Burgemeester Jean-Marie Dedecker van Middelkerke aan het woord

“Ik blijf ook als burgemeester vechten tegen regulitis en dogmatisme”

Middelkerke geniet vooral bekendheid als badplaats. Maar 75% van de oppervlakte van deze gemeente is landbouwgrond. Het gemeentebestuur wil de toeristische sector verder stimuleren met investeringen in de openbare ruimte en evenementen. En de landbouwsector wil burgemeester Jean-Marie Dedecker (Lijst Dedecker) toekomstperspectief blijven bieden: “We moeten constant vechten om het ondernemerschap te vrijwaren. Met het Duinendecreet, een natuurreservaat dat uitdeint en plannen voor nieuwe hoge windturbines in de polders, dreigt men meer en meer het ondernemend initiatief te fnuiken.”

Mijnheer de burgemeester, hoe stelt de lokale economie in Middelkerke het vandaag?

Jean-Marie Dedecker: Uit wat ik zie en hoor, gaat het goed. We hebben uiteraard een sterke toeristische sector in Middelkerke, ­Westende en Lombardsijde, met veel horecabedrijven. Onze zeedijk is acht kilometer lang, je vindt er alles wat je wil. De meeste restaurants, tearooms en verblijfsaccommodaties hebben de coronacrisis verteerd. In onze winkelstraten zie je ook weinig leegstand.

Daarnaast hebben we een grote landbouwsector, met 150 actieve bedrijven in de polders. Het zijn vooral gemengde landbouwbedrijven die zowel vee als gewassen telen. Omdat 75% van ons grondgebied een landbouwbestemming heeft, spelen we dat ook uit in plattelandstoerisme. Voorts hebben we, verspreid over het grondgebied, maakbedrijven en kmo’s in de meest uiteenlopende sectoren.

Is er nog genoeg ruimte beschikbaar voor nieuwe bedrijven?

Jean-Marie Dedecker: De bestaande bedrijventerreinen zaten vol. Daarom ontwikkelen we samen met de WVI een nieuw regionaal bedrijventerrein. Het wordt een kmo-zone die uiteindelijk 20 hectare zal beslaan. We zitten dus voor enkele jaren goed. We mikken vooral op bedrijven die nood hebben aan zo’n 5000 vierkante meter. Intussen zijn de eerste toewijzingen gebeurd en dus zal de bedrijvigheid op de Middelpolder geleidelijk aan op gang komen. Bij de bedrijven die zich daar zullen vestigen, horen onder meer Aroma Koffie, Groep Debaillie, Grootkeukens Casteleyn en D-Tyles, een grotere tegelhandelaar.

Voor de toekomst zien we nog mogelijkheden voor bedrijven die zich in de perimeter van de luchthaven van Oostende situeren. De jongste tijd lijkt zich daar toch een nieuwe dynamiek te ontwikkelen, wat we toejuichen. We hebben een goeie synergie met Oostende en hopen ook een graantje mee te pikken van de uitbouw van de blauwe economie in en rond de haven. Het is tenslotte één van de sectoren met groot potentieel voor de toekomst.

Op welke manier legt uw gemeentebestuur eigen klemtonen op het vlak van economisch beleid?

Jean-Marie Dedecker: Ik geloof in het structureren van de gemeente, bijvoorbeeld door te investeren in infrastructuur. De overheid geeft het voorbeeld en dan volgt de private sector wel. Kijk naar de compleet vernieuwde zeedijk in Westende. Die kadert in de nieuwe kustvisie, beschermt ons tegen extreme weersomstandigheden en bevat veel groen. Recente cijfers tonen aan dat de investeringen in vastgoed aan de kust zijn teruggelopen, behalve in Westende, de enige positieve uitschieter! We maken daar een duidelijke inhaalbeweging.

U moet weten: wij hebben een eigen bevolking van om en bij de 20.000 inwoners, er zijn 16.000 tweedeverblijvers en op topdagen in de zomer komen daar nog eens 40.000 toeristen bij. En daar leeft de lokale economie van. Daarom blijven we investeren in de openbare ruimte – een nieuw zwembad en padelterreinen bijvoorbeeld – maar ook in evenementen, zoals de Proximus Arena of Tien om te Zien.

