Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
“Ondanks alles blijft China interessant om zaken te doen”

“Ondanks alles blijft China interessant om zaken te doen”

Vier China-experts rond de tafel

Vlaanderen is een kleine, open economie, die het moet hebben van export. In de meeste gevallen betekent dat de buurlanden en de EU. Maar sinds de jaren ’90 hebben ook tal van bedrijven zich gewaagd aan zakendoen met en in China. De jongste tijd lijkt er sleet op het Chinese model te zitten: de groei vertraagt, multinationals wijken uit naar andere Aziatische landen en geopolitieke spanningen zetten de relaties onder druk. Is China nog wel een interessante handelspartner? Wij vroegen het aan vier ervaren experts: auteur en trendwatcher Pascal Coppens, ondernemers Philippe D’heygere en Nico Vanherle en Eva Verstraelen, Vlaams economisch vertegenwoordiger in Guangzhou.

De Chinese economie sputtert. De groeiverwachting voor dit jaar ligt op ongeveer 5%, een stuk lager dan groeicijfers die we in het vorige decennium gewoon waren. Net zoals de wereldwijde economie, speelt ook hier de coronapandemie een rol. De laatste golf trof vooral China, wat het regime in Peking naar een strikte Zero Covid-policy deed grijpen.

Nico Vanherle, die er sinds 2012 met zijn bedrijf M1glio warmtepompen produceert, heeft dat aan den lijve ervaren: “In de hele covid-periode zijn we toch 8 à 9 maanden gesloten geweest. Er was geen overheidssteun om de gevolgen daarvan op te vangen. Dankzij de lokale regering hebben we uiteindelijk toch hulp gekregen. Daardoor konden we overleven. In ons businessplan hebben we wel twee jaar achterstand opgelopen. Gelukkig voelen we nu een inhaalbeweging en dankzij grote projecten voor Bank of China en Beijing Airport zitten we inmiddels weer op het juiste spoor.”

Eva Verstraelen: “Wie zijn niche weet te kiezen en de juiste partners vindt, kan in China goede zaken doen.”

De impact van geopolitiek

Eva Verstraelen, die sinds mei 2020 voor Flanders Investment & Trade actief is vanuit Guangzhou, merkt de gevolgen van de economische vertraging: “De binnenlandse consumptie slabakt. Daardoor zijn Chinese aankopers selectiever geworden. Ze denken veel meer na over welke Europese producten ze in hun portfolio opnemen en zijn minder geneigd om risico’s te nemen. Voor wie wil exporteren naar China, is het dus moeilijker geworden. Daarnaast zien we ook dat Chinese bedrijven die voor covid klaar waren om te investeren in Europa, die beslissing uitstellen als gevolg van de economische en geopolitieke toestand. De Chinese overheid ziet hen momenteel ook liever in de lokale economie investeren.”

Belgische bedrijven zijn ook anders naar China gaan kijken, stelt auteur en keynotespreker Pascal Coppens. “Tot voor de pandemie zochten veel ondernemingen inspiratie in China. Ze wilden weten wat daar gebeurde op het vlak van digitalisering en innovatie, wat de trends in die groeimarkt waren. Vandaag vragen ze me veel meer hoe de macro-economische situatie in elkaar zit en wat de invloed is van de geopolitieke conflicten. De perceptie is duidelijk veranderd. Alsof men denkt: zolang het slechter gaat met China, hoeven we ons minder zorgen te maken. Dat lijkt me een slechte zaak. China blijft immers wereldwijd een dominante economische factor. Niet alleen in Azië, maar ook in Afrika en in Europa.”

Philippe D’heygere: “Ja, de Chinezen kopieerden vele zaken, maar onderschat hun brains en innovatiekracht niet.”

Sterke langetermijnvisie

De tijden zijn veranderd. Begin jaren 1990 trok Philippe D’heygere met zijn toenmalige bedrijf Stow naar China om er industriële stapelrekken te produceren. “Wij waren één van de eerste Belgische bedrijven die de stap waagden om er een fabriek op te starten. In die tijd werd voor ons overal de rode loper uitgerold. We maakten er de periode van booming business mee, doordat het land zich economisch openstelde voor de buitenwereld. Maar intussen hebben de Chinezen zelf de zaken in handen gepakt. Ja, ze kopieerden vele zaken, maar onderschat hun brains en innovatiekracht niet. Jaarlijks studeren daar zeker 600.000 nieuwe ingenieurs af!”

Dat de Chinese economie zich sterk ontwikkelde, heeft uiteraard te maken met de sturende rol die de overheid heeft gespeeld en vandaag nog altijd opneemt. Philippe: “Ze zijn heel sterk in het uitwerken van een langetermijnvisie en zetten die vervolgens ook om in daden. Kijk hoe ze het openbaar vervoer hebben uitgebouwd om het binnenland te verbinden met de kustregio’s. Of hoe ze in twee jaar tijd een compleet nieuwe stad bouwen. Hun logistiek systeem is ook helemaal afgestemd op het leveren tot aan de deur in het hartje van de stad. Daar kunnen wij iets van leren.”

