De maritieme en logistieke wereld blijft vooralsnog een mannenbastion. Toch duiken hoe langer, hoe meer vrouwelijke ondernemers op in de haven. Wij brachten Stéphanie Feys, managing director van goederenbehandelaar en breakbulk specialist Zuidnatie, samen met Tamara Tanghe, co-director bij logistiek en warehousing bedrijf Commodity Centre. Hun ondernemingen worden met dezelfde uitdagingen geconfronteerd, zoals verduurzaming van de logistieke keten en het vinden en houden van het juiste personeel. Als ondernemer hebben ze beiden al een mooi parcours afgelegd: “Als vrouw moet je je nog zo hard bewijzen om je plek te verdienen, maar éénmaal het zo ver is, krijg je respect en kan je ook gewoon je ding doen.”
Stéphanie Feys: Omdat de lijnen die bij ons aanlopen niet puur Amerikaans zijn, is er niet meteen een directe impact voor Zuidnatie. Maar we voelen wel dat de tarievenoorlog die Donald Trump heeft ontketend zenuwachtigheid veroorzaakt bij klanten. Het leidt tot vertraging in de import en export van goederen en de traders zijn daar ongerust over. Anderzijds is de logistiek een globale keten, wat betekent dat er altijd wel een geopolitieke factor meespeelt in onze business. Sinds de coronapandemie zijn we van de ene crisis in de andere beland: na het virus was er de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis, een tekort aan containers, Donald Trump… Ons bedrijf zit nu continu in een wendbare modus, waarbij we altijd wel een oplossing vinden voor de problemen die zich aandienen. Al bij al blijven onze volumes constant. We tellen gemiddeld 350 medewerkers, waaronder een 50-tal vaste havenarbeiders.
Tamara Tanghe: Geopolitiek is er altijd geweest en zal altijd een invloed blijven hebben. We zijn 12 jaar geleden gestart met Commodity Centre in Antwerpen, als behandelaar van cacao, koffie en ander droge voeding. Intussen bieden we ook diensten aan voor metalen. Naar aanleiding van Oekraïne werden we al geconfronteerd met het verbod op de handel in Russisch staal. Nu wachten we af wat de sancties van de VS zullen betekenen voor dat segment. En we houden de vinger aan de pols om opportuniteiten te detecteren. In 2022 namen we de firma Waagnatie over, waardoor we nu ook over een eigen transportafdeling beschikken. We tellen een 20-tal medewerkers op kantoor en tussen de 30 en 50 havenarbeiders per dag.
Stéphanie Feys: Er zijn vele uitdagingen. Maar verduurzaming is een belangrijke focus. We zien een duidelijke push om duurzamer te worden, maar dat komt met kostprijs. En de vraag is wie in de keten zal betalen. Kijk naar het groene staal waar Europa werk wil van maken. Dat product komt er niet van vandaag op morgen, het heeft ook tijd nodig om de markt te veroveren, zodat klanten bereid zijn om de meerkost te betalen. Als goederenbehandelaar is Zuidnatie een tussenpartij waar iedereen veel van verwacht: de klant, het havenbedrijf, de overheid… elk hebben ze hun eigen verwachtingen. En voldoen aan alle regels, tegen een aanvaardbare prijs, dat is een uitdaging die bovenop je gewone bedrijfsvoering komt.
Tamara Tanghe: Helemaal akkoord! De regelgeving verandert heel snel en je moet ze van nabij volgen. Wij zijn een relatief kleine organisatie, dus de impact ervan is groot. Ik zie vooral overregulering vandaag, die heel veel geld kost. Goed ondernemen en tegelijk met al die regels bezig zijn, is niet evident. Men verwacht ook dat we als goederenbehandelaar nagaan of iedereen in de keten compliant is… Wel, dat valt nauwelijks te controleren of af te dwingen. Uiteraard zijn we het eens over het einddoel: we moeten duurzamer worden, maar het moet ook allemaal haalbaar blijven in de praktijk.
