Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
VRT-journalist Ivan De Vadder maakt de balans op

VRT-journalist Ivan De Vadder maakt de balans op

“Ik ben kritisch, maar tegelijk heel mild voor politici”

Ivan De Vadder is al jarenlang een vaste stem in de politieke journalistiek. Met scherpe analyses, kritische vragen en veel flair vertaalt hij het Belgische politieke landschap voor een breed publiek. In dit openhartige gesprek maken we de balans op van een carrière tussen macht en media. Het verhaal van de ongeduldige journalist die traagheid leert koesteren. De criticus die streng is voor zichzelf, de politici én de boze burgers. Een gesprek over vak en overtuiging, maar ook over liefde en de angst om te verliezen.

Wat was je kinderdroom? 

Als kind wilde ik nooit brandweerman of piloot worden. Ik wilde journalist zijn: op de eerste rij staan, observeren en analyseren. Woorden geven aan de dingen die gebeuren en de actualiteit op die manier bevattelijk maken. Daarom ben ik begin jaren ’80 ook Germaanse talen gaan studeren. Er bestond toen nog geen zuiver journalistieke opleiding. Door taalkunde te studeren, wilde ik alvast dat instrument aanscherpen dat een journalist vooral nodig heeft: taal. 

Ik ben intussen heel intensief bezig met politiek. Het is een passie. Ik begrijp dus wel dat de vraag zich soms opdringt of ik niet liever aan de andere kant zou staan. Als iets je zo na aan het hart ligt, wil je dan niet meer in de pap te brokken hebben? Als ik echt heel eerlijk ben… soms schiet de gedachte wel eens door mijn hoofd: zou ik dit zelf als politicus niet anders en beter aanpakken? Maar het is een ander vak. En langs die weg probeer ik mee op het veld te staan, zonder in de val te trappen van mee te gaan spelen. Ik heb intussen ook een tiental kritische boeken geschreven over politiek. Dat is mijn rol en op die manier speel ik het spel. 

Is de rol van journalisten veranderd?

Ja. Vroeger waren journalisten poortwachters of gatekeepers die bepaalden welk nieuws je op je bord kreeg. Die klassieke functie is intussen omstreden en wordt langs twee zijden aangevallen. Langs de ene kant hebben de politici zo’n vijftien jaar geleden de sociale media ontdekt. Een instrument waarmee ze zélf ongelimiteerd hun publiek kunnen bereiken, zonder vervelende poortwachter die daarin een selectie maakt. Anderzijds valt ook het publiek de poortwachter aan omdat ze hem ervan beschuldigen door een ideologische bril te kijken. In mijn ogen onterecht, wij streven nog altijd naar onpartijdigheid. We zijn wel kritisch uiteraard, dat is onze plicht. En als je het als mediagebruiker gewoon bent om in de echokamer van de sociale media alleen je eigen gelijk bevestigd te horen, dan kan die kritische stem van de journalist ergernis opwekken. 

Wie bewonder je en waarom?

Ik ga hier niet één bepaalde politicus of politica noemen. Maar de mensen aan de top – partijvoorzitters, ministers, de eerste minister, parlementsleden ook – dat zijn geen zakkenvullers. Dat zijn geen onnozelaars. Dat zijn mensen die wel degelijk een visie op de samenleving hebben. Uiteraard zijn er die het beter doen dan anderen, die harder werken. Maar geloof me vrij, de meeste politici proberen de samenleving beter te maken vanuit hun eigen ideologie. En die is per partij fundamenteel anders. Iemand van de N-VA heeft een andere utopie in gedachten dan iemand bij de PVDA, om twee uitersten te noemen. Maar in alle partijen vind je mensen terug waarvan ik denk: “Hoe die probeert vorm te geven aan die ideologie, chapeau”.

