Wanneer u aandelen koopt van een noodlijdende onderneming, dringen er zich investeringen en herstructureringen op. We gaan ervan uit dat u de aandelen goedkoop heeft kunnen kopen. U neemt aan dat u verder enkel het toekomstige ondernemingsrisico draagt. Maar is uw risico wel beperkt tot de kleine prijs die u betaalde? Helaas niet, blijkt uit deze bijdrage van Jens Rau en Jelle Derammelaere.
We illustreren dit verhaal met een casus. Een holding besluit haar noodlijdende dochter af te stoten door de aandelen ervan te verkopen. De prijs is laag en er worden in het kader van de deal nog intercompany-schulden van de target kwijtgescholden. De koper denkt een zaakje te doen en investeert meteen middelen en tijd in de reorganisatie van de onderneming. Het ziet ernaar uit dat hij het tij zal kunnen keren en dus de onderneming weer rendabel zal kunnen maken. Een goede zaak gedaan?
Intussen is de verkopende holding in zwaar weer geraakt omdat er nog onbetaalde schulden zijn en er – sinds de verkoop van de aandelen – geen andere activa meer zijn om deze te betalen. De koopprijs die de holding ontving, volstaat hoegenaamd niet om de schulden aan te zuiveren. De schuldeisers van de verkopende holding zijn allesbehalve enthousiast over de recente verkoop. En dit probleem van de schuldeisers van de holding zou wel eens het probleem van de koper kunnen worden.
Nog voor het faillissement van de holding kunnen de schuldeisers van de holding immers vorderen dat de verkoop van de (aandelen van de) dochter hen niet tegenstelbaar wordt verklaard. Dit is de zogenaamde “pauliaanse vordering”.
Als aan de voorwaarden van een dergelijke vordering voldaan is, kunnen de schuldeisers van de holding aannemen dat de aandelen ‘voor hen’ nog steeds eigendom zijn van de holding, en dat de verkoop ‘voor hen’ niet geldt. Dit betekent dat deze schuldeisers beslag kunnen leggen op de aandelen voor de schulden van de holding, dat zij deze aandelen finaal ten gelde kunnen laten maken, en dat alle opbrengsten van deze aandelen moeten toekomen aan deze schuldeisers. Als koper verliest u op dat moment de facto uw aandelen en mogelijks ook de gedane investeringen.
Ook ná het faillissement van de holding kan de curator de verkoop van de aandelen niet tegenstelbaar laten verklaren. Dit kan met een vordering tot het terugbrengen van de datum van staking van betaling. Principieel kan die datum van staking van betaling tot zes maanden voor het faillissement worden teruggebracht. Is er echter sprake van een (feitelijke) vereffening van de gefailleerde, dan speelt deze beperking van zes maanden niet.
En laat de verkoop van het enige, noemenswaardige actief van de holding nu net een feitelijke vereffening zijn … Als de aankoop dateert van ná de teruggebrachte datum van staking van betaling, kan de eigendomsoverdracht niet tegenstelbaar verklaard worden aan de boedel en dreigt de koper de aandelen opnieuw kwijt te spelen, alle investeringen en inspanningen ten spijt. En dit kan zich dus nog voordoen tot lang na de aankoop van de aandelen …
Er zijn gelukkig oplossingen om een dergelijk doemscenario te vermijden, mits u deze implementeert vóór de aankoop van de aandelen.
Naast de risico’s die direct het eigendomsrecht over de aandelen bedreigen, zijn er een aantal issues waar u als koper beter aandachtig voor bent. Heeft u het (latente) passief van de vennootschap voldoende in kaart gebracht? Wat als er spreekwoordelijke lijken uit de kast vallen? Kan u dan enkel de – inmiddels failliete – holding aanspreken, of is er een (persoonlijke) zekerheid om eventuele post-acquisitieclaims te waarborgen?
Verder dient u als kersvers bestuurder van de vennootschap onmiddellijk de nodige initiatieven te nemen in het kader van onder meer de alarmbelprocedure teneinde bestuurdersaansprakelijkheid te vermijden.
En wat als u het tij toch niet gekeerd krijgt? Het verderzetten van een reddeloze onderneming kan als wrongful trading aangemerkt worden met opnieuw bestuurdersaansprakelijkheid voor gevolg.
Het is duidelijk dat een ‘koopje’ wel eens een nachtmerrie kan blijken te worden. Het is zaak om u als koper van aandelen op voorhand goed te informeren en te laten bijstaan, zowel voor, tijdens als na de transactie. Ook wanneer de koopprijs beperkt is en u denkt weinig risico te lopen.