Familiale bedrijfsleiders die hun bedrijf willen overdragen aan een volgende generatie, kunnen in ons land gebruik maken van een gunstregime. Het familiebedrijf kan gratis worden geschonken aan de kinderen, mits het voldoet aan de nodige voorwaarden. Die voorwaarden zijn door opeenvolgende wijzigingen echter bijzonder complex geworden. Advocaat Mark Delboo raadt aan om vroeg genoeg na te denken over schenken of vererven.
Onder impuls van Europa wordt het schenken van familiebedrijven sinds het eind van de jaren ’90 ook in ons land gestimuleerd. “De achterliggende gedachte was dat de continuïteit van familiebedrijven in het gedrang kan komen, als er gewacht wordt tot de bedrijfsleider overlijdt”, legt zakenadvocaat Mark Delboo uit. “Europa vaardigde daarom een richtlijn uit om het schenken van familiale ondernemingen te stimuleren met een gunstige fiscale regeling. Men zag dat als een tewerkstellingsmaatregel: er zouden minder bedrijven failliet gaan en dus minder jobs verloren gaan.”
In België was er in de eerste regeling geen erfbelasting op een familiebedrijf, maar wel een schenkbelasting van 3%. De nieuwe regelgeving sinds 2012 draaide het principe om: schenken werd gratis gemaakt en een bedrijf dat in een successie terechtkwam, werd in de rechte lijn aan 3% erfbelasting onderhevig gemaakt.
“Uiteraard koppelt de wetgever voorwaarden aan het gunstige regime om te schenken. In den beginne was er bijvoorbeeld een tewerkstellingsclausule, maar die werd inmiddels vervangen door het criterium dat het om een actieve onderneming moet gaan, lees: een activiteit als zelfstandige zoals een bakker of slager, of een vennootschap die bijvoorbeeld btw betaalt, anders dan een managementvennootschap.”
Dat is echter niet de enige wijziging. Ook op andere vlakken werd er aan de regelgeving gesleuteld. Mark Delboo: “De toenemende techniciteit leidt ertoe dat sommige zaken die vroeger mochten, nu niet meer toegelaten zijn. En we merken ook dat er hoe langer, hoe meer ruimte is voor interpretatie door de belastingadministratie. Dat leidt tot meer en meer procedures in de rechtbank, waarbij men alsnog probeert belastingen te innen op de overdracht van familiebedrijven.”
Een eerste vraag die beantwoord moet worden, is of het bedrijf wel voldoet aan de definitie van familiale onderneming volgens de criteria van de overheid. “Vroeger maakte het niet uit of men rechtstreeks aandeelhouder was of via een holding. Nu zijn er verschillende drempels ingebouwd, waarbij je bijvoorbeeld minstens 50% rechtstreeks moet aanhouden, indien een familiale holding mede-eigenaar is.”
De advocaat haalt nog enkele voorbeelden aan van gewijzigde regels: “Vroeger waren de rekening-couranten in de familiale vennootschap vrijgesteld van belasting. Maar vandaag is dat niet meer zo. Wat ook veranderd is, is de behandeling van een structuur waarin een familiale onderneming verweven zit. Vroeger kon je de hele structuur vrijstellen bij een schenking, nu enkel nog als het gaat om een relatie dochter-moedervennootschap. Als er dan een holding tussen die beide in werd gecreëerd, kan dat tot onaangename verrassingen leiden.”
Het komt erop neer dat familiale ondernemers vroeg genoeg moeten nadenken over zaken die later een impact kunnen hebben op de overdracht. “Vaak zien we dat boekhouders enkel oog hebben voor fiscale optimalisatie op korte termijn. Ze bedenken hybride structuren, bouwen liquidatiereserves in om ze zo snel mogelijk uit het bedrijf te kunnen halen, enzovoort. Maar men moet voor ogen houden dat de wetgever bij schenking of vererving die structuren nauwlettend bekijkt, en dat er soms ook voorwaarden zijn waarbij het kapitaal nog een bepaalde termijn in het bedrijf moet blijven”, aldus het boegbeeld van DELBOO Advocaten.
“En dan heb ik het nog niet gehad over de rechtspraak, waar we soms tegenstrijdige vonnissen zien. In een zaak van kapitaalvermindering, hebben we recent bij de rechtbank in Gent twee verschillende interpretaties gezien met een andere berekenwijze van de schenkbelasting aan 3%, voor een soortgelijke transactie waarbij het geld voortijdig uit de vennootschap werd gehaald”, vertelt Mark Delboo. “Rijd je dus niet vast in fiscale spitstechnologie en laat je vooral tijdig adviseren door een beslagen expert in de materie.”