“Dat klopt”, vult Eva Verstraelen aan, die eventjes in België is voor een ontmoeting met al haar FIT-collega’s uit de hele wereld. “Ik schrik ervan hoe ouderwets het openbaar vervoer in België lijkt en hoezeer je je ’s avonds onveilig voelt in het centrum van Brussel. Dat is in China helemaal anders. Ook terug naar de supermarkt gaan om boodschappen te doen of met cash geld betalen, voelt vreemd aan. In Guangzhou regel ik dat alles gewoon met apps op mijn telefoon.”

Nico Vanherle: “De overheid heeft een grote vinger in de pap, maar daar kan je ook je voordeel mee doen.”

Alle problemen tegelijk aanpakken

China is door zijn sterke economische en demografische ontwikkeling uitgegroeid tot een wereldmacht. Maar de bomen groeien niet tot in de hemel. Naast Covid-19 was er ook een vastgoedcrisis, die het economisch model op zijn grondvesten deed daveren. Pascal Coppens: “We moeten onderkennen dat China ook een pak structurele problemen kent: het land gaat gebukt onder schulden gelinkt aan de immobiliënsector, het heeft een inhaalbeweging nodig inzake milieu en klimaat, de demografie krimpt waardoor de bevolking vergrijst en de binnenlandse consumptie ligt te laag.”

“Ik stel vast dat het regime in Peking van de afgelopen drie jaar gebruik heeft willen maken om heel wat van die problemen tegelijk aan te pakken. Kijk naar de strengere regelgeving voor bouwpromotoren, de limiet op de schulden of de duurzaamheidsambities die ook concreet worden gemaakt. Misschien is dat wel een hele slimme zet geweest. Het land was lange tijd afgesloten van de buitenwereld en kon dus zonder veel pottenkijkers ingrijpen. De tijd zal het moeten uitwijzen”, oppert Pascal. “Sommigen denken dat zelfs dat de economische verzwakking gewild en gepland is.”

Chinese groei vier keer hoger dan Belgische

“Die jarenlange astronomische groeicijfers waren ook niet vol te houden. Voor Covid ging het gewoon te snel en eigenlijk had de economie al eerder moeten vertragen”, vult Nico aan. “Het is nu toch gebeurd, door een combinatie aan factoren. Maar laten we niet vergeten dat hun economische groei voor dit jaar nog altijd op 5% wordt geschat, wat bijna 4 keer hoger ligt dan de verwachte groei van het Belgische bbp in 2023. Dat het slecht gaat, is dus ook relatief.”

Toch zijn er signalen die wijzen op de risico’s van de huidige aanpak. “Ik zie een aantal factoren die gevaarlijk kunnen zijn”, stelt Philippe. “Ten eerste: de loonkosten zijn al lang niet meer laag in China. Een aantal multinationals wijkt daarom met zijn productie uit naar bijvoorbeeld Vietnam of Thailand. Een tweede factor is de handelsoorlog met de Amerikanen. Het beleid dat onder Trump is gestart en door Biden wordt verdergezet, heeft tot gevolg dat Amerikaanse bedrijven weer veel meer in eigen land investeren in plaats van in China. De Amerikanen zijn bang voor de technologische voorsprong van China. Geheel terecht, volgens mij.”

Pascal Coppens: “We moeten onderkennen dat China ook een pak structurele problemen kent.”

Een laboratorium

En wat betekent dit alles nu voor Belgische bedrijven? Eva ­Verstraelen: “Er zijn nog altijd heel wat opportuniteiten. We moeten niet naïef zijn, maar China is nu eenmaal een grote markt die enthousiast is over Europese producten. Dat blijft toch een soort kwaliteitslabel, zeker voor drank en voeding, maar ook in andere sectoren. Wie zijn niche weet te kiezen en de juiste partners vindt, kan in China goede zaken doen. Al mogen we niet blind zijn voor de risico’s.”

“Wie zich de lokale cultuur eigen maakt, kan er als ondernemer gedijen”, weet Nico Vanherle uit ervaring. “De overheid heeft een grote vinger in de pap, maar daar kan je ook je voordeel mee doen. Als je wil investeren, zitten de regionale overheid en de banken mee aan tafel om je businessplan vorm te geven. Men gaat zelfs in opbod om jouw project binnen te halen. Dat kan een echte opportuniteit zijn.”

Voor Pascal Coppens is er eigenlijk geen andere keuze: “Een innovatief bedrijf dat internationaal actief wil zijn, moet naar China. Ze hebben ongelooflijk veel talent en de hele bevolking is als geen ander thuis in nieuwe technologieën. Dat is een laboratorium dat we in Europa niet hebben. En als je als kmo gaat waar anderen nog niet zitten, kan jij er het meeste uithalen. Voor mij ligt daar de toekomst.”

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details