“Kennis en expertise ten dienste van de maatschappij”
Sinds 1 december is Werner Annaert de nieuwe administrateur-generaal van de OVAM. Een aanstelling die misschien wel als een verrassing kwam. Niet in het minst voor de man zelf, want tot op de laatste snik twijfelde hij om zich kandidaat te stellen voor de functie. “Wat me uiteindelijk er deed voor gaan? Ik ben 50 geworden. De kennis en expertise die ik tijdens mijn loopbaan heb opgedaan wil ik nu ten dienste stellen van de maatschappij om te bouwen aan een circulaire toekomst.” Een gesprek over wat de belangrijkste accenten voor de komende jaren zullen worden.
Sinds het pensioen van Henny De Baets in april was er een vacuüm aan de top van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij. Christof Delatter hield weliswaar de stoel warm, maar met de aanstelling van Werner Annaert is het tijd om weer vooruit te kijken. Dat hij de sector op zijn broekzak kent, was duidelijk een troef. “Ik heb me al aan elke kant van de tafel bevonden in de recyclagewereld”, opent Annaert. “Het heeft me de contacten gegeven om ook in deze functie een verzoenende rol op te nemen. Want die overlegcultuur zit toch sterk in het DNA van de OVAM.” Maar bovenal geeft het een beter inzicht waar bepaalde houdingen in dossiers vandaan komen. “Een leerrijk proces dat me bovendien helpt om mijn eigen standpunten beter te stofferen. Want uiteindelijk trekken we met de sector allemaal aan dezelfde kar: bouwen aan een betere wereld en toekomst. Ik ben vastberaden om alles wat ik al geleerd heb mee in de schaal te werpen om dat te bereiken.”
Maar vooraleer die circulaire economie een feit wordt, zijn er nog wat uitdagingen te overwinnen. Annaert identificeert drie hefbomen om de volgende stappen te kunnen zetten. “Hoewel in een circulaire maatschappij afval weer een grondstof wordt, begint alles met het voorkomen van afval. Een gevoelig thema misschien, want houdt de recyclagesector dan wel voldoende materiaal over om haar installaties te laten draaien? We zijn er als OVAM rotsvast van overtuigd van wel. Neem nu al dat overtollige verpakkingsmateriaal. Een doorn in het oog van steeds meer consumenten, maar ook van steeds meer recyclagebedrijven.”
Ten tweede wijst Annaert op het belang van kwaliteit. “Essentieel in recyclage om tot hoogwaardige toepassingen te komen. Dus zullen we nog verder moeten inzetten op de hele keten mee in bad trekken. Om tot productontwerpen te komen die afval vermijden en die het makkelijk aan de bron te sorteren maken. Dat zal de nodige creativiteit vragen van alle stakeholders, bijvoorbeeld voor compactere containers op werven. Maar ik geloof in die kracht.”
Een derde voorwaarde om de circulaire economie alle kansen tot slagen te geven is de handhaving. “Iets waar ik een sterke samenwerking met onze collega’s van Handhaving voor nastreef. Je hebt de stok nodig voor wie denkt dat de regels niet gelden. Enkel met een waterdichte handhaving kan je verzekeren dat er geen oneerlijke concurrentievoordelen ontstaan. OVAM heeft zelf beperkte handhavingsbevoegdheden, maar er is een prima samenwerking met de Vlaamse omgevingshandhaving.” Zo gebeurden er tussen november 2021 en 2022 ongeveer 700 inspecties. In 58% van de gevallen werden sorteerfouten vastgesteld. “Sinds 1 januari zijn er weer strengere regels in voege. Ook de controles zullen worden aangescherpt. Maar we willen vooral communiceren en sensibiliseren, zodat de sector zijn verantwoordelijkheid neemt. Dat mag gerust met eigen systemen van interne audits. Het is in ieder belang dat er een eerlijke concurrentie heerst.”
Op die manier hoopt Vlaanderen zijn rol als koploper in recyclage verder te zetten. “We doen het goed, maar we mogen er niet zomaar van uit gaan dat alles al verworven is. We moeten ons blijvend ambitieuze doelen opleggen om zoveel mogelijk materiaal uit het restafval te krijgen voor een hogere valorisatie. Maar 100 kg per inwoner meer in 2030. Daar ligt de lat”, vertelt Annaert. Toch mogen we zeker trots zijn op alles wat er al verwezenlijkt is. De OVAM wil van het EU-voorzitterschap van België (eerste helft 2024) gebruik maken om onze knowhow in de verf te zetten. Annaert wijst onder meer naar de Bodemrichtlijn als voorbeeld. Maar ook de inspanningen om Vlaanderen asbestveilig te maken mogen zeker gezien worden. “Als OVAM zijn we de gatekeeper van een gezond materialenbeleid. We moeten erover waken dat gevaarlijke stoffen veilig uit de maatschappij verdwijnen. Niet alleen asbest, maar ook PFOS, stikstof, CO² … We willen daarin een rol als katalysator opnemen en doen ook een oproep naar die creativiteit en innovatiekracht in de sector om steeds tot nieuwe oplossingen te komen die de grens wat verder leggen. Zoals we nu bijvoorbeeld al de cirkel voor petflessen in eigen land kunnen sluiten.”
Daarmee raakt Annaert meteen ook aan een heikel thema. Plastic afval blijft de gemoederen beroeren. De Europese Commissie verstrengde recent zijn regels omtrent transporten nog. “Maar ook textiel en end-of-life voertuigen zien we als probleemstromen. Als we niet op een berg afval willen blijven zitten of deze problematieken verleggen naar andere landen, moet er ingegrepen worden. Met strenge regelgeving enerzijds, die kan de meest nefaste activiteiten een halt toe roepen. Anderzijds zijn er nieuwe initiatieven nodig om meer uitwegmogelijkheden te bieden voor deze stromen. Met bijvoorbeeld Vlaanderen Recyclagehub proberen we daar de juiste stimulansen tegenover te zetten.”
Genoeg werk op de plank dus voor Annaert het komende jaar. Toch stelt hij zichzelf nog een bijkomende persoonlijke uitdaging. “Om de OVAM nog ‘meer smoel’ te geven. Er zit hier zoveel deskundigheid en ervaring onder één dak. Maar het is niet altijd voor iedereen even duidelijk wat we precies doen. Als ik dat in mijn eerste jaar kan helpen visualiseren en de mensen achter de organisatie en al hun kennis tonen, zal ik een bijzonder tevreden administrateur-generaal zijn.”