Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
Burgemeester Jan Seynhaeve van Wevelgem aan het woord
Jan Seynhaeve is al 20 jaar burgemeester van Wevelgem.

Burgemeester Jan Seynhaeve van Wevelgem aan het woord

“We willen het ondernemerschap een boost geven met een préstartersdag” 

Met zo’n 32.000 inwoners is Wevelgem één van de grotere gemeenten in West-Vlaanderen. Door haar ligging aan de Leie kon ze welvaart opbouwen dankzij de vlasnijverheid. Toen die teloor was gegaan, bouwde zich een divers bedrijfsweefsel uit met één van de eerste industriezones van de regio in de jaren 1960. Vandaag is Wevelgem een welvarende gemeente, waar Jan Seynhaeve (CD&V) dit jaar zijn 20-jarig burgemeestersambt viert: “Er gebeuren fantastische dingen in onze bedrijven en we mogen daar best wat vaker mee uitpakken.”

“Ons Strategisch Economisch Plan 2021-2024 voorziet in 29 concrete acties om de lokale economie te bevorderen.”

Wat maakt van Wevelgem een aantrekkelijke gemeente voor bedrijven?

Jan Seynhaeve: We zijn een gemeente die bij wijze van spreken gemakkelijk bereikbaar is ter land, ter zee en in de lucht. We liggen vlakbij Kortrijk met goeie verbindingen via de E403 en de R8 en via de E17 ligt Frankrijk naast de deur. De Leie biedt mogelijkheden voor de binnenvaart en we zien dat hoe langer hoe meer bedrijven daar gebruik van maken. En de regionale luchthaven kan voor sommige ondernemingen ook een rol vervullen. 

Daarnaast hebben we onze twee grote industrieterreinen Wevelgem-Zuid en Gullegem-Moorsele, waar je zowel grote, internationaal georiënteerde bedrijven als typische familiale kmo’s vindt. Die bedrijven zijn actief in een brede waaier van sectoren en geven nog altijd blijk van een sterke ondernemersgeest. De groei van de ene onderneming creëert opportuniteiten voor de andere.

Is er nog ruimte beschikbaar voor uitbreiding of voor nieuwe bedrijven? 

Jan Seynhaeve: De grote industriezones zijn uitverkocht. Ze strekken zich nu uit tot aan de grenzen van onze gemeente. Bij de laatste uitbreiding in Gullegem-Moorsele, goed voor 50 hectare, was er een grote vraag naar logistieke ruimte. Op dat moment hebben Lidl en DHL zich hier gevestigd. Extra ruimte voor grootschalige ontwikkelingen is er nu niet meer. We proberen wel met privé-eigenaars te kijken of er mogelijkheden zijn om kmo-units te creëren. En indien er bedrijven zijn die verhuizen, proberen we vraag en aanbod naar ruimte te matchen.

“Wij geloven in een toekomst voor de luchthaven, in de mate dat hij effectief de economie dient.” ‘(Beeld: Kortrijk Airport)

Wat typeert de Wevelgemse economie? 

Jan Seynhaeve: Naast logistiek blijft de maakindustrie een zeer belangrijke sector. Ik denk dan bijvoorbeeld aan LVD, dat hier al zeer lang gevestigd is, maar ook aan DeltaLight of BoPlan, twee bedrijven die het ook internationaal waarmaken. De grootste private werkgever is nog altijd Alpro, het voedingsbedrijf dat sojaproducten produceert. Misschien atypisch, maar ook een belangrijke speler in zijn sector is het cateringbedrijf Hanssens. En ik zou nog wel even kunnen doorgaan… We hebben zoveel mooie ondernemingen op ons grondgebied. Als bestuur zijn we daar blij om: het geeft ook een goede risicospreiding, omdat we voor tewerkstelling niet afhankelijk zijn van één grote speler. 

Hoe houdt u de vinger aan de pols van de lokale economie?  

Jan Seynhaeve: We hebben een traditie om met ons schepencollege maandelijks een bedrijf te bezoeken. Zo houden we nauw contact en zien we ook welke noden er zijn, waar we eventueel ondersteuning kunnen leveren. Wat mij bij die bedrijfsbezoeken opvalt, is de innovatiekracht van onze ondernemingen. Er wordt hard gewerkt aan nieuwe producten, betere processen, digitalisering… We zijn steeds verwonderd over waar men allemaal mee bezig is. Er gebeuren fantastische dingen in de bedrijven, maar ze blijven te bescheiden. 

We mogen daar als West-­Vlamingen best wat vaker mee uitpakken. Het is belangrijk dat de innovatie voortgaat, zodat we de toekomst van de maakindustrie – en de daarbij horende tewerkstelling – kunnen ­verzekeren.

“De huidige industriezones zijn uitverkocht. Er is geen ruimte meer voor nieuwe grootschalige ontwikkelingen.”

Hoe ondersteunt de gemeente startende ondernemers? 

