Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
“We hebben meer politici nodig die risico durven te nemen”

“We hebben meer politici nodig die risico durven te nemen”

Rondetafel Ondernemers in de politiek

2024 is een verkiezingsjaar. Na de Europese, federale en Vlaamse verkiezingen, mogen we in oktober naar de stembus om nieuwe gemeentebesturen en provincieraden te kiezen. Daarbij dingen ook een aantal ondernemers naar de gunst van de kiezer. Business Vlaanderen bracht vier ondernemers die een lokaal politiek mandaat vervullen bijeen voor een rondetafelgesprek: Piet Delrue (schepen voor Lokaal Liberaal in Roeselare), Nele Caus (gemeenteraadslid voor N-VA in Brugge), Maarten Blommaert (schepen voor N-VA in Aalst) en Dieter Mannaert (schepen voor CD&V in Dendermonde).

Ondernemers die een politiek mandaat opnemen, blijven zeldzaam. Politiek is nu eenmaal een tijdrovende stiel en wie een onderneming leidt, heeft sowieso een druk leven. Tijdens ons rondetafelgesprek blijkt dat politiek engagement vaak van generatie op generatie wordt doorgegeven. Maarten ­Blommaert heeft al 24 jaar op de teller staan in de Aalsterse gemeenteraad: “Mijn interesse in politiek kreeg ik van mijn ouders mee, die beiden lokaal actief waren in de Volksunie. Toen ik voor het eerst werd verkozen, was ik 19. Ik wou opkomen voor de jeugd en werd één van de jongste gemeenteraadsleden in België. Deze legislatuur ben ik gestart als N-VA-fractieleider, en toen de schepen van ruimtelijke ordening stopte, mocht ik haar opvolgen. Dat was toch een droom die uitkwam.”

De familie Delrue heeft een lange politieke traditie: Piet is de vierde generatie die een lokaal mandaat opneemt. “Thuis was politiek nooit veraf in de gesprekken. Mijn vader was gemeenteraadslid en zetelde ook in de provincieraad. Toen ik bijna 40 was, maakte ik een dubbele carrièreswitch: ik werd zelfstandige en stelde me bij Open VLD kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen. In 2012 eindigde ik als achtste, in 2018 vroeg de partij me om de lijst te trekken. Zo werd ik voorzitter van de gemeenteraad en sinds twee jaar schepen.”

Piet Delrue: “Mijn bevoegdheden sport en evenementen vereisen een groot engagement in het weekend, maar dan ligt de business toch grotendeels stil.”

De wil om iets te verwezenlijken

De grootvader en oom van Dieter Mannaert waren politiek actief in Sint-Gillis en in Dendermonde. Zelf zette hij 12 jaar geleden de stap. “Toen ik opnieuw in Dendermonde kwam wonen, was ik actief als horeca-ondernemer met een discotheek en een feestzaal. Alle partijen zijn toen langsgekomen om mij op hun lijst te krijgen. Uiteindelijk koos ik voor CD&V omwille van de capabele bestuurders. Want je stapt toch in de politiek om zaken te kunnen verwezenlijken, en zij waren lokaal de leidende partij met als boegbeeld burgemeester Piet Buysse. De eerste keer werd ik verkozen als gemeenteraadslid, de afgelopen legislatuur was ik eerst schepen, dan voorzitter van de gemeenteraad en nu terug schepen.”

Eenzelfde verhaal bij Nele Caus die samen met haar man actief verscheidene horecazaken heeft in Brugge: “Ik heb politicologie gestudeerd en was altijd al sterk in politiek geïnteresseerd. Diverse partijen trokken aan mijn mouw. Maar het was pas toen Dirk Barbier, de onlangs overleden oud-voorzitter van N-VA Brugge, aanbelde voor een huis-aan-huisbezoek, dat hij echt mijn interesse wist te wekken. Na een gesprek met de lokale partijtop, waaronder ook Pol Van Den ­Driessche, besliste ik om me kandidaat te stellen. Als nieuwkomer kreeg ik bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen meteen de tweede plaats en zetel ik nu in de gemeenteraad. Je kunt aan de zijlijn blijven staan en kritiek geven, of je kunt proberen om zelf iets te veranderen. Dat was mijn motivatie.”

Dieter Mannaert: “Een ondernemer wil vooruit gaan en dingen proberen, het mislukken pakken we er wel bij. Niet iedereen in een schepencollege durft dat.”

Efficiënt plannen is een noodzaak

Een bedrijf combineren met een politiek mandaat, is geen sinecure. Goed plannen en een bedrijfsstructuur die het engagement mogelijk maakt, zijn de cruciale succesfactoren. “Politiek boeit mij enorm, maar mijn bedrijf blijft wel de hoofdzaak. Ik blijf ambitieus”, stelt Maarten Blommaert. Hij staat intussen 26 jaar aan het hoofd van Ablo ­Blommaert, een bedrijf dat exclusieve wanddecoratie produceert voor hotels, restaurants en meubelwinkels. “Toen ik schepen werd, heeft mijn broer de dagelijkse leiding overgenomen en heb ik iemand extra in dienst genomen. Maar nog elke avond en één volle dag in de week ben ik op het bedrijf om de zaken op te volgen.” 

Dieter Mannaert schroefde zijn ondernemende activiteiten bewust terug om ruimte te maken voor zijn politieke activiteiten. “Je werk als schepen speelt zich hoofdzakelijk af tussen 9 en 17 uur: kantoorwerk, overleg met de diensten en vele vergaderingen. Maar als je naam wil maken, moet je ook ’s avonds en in het weekend de baan op om onder de mensen te komen. Dat waren net de piekmomenten voor mijn feestzaal en discotheek. En dat wrong. Dus ben ik daarmee gestopt. Ik baat nu samen met mijn echtgenote de B&B Casa Cava uit. Elke ochtend help ik van 5 tot 9 uur met het ontbijt en daarna start mijn politieke dag.” 