En als we ingrijpen in de lokale economie, heeft dat tot doel om de ziel van onze gemeente te bewaren. Wij zijn een familiale badplaats, die veel kleine zelfstandigen telt. Daarom hebben we een reglement op nachtwinkels uitgevaardigd. We hebben er maar vijf op ons grondgebied en proberen dat aan banden te leggen. Daarom mogen nachtwinkels pas open vanaf 18 uur en kunnen er geen nieuwe worden gevestigd binnen een straal van 1 km rond een bestaande nachtwinkel.

Hoe ziet u de toeristische sector en lokale handel zich verder ontwikkelen?

Jean-Marie Dedecker: We verwachten veel van de nieuwe toeristische ontsluitingsweg, die eindelijk een betere verbinding met de E40 moet opleveren. We willen tegelijk de Spermaliestraat ontlasten en voor een betere verkeersleefbaarheid zorgen. Er zal dus een nieuwe brug over het kanaal komen. Het is de Werkvennootschap die in opdracht van het Vlaams Agentschap Wegen & Verkeer met dit project belast is. Het tracé is nu gekozen. We zitten op dit moment in de planningsfase, de bevolking werd al geïnformeerd en de onteigeningen zullen gebeuren. De werkzaamheden zelf zijn voor 2025-2026.

Voor de lokale handel moeten wij niet concurreren met Knokke of Oostende. We moeten onze eigenheid bewaken. Elke zes maanden houden we daarom een enquête onder inwoners en bezoekers om te peilen naar wat ze verwachten. Daaruit is bijvoorbeeld gebleken dat mensen in het aanbod graag nog meer verse viswinkels, traiteurs of kledingzaken met een exclusiever karakter zouden zien.

U verwees naar de grote landbouwsector in de gemeente. Wat brengt de toekomst voor die 150 bedrijven?

Jean-Marie Dedecker: De landbouw staat onder druk. Dat weet iedereen, kijk naar de heisa rond het stikstofdecreet. Daarbovenop worden we geconfronteerd met wat ik de fetisj van de groene energie noem. Men wil tussen Jabbeke en de Franse grens 88 windturbines bouwen. Voor onze gemeente zou het over 18 mastodonten gaan van 200 meter hoog. Om je een idee te geven: de Halletoren in Brugge is “maar” 83 meter hoog. Dit zou nefast zijn voor de landschapswaarde en het plattelandstoerisme. Gelukkig hebben we de luchthaven van Oostende in de buurt, waardoor het voorlopig niet mogelijk is om die hoge windturbines te vergunnen.

Meer algemeen strijd ik continu tegen de “sandaalridders” van het Agentschap Natuur en Bos. We hebben het Duinendecreet, dat een massa beperkingen oplegt. ANB heeft het natuurreservaat De Schuddebeurze opgekocht en die zone kan nog verder uitbreiden. We hebben nu al enkele bedrijven die in een oranje zone zitten. Er is altijd wel een eikelmuis of vleermuis die belet dat mensen vooruit kunnen gaan. Ik zal blijven vechten tegen regulitis en dogmatisme, om het ondernemerschap te vrijwaren.

U kreeg in 2019 een ruim mandaat van de kiezer om burgemeester te worden. Op welke realisaties bent u het meeste trots?

Jean-Marie Dedecker: Met stip op één: ons nieuwe casino. Ze komen vanuit de hele wereld kijken naar dit bouwproject. Tijdens de jongste Open Wervendag kwamen meer dan 6000 mensen langs. Deze architecturale parel, die al drie internationale prijzen in de wacht sleepte, zal straks een evenementenhal, casino, restaurant en hotel huisvesten. We hopen het nieuwe casino eind 2023 in gebruik te nemen. Dat zal ons imago zeker en vast opkrikken.

Daarnaast ga ik ook prat op onze gezonde financiële toestand. We hebben toch een begroting van 80 miljoen per jaar. Dankzij een goed financieel beheer konden we de personenbelasting halveren van 6 naar 3 procent. Ook omdat onze tweedeverblijvers en campings een bijdrage leveren.

Ik had gehoopt om ook nog dit jaar de eerste steen van ons nieuwe gemeentehuis te leggen, maar dat is moeilijk. Terwijl de Vlaamse en federale overheid in het rood gaan, mogen wij op lokaal niveau geen schulden meer maken die de legislatuur overschrijden.