Jan Seynhaeve: Om te beginnen is het Bedrijven­Centrum Kortrijk hier gevestigd: een ideale plek waar starters ruimte kunnen vinden om hun bedrijf door de eerste fase te krijgen. Uiteraard is de administratie er om mee te zoeken naar oplossingen voor bedrijven die zich melden. Daarnaast zijn we als gemeentebestuur aan het kijken hoe we specifieke acties kunnen opzetten om starters een duw in de rug te geven: moet dat via een subsidie, advies of ander instrument zijn? Daar zijn we nog niet uit. 

Met de cel Economie werken we aan een préstartersdag, waar mensen met een ondernemende drive hun ideeën kunnen aftoetsen bij experts, zodat ze een boost krijgen. Dat initiatief willen we in nauwe samenwerking met partners concretiseren. 

Welke andere accenten legt u in het economisch beleid? 

Jan Seynhaeve: Bij de start van de legislatuur hebben we een ‘Strategisch Economisch Plan 2021-2024’ uitgewerkt. Dat gebeurde in nauwe samenspraak met de Economische Raad. Alles samen worden in dat plan 29 concrete acties voorzien in vier domeinen: we willen onze handelskernen versterken en de leegstand aanpakken, we willen drempels verlagen om nieuwe ondernemers aan te trekken, we versterken onze communicatie naar ondernemers maar ook naar potentiële klanten en last but not least willen we inspelen op nieuwe trends zoals bijvoorbeeld duurzaamheid of co-creatie. 

Een voorbeeld van wat we concreet realiseren, is de vrachtwagenparking voor de zone Gullegem-Moorsele. We bekijken ook mogelijkheden om een vorm van shared services te organiseren in de industriezones, diensten die gegroepeerd kunnen worden in een klein gebouw. 

“Wat mij bij die bedrijfsbezoeken opvalt, is de innovatiekracht van onze ondernemingen.”

Het succes van Wevelgem, met groeiende bedrijven en een groeiend aantal inwoners, heeft als keerzijde wel dat de files toenemen. Hoe wil u de mobiliteit aanpakken? 

Jan Seynhaeve: Het verkeer wordt steeds drukker, dat weten we. Bovendien voelen we momenteel de impact van de werkzaamheden voor de trompetaansluiting R8-A19. Heel wat automobilisten zoeken alternatieve routes, met extra druk op de lokale wegen tot gevolg. Maar we zijn enthousiast dat er na al die jaren eindelijk een oplossing komt voor dat kruispunt. 

We blijven ook vragende partij voor een nieuwe afrit voor de industriezone Gullegem-Moorsele in die buurt. Als je van de R8 komt en richting Brugge-Ieper rijdt, is de huidige afrit geen ideale situatie. We willen die aansluiting wat verderop maken, omdat het zowel wat doorstroming als verkeersveiligheid tot een betere situatie zou leiden. 

We onderzoeken met de Vlaamse overheid en de provincie ook een heraanleg van de gewestweg N8 Kortrijk-Bissegem. Dit is de enige toegang tot de zone Wevelgem-Zuid, maar ze is erg filegevoelig onder meer omdat er veel baanwinkels gevestigd zijn. Het idee is om de winkelparkings te groeperen zodat er minder op- en afritten aansluiten op de N8. Momenteel loopt de ontwerpstudie, we blijven ijveren dat de oplossing fundamenteel is en de doorstroming ten goede komt. 

Jan Seynhaeve: “Ik ben zeer trots op de revitalisering van de industriezone Gullegem-Moorsele, een project waarin we 20 miljoen euro hebben geïnvesteerd.”

Op welk economisch project bent u het meeste trots?

Jan Seynhaeve: Zonder twijfel de revitalisering van de industriezone Gullegem-Moorsele. Dat bedrijventerrein bestond uit een nieuw gedeelte en een oudere zone, waarvan de infrastructuur eigenlijk versleten was. We hebben 20 miljoen euro geïnvesteerd in een herinrichting: nieuwe rioleringen, een nieuw wegdek, bijkomende ronde punten, groenvoorziening, vrijliggende fietspaden… Er werd ook een oud stort opgeruimd. De bedrijven zijn heel tevreden met die nieuwe omgeving, die de hele zone nu dezelfde uitstraling geeft. 

Tot slot: onlangs was er goed nieuws voor de luchthaven van Wevelgem. De Vlaamse overheid wil die verder laten ontwikkelen als zakenluchthaven. Hoe ziet de gemeente dat? 

Jan Seynhaeve: De luchthaven is een heikel thema. Maar hij is er nu eenmaal en we zien dat daar toch business wordt gedaan. Wij geloven in een toekomst voor de luchthaven, in de mate dat hij effectief de economie dient en niet enkel voor pleziervluchten wordt gebruikt. Als je ziet wat er nu allemaal op til is rond drones en helikopters, dan zou het dom zijn om de luchthaven zomaar op te geven. Het uitgangspunt voor de gemeente blijft wel dat de activiteiten verenigbaar moeten zijn met de buurt en het milieu.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?