“We gaan in dialoog met ondernemingen om bedrijfsruimte vrij te maken” 

Burgemeester Marnic De Meulemeester van Oudenaarde aan het woord  

De historiek van Oudenaarde gaat terug tot de late Middeleeuwen, toen een nederzetting werd gesticht aan de Schelde. De stad veroverde naam en faam in Europa met haar wandtapijtennijverheid. Die werd opgevolgd door de textielindustrie, lange tijd de dominante sector in de Vlaamse Ardennen. Intussen heeft de streek een zeer divers bedrijfsweefsel met zowel multinationals als kmo’s. Burgemeester Marnic De Meulemeester (Open Vld) ziet nog veel potentieel en wil daarom plannen ontwikkelen voor nieuwe bedrijfsruimte op de lange termijn.

Burgemeester, welke factoren bepalen het economische succes van Oudenaarde? 

Marnic De Meulemeester: Ten eerste onze ligging tussen de grote steden Gent en Kortrijk, met de N60 als verbindingsweg naar de E17 en de E40. Die oude steenweg werd 50 jaar geleden opgewaardeerd, als verbinding tussen Gent en de Franse stad Valenciennes. Omwille van de goeie bereikbaarheid is de N60 een economische ader geworden, waarlangs zich heel wat bedrijven hebben gevestigd. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de semiconductorenfabriek BelGaN (ooit een onderdeel van de Alcatel groep), Samsonite Europe, de producent van kabeldraagsystemen Vergokan, het sportieve merk Patrick en de hoofdzetel van de zwembadenafdeling van Willy Naessens. 

Ten tweede is er het samenspel tussen grote ondernemingen en kmo’s. Grote bedrijven zorgen nog altijd voor veel tewerkstelling en doen een beroep op een breed gamma aan toeleveranciers. Ze hebben logistiek nodig, machines, verpakkingen, bedrijfswagens, catering, enzovoort… Dat biedt mooie opportuniteiten voor kleinere ondernemingen met gespecialiseerde producten en diensten. We beschikken daardoor over een heel divers en daardoor veerkrachtig bedrijfsweefsel. 

In welke sectoren of activiteiten ziet u potentieel voor de toekomst? 

Marnic De Meulemeester: Ik ben optimistisch gestemd. Veel van onze bestaande ondernemingen kennen een sterke groei. Daarnaast zie ik kansen voor de dienstensector, de logistiek en hightech starters. Ook duurzaamheid, dat vandaag toch een hot topic is in het bedrijfsleven biedt nog heel wat mogelijkheden. 

Als bestuur willen we die evolutie mee vorm geven. Volgend jaar start de aanleg van ons laatste regionaal bedrijventerrein binnen de huidige ruimtelijke plannen. Bruwaan-Noord is een zone van 11 hectare langs de N60 aan het rondpunt in Eine. Voor de ontwikkeling van dit terrein doen we een beroep op de intercommunale Solva. Die zal zorgen voor een duurzaam ingericht bedrijvenpark met ruime aandacht voor minder verharding, duurzamere gebouwen, gedeelde ­parkings, enzovoort. 

Als dit de laatste industriezone binnen de ruimtelijke plannen is, heeft u op termijn dan nog wel genoeg ruimte beschikbaar om te ondernemen? 

Marnic De Meulemeester: We moeten daar niet flauw over doen: dat is een probleem. We zijn met het provinciebestuur in overleg om te bekijken welke mogelijkheden we kunnen creëren om nieuwe gronden te voorzien. We moeten dat nu doen want zo’n proces neemt heel wat tijd in beslag. Maar als we het gebied langs de N60 bekijken, dan zien we dat het eigenlijk vol zit vandaag. Ik verwacht dat ook Bruwaan-Noord vrij snel volzet zal zijn. 

Intussen blijven we vragen krijgen van kmo’s die willen herlocaliseren of zich in Oudenaarde willen komen vestigen. Op lokaal niveau bekijken we daarom hoe we de huidige bedrijfsterreinen ten volle kunnen benutten. Er zijn immers nogal wat bedrijven die onbebouwde gronden in eigendom hebben. Die hebben ze gekocht met het oog op groei en uitbreiding in de toekomst. We gaan in dialoog met die ondernemers om een deel van die vrije ruimte toch te kunnen gebruiken. Dat is geen makkelijke oefening, maar ik hoop dat we op die manier ook bijkomende terreinen kunnen vrijmaken. 