De activiteiten van Piet Delrue omvatten de verkoop van chemische producten voor de bouwsector en een handelsagentuur voor tapijten, die via doe-het-zelf-zaken worden verkocht. “Omdat ik geen personeel heb in het bedrijf, kan ik mijn activiteiten vrij makkelijk combineren. Mijn bevoegdheden sport en evenementen vereisen een groot engagement in het weekend, maar dan ligt de ­business toch grotendeels stil. En mijn agenda is ook heel fluïde: ik kan onderweg zijn voor het bedrijf en bellen in naam van de stad, of omgekeerd. Het komt er vooral op aan om efficiënt te plannen en je agenda beheersbaar te houden.”

Een mandaat als gemeenteraadslid is minder tijdrovend. “Maar ik merk dat de meeste mensen onderschatten hoeveel tijd en moeite je erin steekt. Politici zijn echt geen zakkenvullers”, merkt Nele Caus op. “Als je beslagen op het ijs wil komen tijdens een gemeenteraad, moet je je inlezen en dossiers opvolgen. Alleen zo kan je toch impact hebben, als je niet in de meerderheid zit. Je staat ook ten dienste van de mensen die jou verkozen hebben. En uiteraard moet ik ook mijn PR verzorgen. Ik hoop immers ooit schepen te worden in de mooiste stad van Vlaanderen.” (lacht)

Maarten Blommaert is al 24 jaar actief in de lokale politiek: “Toen ik schepen werd, was dat toch een droom die uitkwam.”

Reacties van klanten

Een ondernemer die openlijk politiek kleur bekent, ligt dat nog moeilijk bij klanten? “De tijd is toch veranderd, en gelukkig maar”, vindt Nele. “Als je ziet dat ondernemers nu zonder gêne op een lijst van Vlaams Belang gaan staan … Toen ik voor het eerst opkwam, wist ik dat ik er geen klanten aan zou verliezen in onze horecazaken. Onze klanten wisten immers dat ik een uitgesproken mening had. En van collega’s kreeg ik bewondering omdat ik de stap durfde te zetten.”

Maarten kreeg in 24 jaar tijd nooit een negatieve reactie van klanten. “Maar het gros van onze klanten zit intussen in het buitenland. 95% van de omzet komt van de export. Een lokaal mandaat stoort dan helemaal niet”, weet hij. “Ik hou de zaak en de politiek wel wat gescheiden tijdens de campagne”, geeft Dieter toe. “Aan de B&B plaatsen we bewust geen borden en hangen er geen affiches. Onze bezoekers, die van buiten de stad komen, hebben daar toch geen boodschap aan.” 

Alle gasten aan tafel zijn het erover eens dat de politieke wereld nood heeft aan meer ondernemers en entrepreneurship. “We hebben meer mensen nodig die de zaken ondernemend durven aan te pakken in de politiek, die niet risicoavers zijn. De overheid zou best wat meer als een bedrijf mogen worden gerund”, vindt Maarten Blommaert. “Ik werk heel graag samen met mijn collega’s-schepenen”, vertelt Dieter Mannaert. “Maar ons college telt heel wat onderwijzers en historici. Zij kijken heel anders naar de zaken. Een ondernemer wil vooruit gaan en dingen proberen, het mislukken pakken we er wel bij. Niet iedereen durft dat.”

Nele Caus: “Mochten wij ons bedrijf besturen zoals dat bij de overheid gaat, dan waren we al failliet.”

De traagheid van het politiek bedrijf

“Er zijn verhoudingsgewijs ook te veel advocaten en juristen in de politiek. Die zien meer problemen dan oplossingen, denk ik. Mochten wij ons bedrijf besturen zoals dat bij de overheid gaat, dan waren we al failliet”, klinkt het bij Nele Caus. “Mijn grootste frustratie is dat het hemeltergend traag gaat, ook op lokaal niveau. Er worden te veel studies besteld en consultants ingeschakeld vooraleer men overgaat tot een beslissing. Goeie ideeën gaan dan verloren in de traagheid van de instelling.” 

Maarten beaamt: “Traagheid is ook mijn frustratie. Maar vaak hangt dat ook samen met regels die van bovenaf opgelegd zijn, die goedbedoeld zijn maar in de praktijk niet werken. Dat is een aanpak die wij als ondernemer niet gewoon zijn. Als schepen van ruimtelijke ordening probeer ik de ambtenaren vooral oplossingsdenkend te laten werken. Niet enkel zeggen wat niet mag, maar meedenken over wat er wel mogelijk is. Zo boeken we in de vergunningsverlening tijdswinst voor iedereen.”

Piet Delrue ziet nog een andere reden: “Het feit dat het trager gaat, heeft ook te maken met de taille van de organisaties die groter is. Daardoor heb je automatisch meer overleg nodig. Als schepen is het mijn taak om de zaken vooruit te helpen. Door mee knopen door te hakken en onze ambtenaren te steunen zodat ze dat ook durven te doen. Net daarom vind ik het ook belangrijk om tegelijk ondernemer en politicus te blijven, om de mindset van het vooruitgaan voor ogen te houden. Ik vind trouwens dat de Vlaamse steden door de band wel ondernemender zijn geworden het afgelopen decennium.”

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?