Politici zijn een favoriete schietschijf van heel veel mensen. Maar ik ben heel mild voor hen, omdat ik voel dat de meeste mensen die erin stappen dat met volle overgave doen. Wat je wel ziet, is dat wie jarenlang in een systeem meedraait, soms ook de fouten van dat systeem overneemt en verdedigt. Cumuleren vind ik nefast. Ik begrijp niet dat je tegelijk burgemeester én partijvoorzitter bent. Dat zijn twee zeer veeleisende jobs, dat kan je niet combineren. Dat is een heel onpopulair standpunt in de Wetstraat. Maar dat krijg je er bij mij niet in. Je opdracht als parlementslid is niet ijveren voor je gemeente maar voor de hele gemeenschap, Vlaams of federaal.

Ik vind ook dat je maximaal twee termijnen zou mogen doen. In mijn ideale wereld ben je twee keer gemeenteraadslid, daarna misschien twee keer burgemeester en twee keer parlementslid.

Politiek wordt te vaak beschouwd als een levenslang beroep. In Nederland gaat dat anders. Daar zie ik oud-politici opduiken in de ondernemerswereld, bij vakbonden, in de culturele sector … Bij ons ligt het niet zo simpel. Dus misschien een oproep naar ondernemers om daar eens over na te denken en zich meer open te stellen. Net als ondernemers zijn politici mensen met een utopie. Hun gedrevenheid om iets te betekenen voor de samenleving hebben ze alvast gemeen. 

VRT-journalist Ivan De Vadder maakt de balans op 1

Welke belangrijke levensles heb jij meegekregen van je ouders?

Ik heb van mijn ouders altijd de vrijheid gekregen om te kiezen wat ik wou, maar ik heb ook altijd de opdracht gekregen om het zo goed mogelijk te doen. Ik ondervond al snel dat hoe beter je je best doet, hoe meer mogelijkheden en keuzevrijheid je hebt. Op school zorgde ik ervoor dat mijn punten goed waren. Daardoor kon ik studeren wat ik wilde. In mijn eerste jaar Germaanse heb ik de bloemetjes behoorlijk buiten gezet. Ik had een heel zware tweede zit die ik uiteindelijk heb gehaald. Had ik op het laatste nippertje niet keihard mijn best gedaan, dan had ik minder keuzevrijheid gehad. Mijn vader was kort ervoor overleden, ik had een studiebeurs. Zou ik de mogelijkheid gehad hebben om een jaar te dubbelen? Had ik een andere richting moeten kiezen? En had ik daardoor via een omweg mijn droom om journalist te worden moeten waarmaken? 

Van alle grote levenskeuzes heb ik nooit spijt gehad. Omdat ik altijd de vrijheid had om te gaan voor wat ik echt wilde. Omdat ik daarvoor altijd mijn best gedaan heb. Ik doe dolgraag wat ik doe. Ik mág tot zevenenzestig werken, als mijn gezondheid het mij toelaat. Wat wil je eigenlijk nog meer? Dat is een groot stuk levensgeluk. 

Wat beschouw jij zelf als jouw grootste talent? 

Ik kan snel punten met elkaar verbinden, daar een analyse van maken en er een mening rond vormen. Dat heeft me al vaak geholpen in mijn vak. Al komt dat talent ook niet helemaal vanzelf. Er gaat ook hard werken aan vooraf. Wanneer bijvoorbeeld de radio­collega’s mij vragen of ik over een kwartier op antenne duiding kan geven bij de actualiteit, dan heb ik op dat moment geen tijd om me nog even in te lezen. Om die snelheid van denken te garanderen, lees ik elke dag minstens tien kranten, luister en kijk ik de radio- en televisieduiding, liefst op verschillende zenders. Om het met een modewoord te zeggen: ik sta permanent ‘aan’. Ik ben altijd aan het voorbereiden en het analyseren. Keerzijde van die medaille is dat ik heel bewust vakanties moet inbouwen. Dat heb ik wel geleerd. Anders hou je dat ritme niet vol. 

Wat is je grootste zwakte? 

