Burgemeester Bert Maertens van Izegem aan het woord

“Ik verwacht veel van de opwaardering van het kanaal Roeselare-Leie”

Izegem, ook bekend als borstelstad of schoenenstad, ligt in het hart van West-Vlaanderen. Met een oppervlakte van zo’n 25 vierkante kilometer en 29.000 inwoners is het een kleinere stad. Maar het bruist van de economische activiteit aan de oevers van de Mandel. Sinds 2013 is Bert Maertens (N-VA) er burgemeester. Hij houdt een nauw contact met de ondernemingen en hoopt dat het Ventilus-dossier geen negatieve impact zal hebben op de bedrijvigheid. Voor de komende jaren ziet de burgervader nog veel potentieel in de binnenvaart. 

Burgemeester, wat zijn de sectoren waarin Izegem uitblinkt? 

Bert Maertens: Ik ben fier dat we in verschillende niches bedrijven hebben die tot de Europese of zelfs de wereldtop behoren. Van oudsher zijn we bekend om onze borstels, wel, vandaag hebben we met Boucherie nog steeds een Europees topbedrijf dat machines maakt voor producenten van allerhande borstels. Nog in de maakindustrie denk ik onder meer aan Winsol, producent van zonwering en buitenschrijnwerk, en de dierenbenodigdheden van Moderna, een familiebedrijf dat wereldwijd actief is. In de voedingsindustrie hebben we met Cargill en Vandemoortele grote namen in huis. En uiteraard zijn er Skyline en Televic, twee topbedrijven in de technologische sector, en vele anderen in diverse economische sectoren. 

De meeste van die bedrijven hebben al een lange traditie. Waarom is de stad zo aantrekkelijk voor hen? 

Bert Maertens: Om te beginnen: onze ligging, centraal in West-Vlaanderen, pal naast de E403, met een zeer goede ontsluiting naar Kortrijk en Brugge, naar alle hoeken van de provincie en ook richting Oost-Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Aansluitend daarbij is er tevens de spoorverbinding Brugge-Kortrijk, die ook een troef is voor werkgevers. Toen ik 10 jaar geleden burgemeester werd, vroeg ik aan Televic-CEO Lieven Danneels wat we als bestuur konden doen voor grotere ondernemingen. Hij gaf me de raad om van Izegem een aantrekkelijke stad te maken, voor wie er woont en werkt, met bijvoorbeeld mogelijkheden om je te ontspannen over de middag. Ook dat helpt onze bedrijven om mensen aan te trekken. 

Wat zijn de klemtonen die u legt in het lokale economische beleid? 

Bert Maertens: We hebben geen specifieke bedrijfsbelasting, die is afgeschaft in de vorige legislatuur. We hebben een goed draaiende Dienst Economie die bedrijven ondersteunt en rond het handelscentrum ook heel wat zaken organiseert. Voor onze industrie zetten we in op een betere mobiliteit, met veel aandacht voor het woon-werkverkeer. We hebben er een prioriteit van gemaakt om naar en in de bedrijventerreinen betere en veiligere fietspaden te voorzien. Elk bedrijf in de stad ligt eigenlijk op fietsafstand van het station, dus ook voor mensen van buiten Izegem biedt de fiets een goed alternatief voor de wagen. Bovendien geloof ik sterk in de modal shift, om nog meer trafiek te vervoeren via het spoor en via de binnenvaart. Op dat vlak biedt het kanaal Roeselare-Leie nog veel onbenut potentieel. 

Om dat potentieel te kunnen benutten, is er wel een upgrade van het kanaal nodig. Wordt daar al aan gewerkt? 

Bert Maertens: Dat klopt, er zijn heel wat werkzaamheden nodig. Maar er is een masterplan voor de modernisering en de eerste budgetten zijn voorzien. Om te beginnen moeten de kaaimuren worden hersteld en uitgebreid, om te vermijden dat ze wegzakken. Voorts moet het kanaal worden uitgediept en zullen diverse bruggen in de regio verhoogd moeten worden. Het gaat onder meer om de brug in Emelgem en de ­Centrumbrug in Izegem. In 2023 zal de Centrumbrug alvast worden gerenoveerd.
Ik kijk uit naar die werkzaamheden, omdat we samen met de Vlaamse overheid van de gelegenheid gebruik zullen maken om nieuwe fietspaden en natuur aan te leggen. Als de hele opwaardering achter de rug is, vermoedelijk pas binnen 10 jaar, – we spreken over een investering van 270 miljoen euro – zullen binnenvaartschepen met drie lagen containers hier kunnen passeren. Daarmee kunnen we heel wat vrachtwagens van de weg halen! 

