Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
Rondetafelgesprek: Bouwsector verwacht twee uitdagende jaren
Ons panel met bedrijfsleiders uit de bouwsector: Kristof Defruyt, Jeroen Beeuwsaert, Kathleen Verhelst en Christophe Maes.

Rondetafelgesprek: Bouwsector verwacht twee uitdagende jaren

De bouwsector is één van de belangrijkste sectoren van ons land en tegelijk ook een indicator voor hoe het onze economie vergaat. In dat opzicht was 2023 een opmerkelijk jaar: meer dan 2000 bouwbedrijven gingen failliet, het hoogste cijfer in 10 jaar tijd. Een combinatie van inflatie en gestegen rente liet zich vooral in het residentiële segment voelen. De grote vraag is dus: brengt 2024 beterschap? Wij brachten vier ondernemers uit de bouw rond de tafel voor een discussie over de uitdagingen en opportuniteiten voor de sector: Kristof Defruyt (Vandenbussche Bouw), Jeroen Beeuwsaert (Beeuwsaert Construct), Kathleen Verhelst (Groep Verhelst / Verhelst Bouwmaterialen & Logistics) en Christophe Maes (Messiaen en toekomstig voorzitter Embuild). 

Kathleen Verhelst: “We moeten ons focussen op het positieve, zodat er blijft geïnvesteerd worden in de bouw.”

De jongste conjunctuurenquête van sectorfederatie Embuild illustreert de donkere wolken boven de bouwsector: liefst 6 op de 10 bouw- en installatiebedrijven ziet het aantal aanvragen van potentiële klanten terugvallen. Vooral aannemers in woningbouw en renovatie verwachten dat 2024 een slechter jaar zal worden dan 2023. “Ook wij stellen vast dat de residentiële projecten, voornamelijk appartementsbouw, in het slop zitten”, vertelt Kristof Defruyt, CEO bij Vandenbussche Bouw uit Aalter. “Gelukkig kunnen we dat compenseren met meer openbare projecten bij scholen en gemeentebesturen. Toch verwacht ik dat onze omzet dit jaar 5% zal dalen. Er is nog geen rentedaling in zicht en veel bouwpromotoren hebben projecten on hold gezet.”

Beeuwsaert Construct, gespecialiseerd in industrie- en loodsenbouw, ziet een duidelijke verschuiving in zijn business. Bestuurder Jeroen Beeuwsaert: “Industriebouw is de tak in de bouwsector die minst getroffen is. Onze omzet is de laatste 10 jaar verdrievoudigd. Vroeger haalden we 35% van onze omzet uitprojecten voor de agrarische industrie. Dat aandeel is teruggevallen tot 20%, omdat we meer industriële projecten gingen uitvoeren. Maar omwille van de stikstofproblematiek is de stallenbouw helemaal stilgevallen. Hoewel er nu een decreet is, blijft er grote onzekerheid onder landbouwers en we vrezen dat dit segment niet meer zal heropleven. We concentreren ons dus op logistiek, kmo-loodsen, kantoren en retail. Hoewel de concurrentie en prijsdruk toegenomen is, gaan we nog altijd uit van een verdere, lichte groei. We moeten gewoon een tandje bijsteken.”

Christophe Maes: “Ik hoor van de beroepsvereniging van studiebureaus dat zij niet meer aan de nodige ingenieurs geraken, net omdat de vraag zo groot is.”

Oppassen voor selffulfilling prophecy

Christophe Maes maakt deel uit van de vijfde generatie van de Oost-Vlaamse aannemersfamilie Maes. Naast investeerder in Algemene Bouw Maes NV en in vastgoedbedrijf Alides is hij vandaag zaakvoerder van een bouw-kmo die gespecialiseerd is renovatie en vernieuwbouw. En vanaf maart wordt hij nationaal voorzitter bij Embuild. “We zien een bouwsector met twee snelheden. Het residentiële segment is sterk vertraagd. Een individuele woning is door de gestegen kosten en oplopende rente quasi onbetaalbaar geworden voor starters. De verkoop van projecten heeft een serieuze knauw gekregen. Maar ik heb de indruk dat het ergste voorbij is en dat gezinnen beseffen dat de lage rentes definitief verleden tijd zijn. Anderzijds zien we dat de orderboeken bij familiale bedrijven die in de industriële en kantorenmarkt actief zijn, nog behoorlijk gevuld blijven.”

Ook bij Groep Verhelst, dat naast bouwmaterialen, o.a. betonprefab, vloeren en zelfs akoestische oplossingen levert, merkt gedelegeerd bestuurder Kathleen Verhelst die dubbele dynamiek op: “Sommige klanten hebben geen stress en werken in een modus van business as usual. Andere klanten kunnen duidelijk minder vooruitzien dan vroeger. Zelf ben ik vooral bang voor een selffulfilling prophecy: we moeten ons focussen op het positieve, zodat er blijft geïnvesteerd worden in de bouw. De situatie lijkt me immers stabiel genoeg: de prijzen van de bouwmaterialen zullen niet meteen dalen, onze bevoorradingsketen is terug op peil en we weten dat de vastgoedsector voldoende posities op voorraad heeft. Aarzeling en onzekerheid is echt voor niemand goed.” 

Kristof Defruyt: “Om het tekort aan bouwvakkers op te vangen en onze kwaliteit nog te verhogen, zetten wij in op automatisatie en modulair bouwen.”

