Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
Hoe verzekert het beleid de toekomst voor de industriebouw?
In Dendermonde wordt straks de nieuwe zone Bruwaan-Noord ontwikkeld, met veel aandacht voor duurzame gebouwen en minder verharding. (Beeld: SOLVA)

Hoe verzekert het beleid de toekomst voor de industriebouw?

Efficiënt ruimtegebruik relevanter dan ooit 

De aanhoudende vraag naar extra ruimte voor industriebouw en de steeds strengere regels voor de ontwikkeling van open ruimte zorgt voor een dilemma: waar kunnen bedrijven nog uitbreiden in de toekomst? Door maximaal te kiezen voor verduurzaming en optimale ruimtebenutting, proberen de verschillende beleidsniveaus nieuwe opportuniteiten te creëren: “Dit is een proces dat de noden op lange termijn vooropstelt.”

De ruimte die in Vlaanderen werd voorzien voor industrie en bedrijvigheid raakt stilaan volgebouwd. Tegelijkertijd is het een onomstotelijke realiteit dat de vraag naar extra ruimte voor economische activiteit blijft toenemen. Dat creëert een spanningsveld waar het beleid een passend antwoord op moet verzinnen. 

Omdat dit een problematiek met brede impact is, worden alle beleidsniveaus betrokken. Zo spelen de provincies een cruciale rol. Jean de Bethune (CD&V), West-Vlaamse gedeputeerde voor economie en kmo-beleid: “Enerzijds is er een duidelijke nood aan nieuwe bedrijventerreinen. Voor de provincie West-Vlaanderen wordt die nood bijvoorbeeld geschat op 430 hectare. Samen met de Vlaamse overheid en de gemeentes zijn we aan het onderzoeken waar deze nog zouden kunnen komen.”

“Anderzijds is ons provinciaal beleid heel duidelijk gericht op een zo optimaal mogelijk gebruik van de ruimte die vandaag al is toegewezen aan bedrijventerreinen. Daarvoor heeft West-Vlaanderen twee concepten bedacht: “saving space” en het “bedrijventerrein van de toekomst”. We hebben hier een structurele visie rond ontwikkeld”, aldus de Bethune. Concreet betekent dit: meer in de hoogte bouwen, meer collectieve voorzieningen, meer aandacht voor duurzame mobiliteit en biodiversiteit. 

“Op deze manier zullen we bestaande terreinen zo goed mogelijk verduurzamen. Maar daarnaast zullen dezelfde principes toegepast worden op de nieuwe terreinen”, stelt de West-Vlaamse gedeputeerde. Eenzelfde geluid is te horen in Oost-Vlaanderen. “In toenemende mate worden hogere verhoudingen vloeroppervlakte versus terreinoppervlakte gerealiseerd. Ook hogere industriebouw, multifunctioneel gebruik en het stapelen van functies zijn vandaag meer dan ooit de realiteit”, weet An Vervliet (N-VA), gedeputeerde voor ruimtelijke planning en economie in Oost-Vlaanderen.

Steven Vanassche: “We screenen systematisch op leegstand en onderbenutting van bestaande panden.” (Beeld: Leiedal).

Concrete acties op het terrein

Hoewel deze beleidsvisie vrij recent is, wordt er in de praktijk al langer naar gehandeld. “Door de krachtige economische dynamiek, gecombineerd met de steeds strengere voorwaardes rond het bezetten van open ruimtes, weten we al veel langer dat het tekort aan terreinen enkel maar nijpender zal worden”, vertelt Geert Sanders, algemeen directeur van de West-Vlaamse intercommunale WVI. “Daarom zetten we al jaren in op reconversie van bestaande terreinen, zoals leegstaande militaire kazernes, die worden omgebouwd tot bedrijventerrein. Meer in de hoogte bouwen, met maximale aandacht voor duurzaamheid, daar gaan we voor.”

Ook bij Leiedal, de intercommunale voor streekontwikkeling in het zuiden van West-Vlaanderen, zit op hetzelfde spoor. “We willen het juridisch bestemde aanbod en lopende reconversieprojecten zo snel mogelijk ontwikkelen om aan de vraag te voldoen. Via onze kernversterkende projecten proberen we groeiers ook alle kansen te geven in de kernen van onze steden en gemeenten. Zo screenen we systematisch op leegstand en onderbenutting”, legt Steven Vanassche, coördinator Publieke Projectontwikkeling, uit.

An Vervliet: “Hogere industriebouw, multifunctioneel gebruik en het stapelen van functies zijn vandaag al de realiteit.” (Beeld: Provincie Oost-Vlaanderen).

Bouwshift 

De doelstelling is duidelijk: voldoende economische ruimte voorzien op lange termijn. “We zetten maximaal in op duurzaamheid en optimaal ruimtegebruik. Dat is een proces dat de noden op lange termijn vooropstelt”, aldus Jean de Bethune. Dit alles moet dan ook begrepen worden als de concrete vertaalslag van de bouwshift, het plan van de Vlaamse regering dat bepaalt dat er vanaf 2040 geen nieuwe open ruimte meer zal mogen worden bebouwd in Vlaanderen.”

“De bouwshift geeft onze reconversieprojecten extra wind in de zeilen en maakt het ook makkelijker om iedereen mee in het bad te trekken. De tijd dat bedrijfsleiders nog moesten overtuigd worden van de noodzaak van een futureproof bouwbeleid, ligt echt wel achter ons”, besluit Geert Sanders. 

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details