Wat heeft Izegem te bieden voor startende ondernemers en start-ups? 

Bert Maertens: We werken niet met grote premies of subsidies, omdat de impact daarvan finaal beperkt is. Enkel voor het versterken van het kernwinkelgebied zijn er een aantal incentives. Voor startende ondernemers vervullen we vooral een informatieve en doorverwijsfunctie. We nemen deel aan de actie ‘Start & Go’ van de POM West-Vlaanderen en houden nauw contact met Unizo en VOKA, die ook starters begeleiden. En we helpen bedrijven die zelf initiatieven nemen. Ik denk dan aan Skyline Communications dat een tweede kantoortoren heeft kunnen bouwen, met faciliteiten voor o.a. startende techbedrijfjes zoals Book’u.

Izegem is een relatief kleine stad. Heeft u nog ruimte voor nieuwe bedrijven? 

Bert Maertens: Eigenlijk zijn we volgebouwd en we hebben amper nog agrarisch gebied. Uit een studie van het provinciebestuur is nog een mogelijke zone voor bedrijvigheid gekomen, langs de E403 op de wijk De Mol. Maar daar is protest tegen. We zouden voor de ontsluiting ervan ook via het grondgebied van Roeselare moeten gaan. Ik denk dat er nog een drietal grote sites zijn die we kunnen herbestemmen voor bedrijven, en waar op middellange termijn ruimte kan komen voor een kleinere kmo-zone of bedrijfsverzamelgebouw. Maar het is wel duidelijk dat we meer en meer in de hoogte zullen moeten bouwen om de ruimte beter te benutten. 

Op welk economisch project bent u het meeste trots?

Bert Maertens: Ik ben zeer gelukkig dat we een oplossing gevonden hebben voor Moderna, toen het bedrijf nood had aan uitbreiding. Op hun toenmalige locatie kon dat niet en CEO Bart Bonte dacht daarom aan een verhuizing buiten Izegem. Ik heb hem toen in contact gebracht met de eigenaars van een slapende vroegere houthandel. Beide partijen zijn tot een akkoord gekomen en zo heeft Moderna alsnog in onze stad een state-of-the-art nieuwbouw kunnen zetten, met hoogbouw en veel aandacht voor duurzaamheid. Daardoor hebben we toch een honderdtal jobs in Izegem kunnen houden. 

Welke projecten met belang voor de bedrijven wil u nog in deze legislatuur realiseren? 

Bert Maertens: In de Industriezone Ambachtenstraat gaan we zo’n twee kilometer straat heraanleggen als gevolg van rioleringswerken. Dat zal tijdelijk voor hinder zorgen, maar we bekijken met de bedrijven tegelijk hoe we de toegang tot die zone kunnen optimaliseren en aantrekkelijker maken. Er komen ook hier afgescheiden fietspaden. Voorts kijk ik uit naar het nieuwe brugpark dat aan de Centrumbrug komt in 2023 en het bos dat we aan de Lodewijk de Raetlaan gaan aanplanten, waardoor we meer groen voorzien vlakbij de ondernemingen. 

En in welke dossiers moeten er knopen worden doorgehakt om van deze regio een nog betere ondernemende regio te maken? 

Bert Maertens: Dan kunnen we uiteraard niet om Ventilus heen. We wachten nu op de beslissing over het uiteindelijke tracé, die in februari 2023 zou vallen. Iedereen beseft dat het hoogspanningsnet versterkt moet worden en we weten dat het ook voor bedrijven van belang is. Maar we moeten ook oor hebben voor hun verzuchtingen. Ik heb me op Vlaams niveau hard ingezet om een compensatieregeling af te dwingen voor bedrijven, naast de reeds bestaande regeling voor landbouw en woningen. Dat is intussen verworven. Ik hoop wel dat we geen bedrijven zullen laten vertrekken omwille van dit project. Dat zal belangrijk zijn bij het bepalen van het traject. En daarnaast hoop ik dat we op regionaal niveau nog voldoende ruimte vinden in de streek van Izegem, ­Roeselare en Tielt voor nieuwe bedrijven. Dat vergt een structurele oplossing, want de vraag blijft groot.