Duurzaamheid is het sleutelwoord

“Het realisme moet terugkeren”, beaamt ook Kristof Defruyt. “Er speelt nog een soort van onzekerheid bij consumenten en ondernemers. Ook de banken spelen daar een grote rol in, terwijl zij de economie net zouden kunnen aanzwengelen. Persoonlijk verwacht ik dat 2025 ook nog uitdagend zal zijn. Uit ervaring weten we dat het segment van openbare werken in het eerste jaar na de verkiezingen altijd wat stilvalt. Dat zullen we dus moeten overbruggen.”

Christophe Maes zit op dezelfde golflengte: “2024 en 2025 zullen nog uitdagend zijn, die jaren moeten we zien door te komen. Maar anderzijds wacht de bouw een mooie toekomst. De Europese klimaatambities met als horizon 2030 en 2050 zullen massale investeringen vergen in ons patrimonium. Als sector zijn we dé partner bij uitstek om de duurzaamheidsdoelstellingen te kunnen halen. Dit zal ons dus een boost geven. Dankzij nieuwe technologieën en materialen kunnen we ook nog veel efficiëntiewinst halen. Ik ben zeer optimistisch daarover.”

Duurzaamheid wordt het sleutelwoord voor de komende jaren. Dat stelt Jeroen ­Beeuwsaert vandaag al vast in zijn industriële projecten. “Door de Europese regelgeving worden grotere bedrijven reeds verplicht om te rapporteren over hun inspanningen rond ESG (ecologie, sociale aspecten en goed bestuur). Wij merken dat die bedrijven zich nu al voorbereiden op zo’n duurzaamheidsrapport. Winkelparken bijvoorbeeld besteden meer aandacht aan energiezuinigheid en het opwekken van hernieuwbare energie. En grote ontwikkelaars van industriële parken vragen vaker om een duurzaamheidsverslag met onze offerte mee te sturen en bijvoorbeeld hout als materiaal en groene gevelbekleding. Wij leggen ons toe op oplossingen die daaraan tegemoet komen.”

Voor de Groep Verhelst betekent het dat het gamma ook volop in evolutie is. “Veel aannemers blijven erg traditioneel denken, maar wij zien dat bijvoorbeeld houtskeletbouw in opmars is. Er worden ook meer vragen gesteld over de duurzaamheid van bepaalde producten in ons gamma. We moeten dus alert blijven en kijken welke leverancier de beste nieuwe oplossing heeft om aan de verwachtingen te voldoen. Wij screenen continu de markt om als neutrale partner bouwprofessionals te kunnen adviseren.”

Jeroen Beeuwsaert: “We gaan nog altijd uit van een verdere, lichte groei. We moeten gewoon een tandje bijsteken.”

Personeelstekort zet rem op de groei

Een andere uitdaging is de krapte op de arbeidsmarkt. “Ik trap een open deur in, maar arbeiders vinden voor onze sector, is een drama. De poule waarin we vissen, is te klein omdat er te weinig leerlingen zijn in het beroepsonderwijs”, geeft Jeroen Beeuwsaert aan. “Iedereen wil het beste voor zijn kinderen, maar dat impliceert dat er hoe langer hoe minder vaklui afstuderen. Terwijl onze sector wel goed betaalt en een zelfstandig stielman veel werk heeft en dus goed zijn boterham verdient. Dit gaat de komende jaren een uitdaging blijven.” 

De schaarste aan talent, verplicht bouwbedrijven naar alternatieven te kijken. “De juiste mensen vinden, vormt eigenlijk de grootste rem op onze groei”, stelt Kristof Defruyt van Vandenbussche Bouw. “Om het tekort aan bouwvakkers op te vangen en onze kwaliteit nog te verhogen, zetten wij in op automatisatie en modulair bouwen. Het prefab bouwen dat in industriebouw al ingeburgerd is, zal zich doorzetten naar andere segmenten. Wij experimenteren met een interne fabriek die modulaire houten structuren produceert, die vervolgens op de werf aan elkaar worden gezet. Dat heeft veel potentieel, maar ook de architecten zullen zich daaraan moeten willen aanpassen.” 

Niet alleen bouwvakkers vinden is problematisch, ook de strijd om ingenieurs woedt volop. Christophe Maes: “De digitalisering in onze sector zet zich met rasse schreden door. Informatica en technologie worden dus steeds belangrijker: drones, 3D-visualisatie, BIM-ontwerpen … Het vergt nieuwe expertise in onze bedrijven. Op de werf zal je nu al vaak project- en werfleiders met een tablet zien. En omdat de projecten complexer worden en meer technieken vereisen, stijgt de nood aan ingenieurs. Ik hoor van de beroepsvereniging van studiebureaus dat zij niet meer aan de nodige ingenieurs geraken, net omdat de vraag zo groot is.” 

Toch heeft de toegenomen digitalisering ook een keerzijde. De risico’s op cyber­criminaliteit stijgen evenzeer. Groep Verhelst heeft dat in het najaar van 2023 aan den lijve ondervonden. “Wij werden in oktober getroffen door een hacking, waarbij losgeld werd geëist. Dat brengt je bedrijf in één klap tot stilstand. Gelukkig kon ons team snel schakelen, samen met de cyber­experts van de politie. Het incident gebeurde op woensdag, tegen zondagavond hadden we onze systemen voor handel in onze vestigingen weer operationeel. En de volgende maandag konden onze filialen weer open”, vertelt Kathleen Verhelst. “Omdat we niet betaald hebben aan de hackers, zijn we wel een massa data en plannen kwijt. Dit is het ergste wat je bedrijf kan overkomen. Intussen is onze beveiliging op het hoogste niveau gebracht, maar dat heeft een vertragend effect op sommige acties. Ik kan mijn collega-ondernemers alleen maar aanraden om hier grondig over na te denken, want vroeg of laat gebeurt het bij iedereen.”

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details