Burgemeester Luc Vandevelde van Eeklo aan het woord

Met zo’n 22.500 inwoners vervult de stad Eeklo een centrumfunctie in het Meetjesland. Het wou graag vrijwillig fusioneren met de meer landelijke gemeenten Assenede, Kaprijke en Sint-Laureins, en kreeg daar ook steun voor van een burgerpanel. Maar finaal haakten twee van de vier partners af. De stad die sinds oudsher een economische rol vervult op de as tussen Brugge en Gent, gaat dus op eigen kracht voort. Burgemeester Luc Vandevelde (SMS): “De geesten moeten nog rijpen. We hadden een stad van 50.000 inwoners kunnen vormen en een mooie bonus van de Vlaamse overheid kunnen krijgen. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit project in de toekomst terug op de agenda komt.”

Mijnheer de burgemeester, hoe zou u het lokale economisch weefsel van Eeklo typeren?

Luc Vandevelde: We hebben een bloeiend en zeer divers bedrijfsleven, dat heel wat jobs creëert. Ooit hadden we een belangrijke textiel- en meubelindustrie, maar die is bijna volledig verdwenen. In de plaats beschikken we nu over een mooie combinatie van grote, internationaal actieve bedrijven, kmo’s, detailhandel en diensten. Bekende namen die je in Eeklo vindt zijn onder meer Lotus Bakeries, Vandemoortele en producent van hygiëneproducten Ontex, maar ook het ingenieursbedrijf SMO, ramenfabriek Ramaco en staalbouwer Victor Buyck zijn ondernemingen met een mooie historiek. Daarnaast tellen we ook een pak kleinere regionale bedrijven en eenmanszaken.

We zijn een compacte stad met een ruim aanbod detailhandel en ketenwinkels, dat grotendeels gecentraliseerd is in het centrum. In de jaren ’90 konden we een mooie uitbreiding realiseren door de herontwikkeling van de oude Krügerbrouwerij tot winkelplaza met een 15-tal grotere ­commerciële zaken.

Welke troeven dragen bij tot het succes van de stad?

Luc Vandevelde: Naast het reeds diverse bedrijfsweefsel, dat heel wat kansen biedt voor ondernemers, zijn we vlot bereikbaar. We liggen aan de N9 tussen Brugge en Gent, en ook de E34 die de haven van Zeebrugge met Antwerpen verbindt, is vlakbij.

Daarnaast zijn we een belangrijk centrum voor de regio met enerzijds het ziekenhuis AZ Alma, dat zowat de grootste werkgever van de stad is, en een ruim onderwijsaanbod: basisscholen, secundair, kunst- en bijzonder onderwijs en ook volwassenonderwijs. Op donderdag vindt hier een grote wekelijkse markt plaats, die mensen uit de hele regio aantrekt.

Wat brengt de toekomst voor de lokale economie? Waar ziet u nog ruimte voor bedrijvigheid?

Luc Vandevelde: Als ik naar de industrie kijk, ziet de toekomst er positief uit. We hebben een uitbreiding van ons bestaande industrieterrein met 20 hectare, waarvan de invulling door de intercommunale Veneco volop aan de gang is. We mogen daar bijvoorbeeld de ­Confiserie Geldhof, bekend van de Gentse ‘neuzen’ of cuberdons verwelkomen.

Daarnaast dromen we van een regionaal, duurzaam bedrijventerrein naast de E34 in Balgerhoeke. Daar zien we het liefst een hub ontstaan van propere, energiegerelateerde ondernemingen. De provincie maakt daartoe werk van een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Maar dat vergt uiteraard de nodige tijd. De eerste plannen werden 15 jaar geleden gemaakt, maar de buurt was bezorgd over die ontwikkeling. We hopen met de jongste versie de bezorgdheden definitief te kunnen wegnemen.

Hoe is het gesteld met het handelscentrum? Blijft de leegstand onder controle?

