Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
Eurometropool Rijsel-Kortrijk-Doornik is 15 jaar jong
Loïc Delhuvenne: “De lokale besturen langs de Frans-Belgische grens praten te weinig met elkaar. Wij willen het uitwisselen van informatie bevorderen.”

Eurometropool Rijsel-Kortrijk-Doornik is 15 jaar jong

“We hebben een permanente dialoog in en over de regio nodig”

In 2008 werd de Eurometropool Rijsel-Kortrijk-Doornik formeel opgericht. Het samenwerkingsverband, dat diverse publieke instanties, experts en middenveldorganisaties verenigt in een overlegstructuur, heeft tot doel om contacten en informatie-uitwisseling over de grenzen heen te faciliteren. Een aantal concrete projecten maakt ook visibel wat Europa en meer samenwerking betekent voor de 2,2 miljoen inwoners. 

De landsgrens tussen België en Frankrijk en de taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië bestaan niet enkel op papier, maar blijken nog vaak een echte belemmering in de geesten te vormen. Een concreet voorbeeld: hoewel Vlamingen wel boodschappen doen bij Auchan net over de grens, kennen ze Noord-Frankrijk voor de rest niet echt. Ook Doornik lijkt in de perceptie soms buitenland, hoewel het dichter bij Kortrijk ligt dan Brugge. 

Veel geduld, overleg en vertrouwen nodig

Om de contacten in de grensregio Rijsel-Kortrijk-Doornik te intensifiëren zag al in de jaren ‘90 het idee voor een ‘Eurometropool’ het licht. Onder impuls van voluntaristische politici als Stefaan De Clerck, Rudy Demotte en Pierre Mauroy kwam een concreet project en vaste structuur tot stand. Met middelen van de EU werd in 2008 de eerste EGTS, Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking, opgericht. 

Na een beloftevolle start, moest de organisatie blijven laveren tussen verschillende politieke niveaus, uiteenlopende visies en andere culturen. In een recent interview met Made in West-Vlaanderen zei grondlegger Stefaan De Clerck daarover: “Het blijft onvoorstelbaar hoe onwetend we zijn over wat er op 15 kilometer van ons gebeurt. Het vraagt zeer veel geduld, overleg en vertrouwen om de complexe staatsstructuren langs Belgische en Franse kant te overtuigen om gemeenschappelijk te handelen. De Eurometropool is onmisbaar, alleen moet het enthousiasme van de beginjaren terug komen.”

Toch heeft de Eurometropool zijn bestaansreden verworven. En op een aantal vlakken werd wel degelijk een steen in de rivier verlegd. Algemeen directeur van het Agentschap van de Eurometropool Loïc Delhuvenne: “Een belangrijk actieterrein heeft te maken met het water. Bronnen en waterlopen kennen nu eenmaal geen grenzen en de problematieken zijn zowel in Frankrijk als België dezelfde: bronnen beschermen, waterkwaliteit en -bevoorrading garanderen en het behoud van de fauna en flora.”

De Blauwe Ruit omvat een fietsroute van 90 kilometer die in één of twee dagen kan afgelegd worden en langs jaagpaden de belangrijkste bevaarbare waterlopen aandoet.

Het Blauwe Park

Daarom werd het Blauwe Park van de Eurometropool in het leven geroepen. “In onze regio stromen liefst 5440 kilometer waterlopen, waarvan 300 bevaarbaar zijn. Het zorgt dat we een aantrekkelijke open ruimte hebben, die mensen over de grenzen heen samen brengt. Daarom bekijken we enerzijds met bestuurspartners en technici welke oplossingen er zijn voor problemen die we gezamenlijk hebben. En daarnaast zetten we ons in om het Blauwe Park concreet zichtbaar te maken”, geeft Delhuvenne mee. 

Met kennisinstellingen werd bijvoorbeeld de hele zone in kaart gebracht. “We lanceerden ook de Blauwe Ruit, een fietsroute van 90 kilometer langs waterlopen, die in één of twee dagen kan afgelegd worden en via jaagpaden de belangrijkste bevaarbare waterlopen aandoet: de Schelde, de Leie, de Deule, het Kanaal Bossuit-Kortrijk, het Spierekanaal en Kanaal van Roubaix.” Die toeristische ontsluiting is één van de meest concrete realisaties van de Eurometropool.

Kortdurig Erasmus-traject

Een tweede domein waar resultaat werd geboekt, is dat van het overleg tussen lokale politici. Het Agentschap van de Eurometropool brengt burgemeesters en schepenen van de 23 gemeenten aan de Frans-Belgische grens twee keer per jaar fysiek bij elkaar en organiseert ook online overleg. Loïc ­Delhuvenne: “Die lokale besturen praten te weinig met elkaar. Wij willen het uitwisselen van informatie bevorderen. Op die manier horen ze over elkaars plannen voor ruimtelijke ontwikkeling of kunnen ze ervaringen uitwisselen rond problemen met afval of water, bijvoorbeeld. Met dit overleg willen we eigenlijk een permanente dialoog in en over de hele regio op gang brengen.”

Ook rond onderwijs zijn er al een tijd grensoverschrijdende contacten. Eén van de meest recente projecten die in de steigers staan, is de creatie van een ‘Erasmus Eurometropolitan’. “De EU heeft ons geselecteerd om een kortdurig Erasmustraject te ontwikkelen voor studenten die een internationale ervaring willen opdoen. We bekijken samen met een onderwijsinstellingen zoals Howest, Vives, UCLouvain Tournai en Sciences Po Lille welke opleiding hiervoor in aanmerking zou kunnen komen. Idealiter vinden we een richting die in meerdere hogescholen wordt aangeboden, zodat de student de hele regio beter leert kennen. Het overleg is lopend, we hopen dit tegen 2026 rond te hebben”, besluit Loïc Delhuvenne.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details