Ik heb het moeilijk met traagheid. Traagheid in denken, in communicatie, in handelen. Ik besef dat een traag proces even goede of zelfs betere resultaten kan opleveren als een snel proces. Maar ik heb het er moeilijk mee. Ik erger me aan inefficiëntie, wat ook weer leidt tot traagheid. Al besef ik tegelijkertijd dat ergernis zelf een groot tijdverlies is en dus een zwakte. Als ik me bijvoorbeeld erger aan de files in het verkeer, dan heb ik op dat moment geen tijd om met andere nuttigere dingen bezig te zijn. Rationeel weet ik dat allemaal, maar de aard van het beestje laat zich niet zo snel veranderen. 

Wat maakt jou boos? 

Ik word wel eens boos van de boze burger. Wanneer mensen vertellen dat ze boos zijn op ‘de politiek’ kaats ik de bal altijd terug. Want wat merk je bij verkiezingen? Dat er vaak gekozen wordt voor bekende mensen, die niet per se kaas gegeten hebben van politiek. Terwijl jonge, bekwame mensen het veel moeilijker hebben om verkozen te geraken. Bij veel van die boze kiezers zitten dus ook kiezers die niet echt goed nagedacht hebben over hun stem. Dan moet je achteraf niet komen zeuren over de politici.

Als burger heb je ook je verantwoordelijkheid in een democratie. Ik vind dat we dat veel te weinig benadrukken. Mensen die niet gaan stemmen, vind ik stuitend. Dan heb je achteraf geen recht van spreken, laat staan klagen. En geloof me, elke stem doet ertoe. Er zijn genoeg gevallen bekend waar hooguit enkele stemmen het verschil maken. Ik vind het nefast dat je jezelf als kiezer buiten spel zet. 

En veel kwalijker dan de boze kiezer is de onverschillige kiezer, de kiezer die afhaakt. Boosheid is een emotie, daarmee kan je nog iets bewegen. Zodra je onverschillig bent, is er geen hoop meer. Niet gaan stemmen, die onverschilligheid tegenover de democratie, dat vind ik een heel hard verdict tegenover de politiek.

VRT-journalist Ivan De Vadder maakt de balans op 2
Debat tussen de kopstukken van de Vlaamse partijen n.a.v. de Europese, federale en regionale verkiezingen van zondag 9 juni. – Aan de vooravond van verkiezingsdag kruisen de kopstukken van de verschillende Vlaamse partijen een laatste keer de degens over de thema’s die tijdens de kiescampagne van 2024 zijn komen bovendrijven. Meteen ook een laatste kans voor hen om de kiezer te overtuigen van hun oplossingen voor de toekomst van ons land.

Ben je ergens bang voor?

Ja, dat ik alleen zou overblijven. Dat mijn echtgenote vroeger zou sterven dan ik, vind ik een heel enge gedachte. Het klinkt cru om te zeggen, maar ik zou liever eerder sterven. Eenzaamheid op een fundamenteel niveau, daar ben ik bang voor. Het gemis van de twee-eenheid. Mijn echtgenote en ik zijn twee zielen in één borst. Als je er eentje kwijt geraakt, dan ben je niet volledig meer. Dat is een groot stuk rijkdom en verscheidenheid die je kwijt bent. Het is de keerzijde van de liefde, dat gevoel van pure harmonie en versmelting. Het is een groot geluk dat ik die liefde gevonden heb. Iets waar ik altijd op kan terugvallen. De liefde van en voor mijn echtgenote geeft me de vrijheid om voluit te leven. 

Wat heeft onze wereld volgens jou nodig? En hoe draag jij daar zelf toe bij? 

Dat iedereen een beetje beter zijn best doet, daar zou onze samenleving mee gebaat zijn. Beter communiceren en vooral ook beter luisteren. Want in communicatie wordt heel vaak de factor luisteren vergeten, net als in ons vak. De beste interviewer is degene die luistert, niet degene die de scherpste vragen stelt. Als samenleving beter ons best doen gaat over kleine steentjes verleggen. De grote revoluties zijn altijd evoluties geweest en evoluties vinden plaats door kleine steentjes die geregeld worden verlegd en niet door grote dammen die worden opgeworpen. Want die worden toch doorbroken en dan stroomt het water weer terug.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Stuur ons een bericht

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten