Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
“Als het ophoudt in de politiek, beginnen we een eigen zaak”

“Als het ophoudt in de politiek, beginnen we een eigen zaak”

Dubbelgesprek met de Vlaamse ministers Hilde Crevits & Matthias Diependaele

Politicus, het is een hondenstiel, zegt men wel eens. Lange dagen, grote verantwoordelijkheid, altijd wel iemand die ontevreden is … En toen de coronacrisis uitbrak, moesten onze beleidsmakers tot het uiterste gaan om de economie draaiende te houden en de maatschappij te beschermen. Er zijn prettigere momenten. Maar politiek is een roeping, en “when the going gets tough, the tough get going”. We blikken met de Vlaamse ministers Hilde Crevits (CD&V, Torhout) en Matthias Diependaele (N-VA, Zottegem) terug op een bewogen periode. Een gesprek tussen een West- en Oost-Vlaamse excellentie, die beiden ook fier zijn over hun roots.

Hilde Crevits: “Ik had fantastische collega’s in de advocatuur. Maar ik had er niet het gevoel dat ik met een maatschappelijk project bezig was.”

De coronapandemie lijkt nog geen grote schade te hebben aangericht bij onze bedrijven. De economie is goed op dreef. Zijn jullie tevreden ministers?

Hilde Crevits: Ja, als je ziet hoe goed het nu gaat met de bedrijven, dan mogen we tevreden zijn. Ik ben de regering dankbaar dat we vlot budgetten hebben kunnen vrijmaken om de economie te ondersteunen. De eerste beschermingsmaatregel is in nauwelijks 48 uur uitgewerkt, gebaseerd op de hinderpremie bij openbare werken. We hebben in de beginperiode werkelijk elke week geld uitgegeven. Omdat we aanvoelden dat het moest. Natuurlijk was niet alles perfect, want dit hadden we nooit eerder ­meegemaakt. Maar ik ben erg blij met de eerste evaluaties van de maatregelen, die zeggen dat de bedrijven ­gestut zijn. Faillissementen hebben een zware impact en kosten op termijn veel meer.

Matthias Diependaele: Wat Hilde zegt klopt: we hebben uitstekend samengewerkt. We wilden een duidelijk signaal geven aan de Vlaamse ondernemers: we zijn er voor jullie, als je ons nodig hebt. We hebben tijdens de crisisperiode ook getoond dat er dankzij een jarenlang gezond financieel beleid ook ruimte was om overheidsmiddelen in te zetten. Het komt er nu op aan dat we onze begroting terug op het juiste groeipad krijgen. Want door de krimp in de economie hebben we uiteraard ook een reeks inkomsten gemist. Dat maak je niet in één of twee jaar goed.

Matthias Diependaele: “We zullen onze uitgaven nauwgezet in het oog blijven houden. Anders moet je de belastingen verhogen.”

Het positieve effect is duidelijk te merken. Het jobverlies is beperkt gebleven. Anderzijds kwamen er ook misbruiken aan het licht van steunmechanismes. Hoe gaan jullie daarmee om?

Hilde Crevits: We zijn streng maar recht­vaardig. Minister-president Jan Jambon heeft het ook al gezegd: mensen die zo’n crisis misbruiken om onrechtmatig geld te cashen, mogen daar niet mee weg komen. Alle dossiers worden gecontroleerd, er is een sanctiemechanisme uitgewerkt en bij grove fraude kan je tot 5 jaar lang worden uitgesloten van andere steunmaatregelen. Maar, en dat wil ik toch benadrukken: uit wat we nu weten, blijkt het om een relatief beperkte groep te gaan. Trouwens, er zijn ook mensen die geld hebben teruggestort omdat hun zaak finaal niet dicht moest of minder getroffen werd.

Algemeen heeft de Vlaamse overheid beslist om meer toe te zien op de nuttige aanwending van subsidies. Is het moeilijk om het kaf van het koren te scheiden?

