Noord-Frankrijk: het ideale alternatief voor Belgische groeibedrijven

Plaatstekort drijft Belgische bedrijven over de grens

Naast de war for talent, woedt er ook een war for property. Voornamelijk grotere maak- en industriebedrijven zoeken grond of bestaand bedrijfsvastgoed om hun onderneming uit te breiden, maar vinden die steeds minder in eigen land. Vanuit West-Vlaanderen wordt daarom nadrukkelijk naar Noord-Frankrijk gekeken voor uitbreiding. Ivo De Muynck, gedelegeerd bestuurder van Activo Bedrijfsvastgoed, legt uit wat de drijfveren zijn om bedrijfsvastgoed over de grens te zoeken.

Het feit dat er plaats te kort is, wil gelukkig zeggen dat het goed gaat met onze groeibedrijven. “We merken inderdaad op dat veel bedrijven willen uitbreiden, maar daar in België de ruimte niet voor vinden. Zowel in Vlaanderen als Wallonië zijn er te weinig grote percelen om nieuwe fabrieken, magazijnen of grote complexen op te bouwen. Het gaat dan voornamelijk over percelen van rond de 20 hectare”, vertelt Ivo De Muynck van Activo Bedrijfsvastgoed.

Niet alleen het aantal vierkante meter speelt een rol, ook de activiteit die op die locatie zal plaatsvinden, is doorslaggevend. “Bij zware industrie of logistiek die 24/7 draait, heb je ruimte nodig. Gronden die nu nog in aanmerking komen wegens hun oppervlakte, vallen af omdat ze te dicht liggen bij woongebieden en de bewoners zouden storen. Denk maar aan een slachterij, een cementfabriek of een logistiek centrum bijvoorbeeld.”

Naast het vinden van een tactische locatie, steekt ook de lange doorlooptijd voor vergunningen vaak een stok in de wielen van bedrijven met uitbreidingsplannen. “Of het nu een bouw- of een milieuvergunning is, het duurt geregeld maanden of zelfs jaren vooraleer er in België een beslissing valt. Kijk maar naar het veelbesproken stikstofdossier of de geweigerde vergunning van Ineos in Antwerpen. Dit neemt bij anderen de ambitie weg om tijd en moeite te investeren. Dat is nefast voor onze Belgische economie.”

“Voeg hieraan toe dat er onvoldoende werkkrachten beschikbaar zijn om een fabriek of logistieke ketting draaiende te houden, en de loonkosten van deze arbeidskrachten de laatste jaren ook fors gestegen zijn en duurder zijn dan bij onze buurlanden. Zo worden de Belgische ondernemers iet of wat verplicht om verder te kijken dan onze eigen landsgrenzen”, vat Ivo samen. En velen van hen trekken daarom richting Noord-Frankrijk.

Frankrijk heeft andere wetgevingen rond vastgoed, wat voor zoekende partijen een interessante oplossing kan vormen. “Grote dossiers kunnen er rekenen op een veel snellere vergunningsprocedure, je kan er nog heel grote terreinen vinden, die ver genoeg liggen van bewoonde gebieden, en Frankrijk biedt meer subsidiemogelijkheden”, zegt Ivo. Hij merkt ook dat bijvoorbeeld de Noord-Franse politiek zich inzet om nieuwe Vlaamse investeringen aan te trekken.

Maar… een ander land gaat gepaard met een andere (werk)cultuur. En daar pas je toch best voor op, aldus Ivo: “Je houdt best een Belgische managementvertegenwoordiging ter plaatse die een oogje in het zeil houdt. In Frankrijk geldt een andere arbeidsethiek en spelen de vakbonden een belangrijke rol. Daarnaast is er ook een meer formalistisch, centraal gestuurde aanpak. De meeste zaken wordt beslist vanuit Parijs, waarna het beleid uitrolt naar de regio’s. Dat is anders dan in België, dus een aandachtspunt om rekening mee te houden”, waarschuwt Ivo.

Wil je niet van een kale reis terugkomen, dan onderneem je de zoektocht naar vastgoed in Frankrijk best niet rechtstreeks. “Als er een zoekmandaat voor Noord-Frankrijk bij ons binnenkomt, werken we samen met onze lokale Franse partner. Op die manier hebben we de juiste introducties in de lokale vastgoedmarkt en bij de verschillende intercommunales. Na al die jaren kennen we ondertussen de grote industriezones, architecten en bouwpromotoren goed, waardoor wij nu perfect de verbindende factor zijn tussen de Belgische zoeker en de Franse aanbieder”, legt Ivo het business model van Activo uit.

De laatste jaren nam het aantal zoekmandaten voor Belgische bedrijven in Noord-Frankrijk sterk toe. “Uit cijfers blijkt dat de afgelopen 15 jaar ongeveer 400 grote en kleine Belgische ondernemingen de oversteek waagden naar Noord-Frankrijk. 80% zit op zo’n 100 kilometer van de Belgische grens. Rijsel vormt het centrum van hun zoekregio, en dat loopt door tot net voor Parijs. Ook Duinkerke, Calais en Valenciennes behoren daarbij”, verduidelijkt Ivo De Muynck.