Luc Vandevelde: Tijdens de coronaperiode hebben onze zelfstandigen afgezien. Vanuit de stad hebben we de detailhandel en horeca ondersteund met vrijstelling van belastingen en specifieke subsidies. Ik zie vandaag geen dramatische leegstand. Ze is vrij gelijkaardig aan die in andere centrumsteden. Ook de uitval qua horeca is niet groter dan gebruikelijk. We hebben als stad wel een reglement uitgewerkt om eigenaars via een premiesysteem te stimuleren hun handelspand invulling te geven. Als dat uiteindelijk geen resultaat oplevert, zal er een belasting op leegstand volgen.

Ik stel trouwens met plezier vast dat niche winkels in opmars zijn: handelszaken die zich toeleggen op één merk van kledij of brillen. Ook winkels die inzetten op extra beleving doen het goed. Ik denk dat er op dat vlak nog wel mogelijkheden zijn. Recent werd bijvoorbeeld een vintagewinkel geopend in Eeklo, dat was iets wat nog ontbrak in ons aanbod. Al die evoluties zullen ertoe bijdragen dat onze aantrekkingskracht als handelscentrum voor de ruimere regio overeind blijft. We trekken zelfs shoppende toeristen uit Zeeuws-Vlaanderen aan!

Op welke manier onderhoudt u contact met de ondernemers?

Luc Vandevelde: Eerst en vooral plegen we geregeld overleg. We hebben een economische raad met de handelaars, een specifiek horeca-overleg en de vereniging OKEE waarin de ondernemers uit het bedrijventerrein vertegenwoordigd zijn. Via deze instanties, onze ambtenaar lokale economie en onze eigen contacten, houden we een vinger aan de pols en ondernemen we actie waar nodig. Betrokkenheid dragen we hoog in het vaandel: onlangs werd een project rond citymarketing op de rails gezet en een aantal ondernemers hebben zich geëngageerd om dat mee uit te werken.

Hoe ondersteunt het beleid van de stad de lokale ondernemers?

Luc Vandevelde: Voor starters hebben we een welkom- en investeringsbrochure en een starterspakket dat hen de weg wijst bij de eerste stappen als ondernemer. Via een pop-upreglement en doorstartpremie ondersteunen we nieuwe handelaars met een bedrag dat kan oplopen tot 5.000 euro.

Tweejaarlijks organiseren we de THEO’s, de Trofeeën voor Hedendaags Eekloos Ondernemen. Bedrijven kunnen genomineerd worden in categorieën rond o.m. innovatie en Handelaar van het Jaar. Zo geven we onze ondernemers een forum en een symbolische duw in de rug.

Tot slot maken we werk van een aantrekkelijker handelscentrum. Enerzijds via het reglement op leegstand, anderzijds omdat we de Markt zullen ontharden door de parking te verplaatsen en voor een nieuwe, groenere ontmoetingsplaats zullen zorgen. Wie zijn handelszaak renoveert, kan trouwens rekenen op financiële steun van zowel VLAIO als ons bestuur.

Naar welke realisaties met belang voor het bedrijfsleven kijkt u nog uit? 

Luc Vandevelde: Enerzijds hebben we een strategisch-commercieel plan, dat onder meer voorziet in het versterken van de handelskern en waarvoor de eerste realisaties binnenkort opgestart worden. Voorts ben ik verheugd dat de plannen voor een ringweg rond Eeklo eindelijk concreet worden. Eind augustus is de eerste spadesteek gegeven, in opdracht van het Vlaams Agentschap Wegen & Verkeer. In een eerste fase, tot ongeveer april 2024, wordt de zone tussen de Industrielaan en Nieuwendorpe aangepakt. Tegen uiterlijk 2032 moet de laatste fase tussen de Tieltsesteenweg en Gentsesteenweg voltooid zijn. De verkeersafwikkeling in en rond het centrum zal het komende decennium dus fors verbeteren, en iedereen zal daar wel bij varen.