Het gaat slecht met de stallenbouw in Vlaanderen. Door de onzekere tijden stellen veel landbouwers nieuwe investeringen uit. Stallenbouwers zagen in een mum van tijd hun orderboekje opdrogen. “Het is vijf voor twaalf. En als er niet snel ingegrepen wordt, dan dreigt onze kennis definitief verloren te gaan. Terwijl wij als sector net een belangrijke rol kunnen spelen in het realiseren van de emissiedoelstellingen van de overheid”, stelt Johan Colpaert, voorzitter van Fedagrim.
Sinds het veelbesproken stikstofarrest van februari 2021 worden veel minder vergunningen voor nieuwe stallen aangevraagd door de landbouwsector. Nochtans is er in de sector wel bereidwilligheid om te innoveren, maar momenteel ontbreekt een duidelijk regelgevend kader. De beroepsfederatie van stallenbouwers Fedagrim ziet de situatie somber in. Voorzitter Johan Colpaert: “De toestand is ronduit dramatisch. Er is het voorbije jaar bij mijn weten geen enkele nieuwe stal in Vlaanderen vergund en bijgevolg worden er ook geen meer gebouwd. Nochtans beseft de doorsnee landbouwer wel dat investeringen noodzakelijk zijn om de toekomst van zijn bedrijf te garanderen.”
Johan spreekt uit ervaring, want Altez, het bedrijf waar hij aan het hoofd staat, was tot voor kort een van de grootste stallenbouwers van België. “Mede door de vergunningsstop als gevolg van het stikstofarrest hebben wij onze economische activiteiten moeten diversifiëren. Dat is een noodzaak want er komen geen nieuwe opdrachten meer binnen, terwijl stallenbouw wel onze corebusiness was. Maar liefst 75% van onze inkomsten haalden we uit stallenbouwactiviteiten, terwijl dat nu nog amper 15% is. Dat zijn voornamelijk projecten voor de agro-industrie. En eerlijk gezegd, het kan nog slechter… Sommige bedrijven moesten hun activiteiten helemaal stopzetten of trekken nu naar het buitenland. Een massale leegloop van kennis dreigt.”
Bij Beeuwsaert Construct uit Ledegem horen we een gelijkaardig verhaal. “Het aandeel gebouwen voor de landbouw is bij ons van 35% naar 20% gezakt, maar door onze focus te verleggen naar andere sectoren, konden we het verlies aan omzet deels opvangen en iedereen aan boord houden. Echter, zolang de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de bijhorende reductiemaatregelen niet regelgevend verankerd worden, zal het onmogelijk blijven om een vergunning te verkrijgen”, stelt Jeroen Beeuwsaert. “We verwachten niet dat er bij ons snel nieuwe aanvragen voor kippen-, koeien- en varkensstallen zullen binnenkomen.”
Wat de toekomst brengt, is koffiedik kijken. De sector blijft wel bereid om mee na te denken over oplossingen. “Heel wat oudere landbouwers hebben geen opvolger om het bedrijf over te nemen, waardoor een pak bedrijven op termijn zullen verdwijnen. Aan de andere kant staat er een nieuwe generatie klaar die wil investeren, maar op dit moment niet durft”, weet Johan Colpaert. “Daar ligt een grote verantwoordelijkheid voor de overheid. Zij moet dringend een kader creëren dat de bestaans- en rechtszekerheid van landbouwers garandeert. Daar willen ook wij mee over nadenken. Tegelijk zijn we bereid om mee het potentieel van nieuwe technieken te onderzoeken. Immers, onze knowhow kan in dat onderzoek een grote meerwaarde zijn.”
ILVO, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek, wil in dat onderzoek het voortouw nemen en heeft een aantal proefprojecten lopen die de sector vooruit kan helpen. Communicatiemanager Greet Riebbels: “We onderzoeken momenteel een beloftevolle techniek waarbij we de uitstoot proberen te verkleinen door ammoniakvasthoudende mineralen aan mest toe te voegen. Daarnaast testen we in onze proefstallen ook nieuwe sensoren op hun robuustheid en hun capaciteit om ammoniak te meten. Dat onderzoek kan bijzonder waardevol zijn, want met goedwerkende en betaalbare sensoren zullen landbouwers hun uitstoot continu kunnen monitoren en zullen ze ook proactief kunnen communiceren over de inspanningen die ze leveren.” Dergelijke maatregelen zouden de sector het vertrouwen kunnen geven om verder te investeren in stallenbouw. Wordt ongetwijfeld vervolgd!