Met 34 jaar beroepservaring op de teller, mag Colin Dewuf (HR Flux) zich een expert ofte een oude rot in de sector van de hr noemen. Hij kan de evoluties in de sector dan ook als geen ander analyseren. Met HR Flux gaat Dewulf ook dieper in op een thematiek die kmo’s en familiebedrijven wel eens links laten liggen. “Elk bedrijf zou een raad van advies moeten hebben.”
Na negentien jaar voor derden te hebben gewerkt, achtte Colin Dewulf vijftien jaar terug de tijd rijp voor een eigen zaak. Vandaag werken de teamleden vanuit twee uitvalsbasissen: Kortrijk en Gent. “Zonder over anderen te willen oordelen, maar ik heb met HR Flux van meet af aan het verschil proberen te maken door een waarden gedreven aanpak”, zegt Colin Dewulf. “Zowel tegenover kandidaten als tegenover bedrijven, is de manier van omgaan met mensen wat mij betreft een doorslaggevende factor. Daarnaast heb ik het ook altijd als mijn handelsmerk gezien om mij te verdiepen in de strategie van een bedrijf. Wie aandacht heeft voor de bredere context, kan de klant ook beter dienen.”
Colin Dewulf zag als zelfstandig hr-expert, de markt ook danig evolueren. “Ik zie een aantal belangrijke trends”, aldus Dewulf. “Een: het belang van branding of marketing. Bedrijven moeten zich bewust zijn dat het imago er toe doet. Meer zelfs: het moet top of mind zijn. Twee: soft skills zijn minstens even belangrijk, zo niet belangrijker geworden dan welk diploma dan ook. Een diploma is niet langer een vrijgeleide voor een job, er moet meer zijn. Drie, en de coronapandemie heeft dat versneld, de intrede van de digitale of online rekrutering. Vier: kandidaten zijn meer dan ooit voorbereid als ze solliciteren. Ze informeren zich vooraf maximaal over het bedrijf dat interesse in hen toont.”
Over de War for Talent heeft Dewulf ook zijn eigen visie. “Ergens is het logisch dat er nu zoveel mankracht te kort is”, vindt hij. “Veel babyboomers verlaten de arbeidsmarkt, en dat laat zich voelen omdat de instroom niet mee evolueert met de uitstroom. Ik raad bedrijven altijd aan meer out-of-the-box te denken en niet bij de pakken te blijven zitten. Eigen opleidingen voorzien en organiseren is een goed idee. Of ook: ambassadeurs aanstellen, een goede retentiepolitiek uitwerken of anticiperen in plaats van te wachten tot een vervanging zich opdringt. Finaal moeten de bedrijven ook leren om alle reserves tegenover andere nationaliteiten aan de kant te schuiven, want net daar schuilen veel mogelijkheden. Ik pleit ook voor een door de overheid gestuurd beleid waarbij de mobiliteit maximaal gestimuleerd wordt. Het kan toch niet dat er in Vlaanderen zoveel vraag is naar goede medewerkers, terwijl er in de Brusselse agglomeratie zoveel werklozen zijn.”
Colin Dewulf breekt ook een lans voor meer raden van advies bij kmo’s en familiebedrijven. “De pijnlijkste vaststelling is dat de bedrijven die het hardst schreeuwen dat ze dergelijk instrument niet nodig hebben, in wezen die bedrijven zijn die een raad van advies het best zouden kunnen gebruiken”, aldus Colin Dewulf. “De tijd van ‘pour vivre heureux, vivons cachés’, is heus wel voorbij, al wil niet iedereen dat ook geweten hebben. Dat maakt het net zo’n moeilijk debat. Het gezegde is bekend dat buitenstaanders de zaken meestal veel scherper zien. Ik roep veel bedrijfsleiders dan ook op kritisch te blijven voor zichzelf en zich open te stellen voor derde adviseurs via de formule van een professionele raad van advies. De meerwaarde daarvan is manifest. Via onderzoek is het bewijs al geleverd dat er een oorzakelijk verband tussen betere balanscijfers en een onafhankelijke (belangrijk!) raad van advies. Want ook dat moet gezegd worden: in zo’n raad kan je maar beter geen vrienden, dichte kennissen of naasten opnemen.”