Matthias Diependaele: We moeten het subsidiebeleid in Vlaanderen in zijn historisch perspectief zien. Het is organisch gegroeid, omdat we na de eerste staatshervormingen wel bevoegdheden hadden maar geen of weinig fiscale autonomie. Als je dan een sturend beleid wil voeren, vormen subsidies een belangrijke hefboom. En doorheen de tijd hebben verschillende departementen dat op verschillende manieren uitgewerkt. Voor Onderwijs gebeurt het via het programmadecreet, bij Cultuur is het in decreten gegoten, om maar twee voorbeelden te geven. Onze bedoeling is om daar nu een lijn in te trekken. We willen ook meer resultaatgericht werken: bereiken de centen het beoogde doel?

Hilde Crevits: Dat geldt ook voor de economische steunmaatregelen. We werkten in het verleden zeer businessplan-gedreven: leidt het project tot een levensvatbare realisatie? Maar vandaag is de ambitie om meer focus te stoppen in onze steunmaatregelen en achterliggende doelstellingen waar te maken. Denk aan de relancemiddelen: als we die besteden, willen we een grote sprong voorwaarts maken in klimaat en duurzaamheid. Of als we innovatiesteun verlenen aan de toeristische sector, kunnen we dan niet meer sturen zodat die innovatie ook leidt tot een kleinere ecologische voetafdruk?

Matthias Diependaele: Finaal moeten we ervoor zorgen dat de subsidies die we verlenen onze welvaart overeind houden. We moeten durven op de lange termijn te denken. ­Keuzes die je vandaag maakt, kunnen impact hebben over 20 tot 30 jaar. Denk aan de visie en keuzes die de Vlaamse regeringen in de jaren ’80 hebben gemaakt om technologische innovatie en biotechnologie te stimuleren. Daardoor behoren imec en het VIB vandaag tot de wereldtop. We mogen de lat dus hoog leggen.

Hilde Crevits: “Er zijn nog een aantal groepen mensen met groot potentieel voor de arbeidsmarkt, die we aan het werk willen krijgen.”

Als gevolg van corona zal er budgettaire discipline nodig zijn. Hoe kan die worden verzoend met de noden om te investeren?

Matthias Diependaele: Bij het begin van deze legislatuur hadden we een gezond budgettair traject bepaald. Er werden keuzes gemaakt om bijvoorbeeld iets te doen aan de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg en om een inhaalbeweging te realiseren in de sociale woningbouw. Om die investeringen mogelijk te maken, hebben we op een aantal zaken bespaard. Maar we kunnen er niet om heen: de economie heeft ruim een jaar minder gepresteerd en dat weegt op de begroting, zeker nu ook de inflatie aanwakkert. We zullen onze uitgaven nauwgezet in het oog blijven houden. Anders moet je de belastingen verhogen.

Intussen is de war for talent terug brandend actueel. Bedrijven uit alle sectoren schreeuwen om personeel. Wat kan de Vlaamse overheid doen om mee voor oplossingen te zorgen?

Hilde Crevits: Er zijn een aantal groepen mensen met groot potentieel voor de arbeidsmarkt. Voor langdurig zieken zijn onze systemen te rigide. Daar moeten we nagaan hoe een uitkering en loon voor deeltijds werk beter gecombineerd kunnen worden. Mensen die willen werken, moeten kunnen werken. Ook de groep langdurig werkzoekenden blijft te groot. Want hoe langer je thuis blijft, hoe moeilijker het wordt om terug te keren. Hen moeten we meer begeleiden. Datzelfde geldt trouwens voor jongeren die zonder diploma secundair het onderwijs verlaten. We zien op de Oosterweel-werf dat zulke jongeren toch aan de slag kunnen. Dat systeem willen we in de centrumsteden uitrollen. En tot slot denk ik aan vrouwen met een migratieachtergrond, die nu huisvrouw zijn. Vaak is kinderopvang daar het probleem. Daar zien we mogelijkheden in een project waarbij ze toch hun kinderen naar een crèche kunnen brengen en tegelijk een opleiding volgen tot bijvoorbeeld kinderverzorgster. We moeten elk talent aan de slag krijgen, en dat hoeft niet voltijds te zijn.