Stéphanie Feys: Ik blijf voorstander van het systeem van de havenarbeid en de pool. In onze niche bieden havenarbeiders en breakbulkspecialisten zeker voordelen. We hebben de flexibiliteit dat we 24/7 havenarbeiders kunnen inzetten. Klanten beseffen ook dat ze sneller weer weg zijn omdat we door de expertise van onze mensen heel productief zijn. Maar de evolutie van de loonkosten en de extra’s die we vergoeden, baart wel zorgen. Nu al zie ik dat we soms niet meer kunnen concurreren met havens waar het werk anders georganiseerd wordt. De uitdaging zal er ook in bestaan om onze flexibiliteit te behouden. Het gros van het weekendwerk gebeurt door havenarbeiders die 45 jaar of ouder zijn. Ik hoop dat we nog voldoende jonge mensen zullen vinden die mee in dat systeem willen stappen.
Tamara Tanghe: Havenarbeid impliceert een hogere kost. Het belang van automatisering stijgt dan ook. Ik besef dat sommige havenarbeiders het daar moeilijk mee hebben, dat ze zich minder gewaardeerd voelen als ze bij een machine moeten werken. Maar dit is nu eenmaal de toekomst. Het is een manier om de sterk gestegen loonkosten mee onder controle te houden. Ik hoop dat de fierheid om in de haven te werken overeind blijft, ook bij de volgende generatie. Daar stel ik me soms wel vragen bij. Er gaat terecht meer aandacht naar de balans werk/privé, maar ik hoop dat er mensen zullen blijven opstaan die met volle goesting bereid zijn om een tandje bij te steken, wanneer de nood hoog is.
Stéphanie Feys: We hebben drie opeenvolgende goede jaren achter de rug, onder meer te danken aan de opmars van conventioneel stukgoed. Met het Zuidnatie Slitting Center voegden we extra diensten toe voor onze staalklanten. We hebben ook fors geïnvesteerd in digitalisering, waar we sneller schakelen dan de rest van de havengemeenschap. Daar plukken we nu de vruchten van. Wij blijven een familiebedrijf, met korte beslissingslijnen. Dat stuwt ons ondernemerschap. Het laat ons toe om snel te schakelen, als er onverwachte gebeurtenissen zijn of als een klant iets extra nodig heeft.
Tamara Tanghe: We kunnen terugblikken op mooie jaren. Begin vorig jaar zagen we wel wat leegstand in de magazijnen. Maar sinds april 2024 kennen we een hausse die nog niet gestopt is: ons import/export-volume is het hoogste van de afgelopen 12 jaar. We zien wel een shift in de verwachtingen van onze klanten. Kijk naar de recordprijzen voor koffie en cacao, bijvoorbeeld: men kiest voor minder opslag en verscheept last minute. Het betekent dat we ons meer moeten toeleggen op handling en service. Sowieso hebben we gekozen voor een verbreding van onze markt naar andere producten. Dat we het vertrouwen krijgen van zoveel klanten, heeft te maken met onze flexibiliteit, denk ik. Als familiebedrijf hoeven we niet alles in procedures en regeltjes te vatten. Als er een probleem is, lossen we het gewoon op.
Stéphanie Feys: Er zijn altijd al veel vrouwen in de haven geweest, alleen waren er maar weinig die een leidinggevende rol vervulden. Binnen de werkgeverskoepel CEPA zijn we nu wel in opmars. En dat is een goede zaak, de diversiteit zorgt voor een balans. Als ik kijk naar ons bedrijf, dan heb ik toch mijn eigen klemtonen kunnen leggen in hoe we de organisatie aansturen. Mijn vader zegt nog wel eens dat hij vindt dat we nu een “softe organisatie” zijn geworden, maar we hebben een sterk directiecomité met complementaire mannen en vrouwen, die samen aanpakken wat moet aangepakt worden.
Tamara Tanghe: In een onderneming heb je mannen en vrouwen nodig. Het is als een relatie. Als vrouw heb je nu eenmaal andere inzichten. Als vrouw moet je je wel harder bewijzen om je plek te verdienen. Maar éénmaal je er geraakt, krijg je respect en kan je ook een andere vibe in de organisatie brengen. Denk aan de aandacht voor mentaal welzijn en de balans werk/privé. Hoe meer vrouwen een hogere functie krijgen, hoe makkelijker nieuwe inzichten zullen doordringen. Al geef ik grif toe dat ik het niet had gekund zonder de steun van mijn gezin. Een onderneming leiden is een job die je altijd bezig houdt. Het is niet omdat je de deur van je kantoor dicht trekt, dat het stopt. Mijn man, mijn zoon en mijn pluskinderen weten dat en laten me ook mijn ding doen.