Vier jaar lang werd er gewerkt om de oude stroomcentrale Transfo in Zwevegem een nieuwe bestemming te geven. De werkzaamheden zijn intussen afgerond en het resultaat is een multifunctionele, monumentale erfgoedsite van 10 hectare waar wonen, werken en vrije tijd samenkomen. Een lokaal elektriciteitsnet, volledig op gelijkstroom, staat voor een groot deel in voor de energievoorziening en dat is een primeur voor Vlaanderen.
We schrijven eind juni 2020: de Europese Commissie zet het licht op groen voor RE/SOURCED, een Europees project dat mikt op de uitbouw van een circulair en zelfvoorzienend energiesysteem op Transfo, de plek van de oude stroomcentrale in Zwevegem. Het project kreeg een werkingsbudget van 5 miljoen euro en is nu, na vier jaar, afgerond. “De ruggengraat van het systeem is een lokaal distributienet op gelijkstroom, waarbij we hernieuwbare energiebronnen met bronnen van energieopslag verbinden. Het grote voordeel is dat er geen energie door onnodige omzettingen verloren gaat. Dit wordt een toonbeeld op het vlak van lokale klimaatneutraliteit”, legt Donal O’Herlihy, expert voor het Europese programma Urban Innovatie Actions (UIA) uit.
De keuze voor gelijkstroom levert niet alleen een energiebesparing, maar vergt ook minder materiaal. “Je krijgt immers meer capaciteit door dezelfde hoeveelheid kabel”, gaat Donal verder. Aangezien die kabels vandaag een kostbaar goed zijn, is dat financieel gezien interessant. “Iedereen weet dat de energietransitie een noodzaak is om de klimaatdoelstellingen te halen, maar de keerzijde van de medaille is dat er een grotere vraag is naar grondstoffen, zoals staal, koper en lithium. Hier hebben we dat proberen op te vangen door het energiesysteem zo circulair mogelijk te maken. Zo hebben we een materialendatabank van het smartgridsysteem samengesteld zodat we perfect weten welke kostbare grondstoffen aanwezig zijn, zodat hergebruik en recyclage eenvoudiger wordt.”
Het volledige energiesysteem zal daarnaast slim aangestuurd worden met behulp van artificiële intelligentie. “Zo zal het systeem steeds beter weten wanneer de productie zal gebeuren en wanneer verbruik te verwachten is. Op die manier kunnen de energiestromen geoptimaliseerd worden om bijvoorbeeld elektrische wagens flexibel te laden.” Die elektrische voertuigen zijn in het hele systeem een cruciale schakel. “Ze zijn verbruikers maar vormen ook opslag voor overtollige energie. Op momenten van hoge productie, zoals op zonnige middagen, kunnen de voertuigen energie opslaan die later gebruikt kan worden tijdens piekverbruik.”
Op die manier wordt het hele terrein van Transfo dus zelfvoorzienend. “Maar dit verhaal eenvoudig uitleggen is een uitdaging”, vult projectcoördinator Merel Goossens aan. “Heel wat thematieken komen hier immers samen. Daarom hadden we de ambitie om de kennis uit dit project beschikbaar te stellen aan burgers, scholen, verenigingen en geïnteresseerden en het professionele veld. Dat resulteerde in een belevingsparcours, dat uit een infocenter met interactieve installaties bestaat. Outdoor hebben we vooral met speelse installaties gewerkt, zoals een vloer die oplicht wanneer je erop danst en een schommel die je energie meet.”
Ook Vlaamse innovatiecluster voor energie Flux50 zette zijn schouders onder het project, bijvoorbeeld bij de realisatie van een DC-docking station. “Dat is een soort stopcontact op gelijkstroom waar bedrijven en onderzoeksinstellingen nieuwe types van opslag en productie kunnen uittesten. Op die manier is Transfo een proeftuin en zet het de deuren open voor innovatieve bedrijven om mee te testen en te valoriseren. In ieder opzicht is dit een uniek project, waar onderzoeks- en overheidsinstellingen de voorbije jaren uitstekend werk hebben geleverd. Het resultaat is er nu en ik hoop dat het een startpunt is voor een nieuwe golf van technologische innovatie in de energiesector”, besluit Frederic Loeckx.