“Hopelijk een nieuw bedrijventerrein op de plek van Bekaert tegen eind 2024” 

Burgemeester Kurt Windels van Ingelmunster aan het woord  

Op de as tussen Brugge en Kortrijk speelde de gemeente Ingelmunster al in de middeleeuwen een rol van belang. Het Kasteel van Ingelmunster, dat op de plek van een historische burcht uit 1075 werd gebouwd, herinnert nog aan die periode. Omdat de gemeente bij de grote fusie van 1977 niet samenging met andere gemeenten, heeft ze vandaag een beperkte oppervlakte en zo’n 11.500 inwoners. Kurt Windels (De Brug – N-VA – Open Vld) is er burgemeester sinds 2013: “Een fusie zal op termijn onvermijdelijk zijn. Maar we hebben de komende jaren nog genoeg plannen te realiseren onder de kerktoren.”

Mijnheer de burgemeester, welke bedrijvigheid vinden we in uw gemeente?  

Kurt Windels: Ingelmunster heeft een beperkte oppervlakte, amper 16 vierkante kilometer. Dat is een stuk kleiner dan de meeste omliggende gemeenten. Maar we liggen centraal in de regio, vlakbij Roeselare en Kortrijk en we beschikken over goede verbindingen via het spoor en het kanaal Roeselare-Leie. Wij zijn typisch een gemeente van kmo’s en zelfstandigen die hun zaak door de jaren heen hebben uitgebouwd. Je vindt hier dus nogal wat bedrijfsverzamelgebouwen met kleinere units van pakweg 100 tot 150 m². 

Grote industrie hebben we niet meer, sinds staaldraadproducent Bekaert in 2020 besliste om zijn fabriek te sluiten. Het gemeentebestuur en het woonzorgcentrum zijn de grootste werkgevers. Ons divers bedrijfsweefsel zorgt wel voor veel tewerkstelling. 100 kmo’s samen, dat zijn immers ook een pak jobs. 

Hoe ziet u de economie in uw gemeente evolueren?

Kurt Windels: We hebben nog altijd een sterke landbouwgemeenschap, die uiteraard nauw verbonden is met de groentesector in de regio en de veiling. Het aantal actieve boeren is weliswaar verminderd, maar we zien dat er een herverkaveling en schaalvergroting bezig is in de sector. Dat is een noodzaak om als landbouwbedrijf rendabel te blijven en te kunnen voldoen aan alle regelgevingen. Een andere tendens is dat er nog altijd nieuwe vaklui en handelszaken bijkomen. Ik stel met plezier vast dat ondernemers nog altijd specifieke niches ontdekken waarin ze kunnen uitblinken. Ik denk bijvoorbeeld aan Sablé Breton Bakery, dat zich heeft toegelegd op artisanale taartbodems in zanddeeg. Daar werken intussen een tiental mensen, en ze zijn volop aan het uitbreiden. 

U verwees naar het kanaal Roeselare-Leie. Heeft dat nog economisch belang voor Ingelmunster?

Kurt Windels: De industriële activiteit rondom het kanaal zit vooral geconcentreerd tussen Oostrozebeke en Wielsbeke en tussen Izegem en Roeselare. Bij ons is er bijna geen harde economie meer gelinkt aan het kanaal. Maar we werken wel aan een plan samen met de Vlaamse Waterweg om het toerisme op en rond het kanaal nieuwe impulsen te geven. We willen een “Park aan het water” ontwikkelen van aan de grens met Izegem tot aan Oostrozebeke. Als we die beleving naar een hoger niveau tillen met watergebonden activiteiten en recreatie naast het kanaal, zal dat nieuwe kansen geven aan horeca en toerisme. Daar kunnen we nog in groeien. Ingelmunster heeft bijvoorbeeld een mooi aanbod van cafés, maar we zouden graag wat meer eetgelegenheden zien, van eenvoudige brasserie tot het betere restaurant. 

Ruimte om te ondernemen is in vele gemeenten een probleem. Is er bij u nog ruimte beschikbaar voor nieuwe bedrijven?

Kurt Windels: We kennen het ruimtegebrek, zeker als gemeente met een beperkte oppervlakte. Daarom kiezen we bewust om in te zetten op reconversie van leegstaande bedrijfsruimtes, zodat we geen nieuwe open ruimte of landbouwgebied moeten aansnijden. De terreinen van de oude Bekaert-fabriek, dat is 8 hectare die we kunnen herbestemmen als bedrijventerrein. We zijn dat aan het voorbereiden. De intercommunale WVI zal de regisseur van dat project worden. Hopelijk raakt alles rond tegen eind 2024. Daar kunnen we ruimte bieden voor iets grotere bedrijven en met bemiddeling van de intercommunale ook tegen een betaalbare prijs. 

Op welke vlakken kan u als gemeente een rol vervullen in het ondersteunen van bedrijven? 

Kurt Windels: Wij moeten vooral zorgen voor een goed flankerend beleid. Als bestuur moeten we zorgen dat de mensen hier graag wonen en zich thuis voelen. De problematiek van West-Vlaanderen blijft toch de braindrain, dat jonge mensen hier wegtrekken omdat ze na hun studies elders blijven hangen. Als lokale overheid willen we ervoor zorgen dat mensen hier willen blijven of komen wonen, en dat we geen slaapstad worden. 

We willen een aantrekkelijk aanbod bieden op diverse vlakken. Zo was er bijvoorbeeld een probleem rond buitenschoolse kinderopvang. Wel, als gemeente hebben we dat gat ingevuld. En mensen moeten zich ook ‘jeunen’ in onze gemeente. Daarom gaan we investeren in de uitbreiding van het sportpark en willen we ook een nieuwe cultuurzaal bouwen. 

Daarnaast gaan we ook prat op onze dienstverlening aan bedrijven. We hebben een ambtenaar lokale economie die bedrijven informeert en de weg wijst. Starters geven we een symbolisch steuntje in de rug door de bijdrage voor hun inschrijving in de Kruispuntbank Ondernemingen te betalen. En we hebben een goed georganiseerd vergunningstraject. Als relatief kleine gemeente hebben we een zeer kwalitatieve dienst ruimte, met milieu- en stedenbouwkundige experts. Bedrijven worden hier echt begeleid om hun dossier tot een goed einde te brengen en dat wordt positief ervaren. Daar zijn we trouwens blij mee, want die materie wordt hoe langer, hoe complexer.

Dringt een fusie met andere gemeenten zich op, om de kwaliteit van de dienstverlening te kunnen blijven garanderen?

Kurt Windels: Dat zit er overal aan te komen. Maar wij hebben ervoor gekozen om het niet op korte termijn te doen. We willen er als lokaal bestuur nog minstens zes jaar bij doen. We hebben nog veel plannen op stapel staan, die we willen realiseren. Wat de toekomst ook brengt, we mogen nooit vergeten om onder de kerktoren voldoende contact en voldoende faciliteiten te voorzien. 

Uiteraard beseffen we dat we in de richting van fusies zullen evolueren en het zou stom zijn om elkaar niet te verkennen. Wij hebben nu al goede relaties met onze buren. Met Izegem zijn we verbonden in 80-tal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Alleen wat de politiezone betreft, horen we nog niet bij RIHO, maar dat zal op korte termijn veranderen. 

Er is dus een sterke verwevenheid. En het voelt natuurlijk aan: veel Izegemnaars komen naar Ingelmunster om te winkelen en voor vrijetijdsbesteding. En onze inwoners komen ook geregeld in Izegem. Als een fusie in die richting zou gaan, komen we tot een gebied met 40.000 inwoners, dat lijkt mij een mooie taille.