Op welke manier begeleidt de stad startende ondernemers en startups? 

Marnic De Meulemeester: We hebben ons voorgenomen om deze legislatuur onze dienstverlening aan bedrijven te professionaliseren. We bouwen het bedrijvenloket van de dienst Economie verder uit. Er loopt een aanwervingsprocedure voor een ambtenaar lokale economie die onze dienstverlening aan starters en kmo’s moet versterken. Samen met Voka en enkele collega-gemeentebesturen hebben we ook het vacatureplatform Jobsin.vlaanderen gelanceerd, om bedrijven te ondersteunen in hun rekrutering.

Specifiek voor startende ondernemers hebben we een reglement uitgewerkt dat in een aanzienlijke premie voorziet voor wie een nieuwe zaak start. Dat maakt deel uit van de relancemaatregelen die we als lokale overheid namen naar aanleiding van de coronapandemie.  

En last but not least is er ook het Bedrijvencentrum Vlaamse Ardennen, dat infrastructuur en diensten biedt voor starters, tegen een billijk tarief. Dat is een echt succesverhaal, het is al aan zijn derde uitbreiding toe met een vernieuwing van de bestaande gebouwen. We hebben daar in totaal plaats voor een 40-tal bedrijven. 

Oudenaarde heeft ook een handelsfunctie. Heeft de coronapandemie een blijvende invloed gehad op het lokale bedrijfsweefsel? 

Marnic De Meulemeester: De impact op de industrie is beperkt gebleven. Maar de detailhandel en de horeca in het centrum heeft afgezien. We hebben veel contacten gehad met alle ondernemers, ook via Voka en Unizo. Vandaag merk ik dat de horecasector aan een sterke remonte bezig is, in dat segment wordt de leegstand afgebouwd. We zien onder meer zaken die verhuizen naar ruimere panden. 

De winkels hebben het wel lastig. Een aantal ketens is vertrokken, om verschillende redenen. Nieuwe grote namen aantrekken is niet eenvoudig omdat die meestal een grotere oppervlakte wensen, wat in ons kleine centrum geen evidentie is. Ook de huur van handelspanden is een tijd lang een pijnpunt geweest: de prijzen waren te duur, maar daar merk ik dat het realisme is teruggekeerd. 

Om de leegstand in het centrum tegen te gaan, zullen we als stad alle eigenaars uitnodigen voor een gesprek en nagaan wat de specifieke problemen zijn. Samen met Vlaio geven we nu al een ondersteuning om gevels te renoveren. Dat werpt zijn vruchten af: meerdere eigenaars investeren in een opknapbeurt van hun handelspand. 

Tot slot, waar kijkt u de komende twee jaar nog naar uit, op economisch vlak? 

Marnic De Meulemeester: Oudenaarde is een financieel gezonde stad. We kunnen dus blijven investeren in onze dienstverlening en infrastructuur. De vroegere site van ­Santens op Linkeroever willen we herontwikkelen tot een zone die economische activiteit en wonen combineert. Op de vroegere camping aan de Donkvijver komt volgend jaar een nieuw vakantiepark van de Roompot Groep, dat ruim 200 vakantiewoningen zal tellen. Dat zal stimulansen geven aan de bouwsector, het toerisme en de lokale handel en voor nieuwe jobs zorgen. Met de verhuis van het Centrum Ronde van Vlaanderen naar de Abdij van Maagdendale creëren we een nieuwe hub voor wieler­fanaten. De ­Ronde is een belangrijk uithangbord voor onze stad, en het nieuwe centrum zal de aantrekkingskracht van de Vlaamse ­Ardennen als regio voor fietstoerisme ­verder versterken.  

En dan hopen we dat de werken voor de doortrekking van de N60 in Ronse, waarvoor de Vlaamse regering nu eindelijk een tracé heeft gekozen, effectief opgestart zullen worden. Ook voor Oudenaarde is dat immers van belang.