Over talent gesproken. Jullie zijn beiden licentiaat in de rechten. Als jullie vandaag geen politicus zouden zijn, wat is dan de job van jullie dromen?

Matthias Diependaele: Ik ben mijn carrière begonnen als metser-diender in het bouwbedrijf van mijn vader. Daar zou ook mijn toekomst gelegen hebben, als ik niet in de politiek was beland. De ondernemerswereld, een bedrijf leiden, dat boeit mij enorm.

Hilde Crevits: Ik had fantastische collega’s in de advocatuur. Maar ik had er niet het gevoel dat ik met een maatschappelijk project bezig was. Daarom stapte ik in de politiek. Mocht het stoppen, dan denk ik dat ik filosofie ga studeren, dat is een oude droom. Ik zou ook meer lezen, want ik ben ook verzot op boeken. En op koffie. Mijn zoon is barista, ik zou dat ook wel willen leren. Misschien begin ik op een dag dan wel een boekhandel met een koffiebar.

Matthias Diependaele: Hmm, in dat opzicht biedt een lingeriewinkel gecombineerd met een wijnbar ook nog wel perspectieven, denk ik. (lacht)

Laten we het even hebben over West- en Oost-Vlaanderen. Zoals vele West-Vlamingen studeerde Hilde in Gent. Heb je een band voor het leven met die stad?

Hilde Crevits: Absoluut. Je weet toch wat ze zeggen: Een Gentenaar, dat is een West-Vlaming met een diploma. (lacht) Ik herleef als ik in Gent kom. Ik vind het een fantastische stad en kan daar gerust een tijd alleen rondwandelen, zonder gezelschap. Weet je, ik ben blij dat mijn ouders me lieten studeren in Gent. Ik kwam uit een katholiek nest in Torhout en mijn keuze ging daar wel over de tongen. Maar ik vond Kortrijk minder aantrekkelijk als studentenstad. Ik wou van het studentenleven proeven en Gent leek in dat opzicht de betere keuze.

Matthias Diependaele: Ik heb mijn humaniora in Gent gedaan. Mijn vader had er studentenkamers, dus ik had er ook mijn universiteitsstudies kunnen doen. Maar als 18-jarige wou ik toch liever onder het ouderlijk gezag uit. Vandaar de keuze om verder weg te trekken en in Leuven rechten te gaan volgen.

Matthias, heb jij iets met ­West-Vlaanderen?

Matthias Diependaele: Zoals elke Vlaming ga ik graag naar de zee. Mijn favoriete plekken zijn dan de thermen in Oostende en de pier van Blankenberge. Recent heb ik erg genoten van een fietstocht van Brugge naar Damme, dat was een ontdekking. Ik merk dat er in West-Vlaanderen veel geïnvesteerd is in zachte recreatie.

Waarom zou Matthias eens naar Torhout moeten afzakken?

Hilde Crevits: Oh, er zijn zovele redenen. Om te beginnen het erfgoed, dat jou als minister ook zal interesseren. We hebben heel wat kastelen, waaronder het Kasteel van Wijnendale, een domein met een historische waterburcht waar Maria van Bourgondië in 1482 omkwam nadat ze van haar paard was gevallen. Het speelde ook een rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast hebben we een schitterende fietsverbinding naar zee, via de oude spoorweg naar Oostende. En we hebben met Land of Love ook een nieuw muziekfestival dat hopelijk aanknoopt met het rijke verleden van Rock Torhout.

Matthias Diependaele: “We moeten durven op de lange termijn te denken. We mogen de lat hoog leggen.”

En waarom moet Hilde een ommetje maken langs Zottegem?

Matthias Diependaele: Voor de groene schoonheid en de rust van de Vlaamse Ardennen. Als ik ’s morgens mijn kinderen naar school breng, geniet ik nog elke dag van het landschap. Zottegem is de poort tot die Vlaamse Ardennen en ligt op de scheiding van het Denderland, aan de ene kant loopt het regenwater naar de Dender, aan de andere zijde naar de Schelde. Hier kan je wandelen of fietsen om echt tot rust te komen. Wanneer kom je af, Hilde?

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details