Vijf meter luxe voor de verwende pendelaar

Duitse merken zetten opnieuw de toon

Alsof de sterren perfect opgelijnd stonden, lanceerden BMW en Mercedes-Benz haast tegelijk hun beklijvende interpretatie van wat een chique limousine anno 2023 hoort te zijn. Diesel is nog steeds aan de orde in München en Stuttgart, maar elektrische modellen voeren het hoge woord.

De BMW 5 is alweer aan zijn achtste generatie toe en pakt uit met een lijnenspel dat minstens als elegant en innovatief kan worden omschreven. Tot vreugde van heel wat fans houdt het radiatorrooster het bij vrij normale proporties, al valt niet te ontkennen dat de nieren nooit eerder zo’n prominente plaats innamen in het frontdesign.

Het interieur is een hoogtechnologische cocon, met vooraan het intussen gekende BMW Curved Display. Het Live Cockpit Plus-systeem met cloudgebaseerde BMW Maps-navigatie wordt altijd meegeleverd. Zoals dat tegenwoordig bon ton is, kun je de 5-Reeks 100 procent ledervrij bestellen. Standaard wordt je lichaam ondersteund door sportstoelen in Veganza-similileder. 

Voor het eerst brengt BMW de 5-Reeks ook als elektrisch model op de markt, naar analogie met de 4-Reeks. Die heet geheel volgens de merklogica i5 en komt in twee versies. De i5 M60 xDrive verspreidt niet minder dan 442 kW (601 pk) over de vier wielen. Iets bescheidener, maar daarom nog lang niet banaal, is de i5 eDrive40 met 250 kW (340 pk). Afhankelijk van versie en uitrusting moet je tussen de 455 en 581 kilometer ver geraken met een volle accu.

Aan de andere kant van het motorspectrum bevinden zich de 520i (benzine) en de 520d (diesel). Wie snel is, kan nog profiteren van de fiscale voordelen van de twee plug-inhybride versies. De 530e combineert de benzinemotor van de 520i met een elektromotor van 184 pk, die zich gedurende 102 kilometer solo van de aandrijftaak kan kwijten. Epicuristen vinden hun gading bij de 550e xDrive, die met het raffinement van een drieliter op benzine weet te rijmen met lage emissies.

Terwijl BMW een elektrische variant maakt van de 5-Reeks, houdt de nieuwe E-Klasse het enkel bij verbrandingsmotoren, die weliswaar elektrisch worden ondersteund. Wie 100 procent elektrisch wil rijden, wordt doorverwezen naar de EQE. Die komt er niet als breakversie, maar E-Klasseliefhebbers kunnen opgelucht ademhalen: de ‘T’-afgeleide zit in de pijplijn.

Designmatig zal de nieuwe ‘E’ weinig merk-adepten schofferen. Het gaat er allemaal vrij conventioneel aan toe bij de Ster, wat niet wegneemt dat de grote berline duidelijk afstand neemt van zijn voorganger. Hij groeit in zowat alle richtingen en verwent zijn inzittenden met extra ruimte, comfort en vooral digitale snufjes. 

Hier geen MBUX Hyperscreen, zoals op de EQS en EQE, wel het MBUX Superscreen, dat zich helemaal tot voor de passagier voorin uitstrekt. Die kan desgewenst een filmpje bekijken op tv of via streaming. Ook nieuw is een selfie- en videocamera die op het dashboard gemonteerd wordt. Als de auto stilstaat, kan de bestuurder hiermee deelnemen aan online videoconferenties.

Het benzineaanbod begint bij de E 200 van 150 kW (204 pk), aan dieselzijde is er de E 220 d van 145 kW (197 pk). In beide gevallen gaat het om een mild hybrid: een kleine elektromotor zorgt voor ondersteuning om het verbruik te drukken. De tweeliter-benzinemotor van de E200 kan ook gecombineerd worden met een flinke oplaadbare batterij om zich tot plug-inhybride te ontpoppen. Het elektrische rijbereik varieert naargelang de motorisatie en gekozen opties van 95 tot 118 kilometer.