In de haven van Gent is een nieuwe energiecentrale in gebruik genomen. De Bio Energy Base is een project van energiebedrijf BEE, dat biomassa omzet in stoom, warmte en stroom. Die lokaal geproduceerde groene energie wordt geleverd aan bedrijven die gevestigd zijn rond de warmtecentrale. De komende jaren wordt op de terreinen van de Bio Energy Base ook een cluster uitgebouwd van innovatieve bedrijven die CO2-arme activiteiten zullen ontwikkelen.
BEE is een familiaal Belgisch energiebedrijf, dat in 2010 werd opgericht door Michael Corten en Christophe Surleraux. De onderneming legt zich toe op de ontwikkeling, financiering, bouw, exploitatie en levering van groene energie aan bedrijfsklanten. Haar energie wekt ze op uit biomassa, wind en restwarmte. “Onze ambitie is om de link tussen energievraag en -aanbod in te vullen met lokale, duurzame oplossingen op maat”, licht CEO Michael Corten toe. “Op die manier zorgen we voor een betrouwbare, betaalbare en flexibele energievoorziening, die bedrijven minder afhankelijk maakt van fossiele energie en ook toelaat om hun CO2-uitstoot drastisch te verminderen. Zo helpen we tegelijk de energietransitie in Vlaanderen te versnellen.”
De Bio Energy Base illustreert hoe BEE die visie concreet invult. De nieuwe warmtecentrale biedt een duurzame oplossing voor de energievoorziening van bedrijven: ze verwerkt niet-recycleerbaar houtafval tot stoom, warmte en stroom. BEE levert die energie aan bedrijven in de buurt, zodat die hun hun fossiele energie kunnen vervangen door een groen alternatief.
Het project kadert in een brede, duurzame visie. Michael Corten: “Vroeger bevond zich op deze terreinen een terminal voor kolen. Die site hebben we gedeeltelijk opgeruimd en herontwikkeld als hub voor groene energie. We willen met ons project een oplossing bieden die zowel ecologisch als economisch duurzaam is.”
“Op het ecologisch vlak, kiezen we voor een technologie die CO2-neutraal is en deel uit maakt van de circulaire economie. We voeren uitbehandeld houtafval aan via het water. We gebruiken dus enkel niet-recycleerbaar afvalhout, waarvoor geen nieuwe toepassing meer mogelijk is. Dat is de grondstof voor de centrale, die deze biomassa omzet in groene energie en daarbij aan de strengste uitstootnormen voldoet. De energie die dit oplevert is CO2-neutraal.”
Op economisch vlak heeft de Bio Energy Base de ambitie om de industrie te verankeren en te versterken. “We helpen de bestaande bedrijven om hun energievoorziening te vergroenen. Doordat we lokale bevoorradingszekerheid bieden, versterken we tegelijk de concurrentiepositie van de industrie. Daarnaast zullen we nieuwe investeringen aantrekken, die op hun beurt werkgelegenheid zullen creëren”, aldus Corten.
BEE heeft een ambitieus plan uitgetekend voor de verdere invulling van de terreinen: het wil een cluster van innovatieve bedrijven uitbouwen rond de centrale. Het chemiebedrijf Gadot is het eerste bedrijf dat deel uitmaakt van de cluster: BEE investeerde in een ondergrondse stoomleiding zodat het bedrijf kan overschakelen van fossiel naar hernieuwbare energie.
Ook het Franse biotech bedrijf Innovafeed stapt in de cluster. Het plant hier zijn grootste vestiging te bouwen voor de productie van bioproteïnes op basis van gekweekte vliegen. Die proteïnes worden gebruikt in dierenvoeding, bijvoorbeeld voor het kweken van zalm. Innovafeed gaf de voorkeur aan Gent, onder meer omwille van de aanwezigheid van een betrouwbare bron van duurzame energie.
“We willen een katalysator zijn in deze cluster om zo een lokaal ecosysteem te ontwikkelen. En we nemen verdere initiatieven nemen ons helpen om op termijn te evolueren van een CO2-neutraal naar CO2-negatief bedrijf”, stelt Michael Corten van BEE. “Samen met de UGent, andere havenbedrijven en North Sea Port zijn we daarom betrokken in een onderzoeksproject om CO2 op te vangen en te hergebruiken, het zogenaamde Carbon Capture and Utilization (CCU). We gaan ervan uit dat we op kruissnelheid minstens 265.000 ton CO2 per jaar zullen kunnen besparen. Dat komt overeen met de uitstoot van het gasverbruik door de helft van de Gentse gezinnen.”