen twee trajecten die het afgelopen jaar voor enkele bedrijven het verschil maakten.
Het is vaak zoeken naar een speld in een hooiberg: een profiel dat voeling heeft met de praktijk en goesting om aan de slag te gaan. Zeker in West-Vlaanderen, waar liefst 60% van de jongeren voor hun studies naar andere provincies trekt en niet terugkeert. “We moeten meer talent in eigen regio houden”, zegt Joyce Simoens van Voka West-Vlaanderen. Daarom ontwikkelden Voka en KU Leuven het Nexus-project. “Daarin zorgen we dat studenten industriële wetenschappen vanaf dag één kunnen kennismaken met de bedrijfsrealiteit. Het is een uniek traject, want het is voor het eerst dat een universitaire richting duaal wordt ingericht.”
Het Nexus-traject start in het eerste semester van het eerste jaar. In die periode kunnen studenten kennismaken met vier West-Vlaamse bedrijven, gevolgd door een bedrijfsbezoek. “In het tweede semester kiezen ze vervolgens twee bedrijven waar ze enkele dagen stage lopen. Vanaf het tweede jaar engageren ze zich voor één bedrijf. Daar lopen ze dan niet enkel stage, maar gaan ze in de zomer aan de slag als jobstudent. Zo leren ze meteen ook de bedrijfscultuur kennen”, legt Charlotte Vermeulen van KU Leuven uit.
Het voorbije academiejaar rondden drie studenten met succes dat eerste jaar af. Dat lijkt bescheiden, maar er wordt wel wat van hen verwacht. De praktijkuren vallen bijvoorbeeld buiten het vaste curriculum. “Bovendien moeten ze academisch slagen om het traject verder te kunnen zetten”, verduidelijkt Vermeulen. In ruil krijgt het bedrijf dan een gemotiveerde student. “En de kans dat die student uiteindelijk bij dat bedrijf aan de slag gaat, is groot: cijfers uit het buitenland tonen aan dat 97% van de deelnemers hun handtekening onder een contract zetten.”
Een van de bedrijven die via het Nexus-traject een student mocht begeleiden, is aannemingsbedrijf Devagro uit Waregem. “Voor bedrijven als het onze is dit een waardevolle manier om jonge talenten te leren kennen en in hun groei te ondersteunen. Daarbij levert de student een concrete bijdrage en investeren wij van onze kant in hun ontwikkeling”, stelt Anne-Laure Hillewaere van Devagro. “Studenten leren dus onze cultuur kennen en wij investeren in hun toekomst. Zo creëren we duurzame instroom en dat is precies wat elke sector vandaag nodig heeft.”
Hetzelfde principe, maar dan bij een andere doelgroep, vinden we bij de secundaire school De Lage Kouter in Kortrijk. Dankzij een samenwerking met maatwerkbedrijf WAAK konden leerlingen met een afstand tot de arbeidsmarkt het voorbije jaar op het bedrijfsterrein van Vyncke in Harelbeke de wijngaard onderhouden en borders aanleggen. “Dat domein bood een leerkans die we op school onmogelijk konden bieden”, zegt Ilse Ghiesmans, directeur van De Lage Kouter. “De leerlingen kregen er structuur, vertrouwen en perspectief. Ze groeiden letterlijk tussen de planten, maar ook als mens.”
Beide projecten bewijzen hoe krachtig de combinatie van onderwijs en praktijk kan zijn. “Of het nu gaat om toekomstige ingenieurs of jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt: door hen te prikkelen en kennis te laten maken met de werkvloer, geef je hun toekomst én die van de regio een stevige duw in de rug”, besluit Joyce Simoens van Voka.
