Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
Europa bindt de strijd aan met ‘lege dozen’
Mark Delboo: “Ons kantoor is van mening dat de zetel van Luxemburgse shell companies beter vroeg dan laat wordt verplaatst.”

Europa bindt de strijd aan met ‘lege dozen’

ATAD 3: Anti-Tax Avoidance Directive wil passieve vennootschappen belasten

In 2025 zal normaal gezien de nieuwe Europese Anti-Taks Avoidance Directive (ATAD 3) in werking treden. Deze regelgeving kadert in het streven van de Europese Unie om tot een rechtvaardig systeem voor bedrijfsbelastingen te komen. Met de nieuwe richtlijn wil de EU vermijden dat winsten en inkomsten uit dividenden of onroerend goed via een zogenaamde ‘shell company’ of passieve vennootschap onbelast zouden blijven.

Het is Europa menens om de bedrijfsbelastingen eerlijker te innen. Naast het princiepsakkoord om multinationals een minimumbelasting van 15% te laten betalen, zit de nieuwe ATAD 3-directieve in de laatste rechte lijn. Die wil shell companies, of bedrijven en holdings zonder reële economische activiteiten, aanpakken en een rapporteringsplicht opleggen. De intentie was al eerder aangekondigd, maar de komende weken wordt de laatste hand gelegd aan de concrete invulling van de richtlijn. Vervolgens zal die door de lidstaten moeten worden omgezet in nationale wetgeving.

Drie criteria

Zakenadvocaat Mark Delboo: “Om te bepalen of een holding effectief een lege doos is, worden drie criteria gehanteerd. Ten eerste: vormt passief inkomen – inkomsten uit dividenden, interesten, aandelen, royalties en onroerend goed – meer dan 65% van het inkomen van de holding? Ten tweede: wordt meer dan 55% van de inkomsten gerealiseerd via grensoverschrijdende transacties? Of bevindt 55% van de boekwaarde van de activa zich buiten de staat van vestiging van de vennootschap? En ten derde: wordt de dagelijkse bedrijfsvoering en de besluitvorming uitbesteed aan een derde partij?”

Als het antwoord op deze drie vragen positief is, gaat ATAD 3 ervan uit dat het om een shell company gaat en geldt een nieuwe rapporteringsplicht in de belastingaangifte. “Voor Europa heeft zo’n bedrijf dan geen substantiële activiteit in het land van vestiging. Ze kan het recht op de voordelen uit de moeder-dochterrichtlijn verliezen. Bovendien komt zo’n vennootschap ook niet meer in aanmerking voor het toepassen van een dubbelbelastingverdrag. Dat betekent dat ze dus toch twee keer belast kan worden: in het land van vestiging en in het land waar de bestuurder woont. Dat kan een behoorlijk zware impact hebben.”

Nu al actie ondernemen

Hoewel de inwerkingtreding pas in 2025 wordt verwacht, wordt best nu al actie ondernomen. “Want de criteria zullen worden toegepast op de laatste twee jaar voor de inwerkingtreding van de nieuwe directieve. Vanaf 2023 dus”, weet Delboo. “Specifiek voor ons land weten we dat ATAD 3 een probleem kan vormen voor nogal wat families die hun vermogen gestructureerd hebben met een holding die ook een Luxemburgse vennootschap omvat.”

In die gevallen moet dus naar een oplossing worden gezocht. “Er is een mogelijkheid om te bewijzen dat de vermeende shell company toch voldoende substantie heeft. Maar dan moet er een effectief kantoor zijn in Luxemburg, met personeel, en je moet ook zelf het dagelijks management voeren. Voor wie in België woont, lijkt dat moeilijk. Bovendien bestaat het risico dat de vestiging dan alsnog als een Belgische vennootschap wordt beschouwd door onze fiscus”, waarschuwt de zakenadvocaat. “Ook een liquidatie is allicht geen optie, wegens bijkomende belastingen.”

De vennootschap repatriëren

De meest aangewezen piste is volgens DELBOO Advocaten het repatriëren van de Luxemburgse vennootschap naar België. “Op zich maakt het fiscaal eigenlijk niet zoveel uit: België is een goed land voor holdings. Met een repatriëring kan je ook zorgen voor juridische en boekhoudkundige continuïteit. De holding is misschien wat makkelijker op te sporen door derden, maar dat is zowat het enige verschil.”

De tijd dringt dus voor wie een Luxemburgse vennootschap heeft, die mogelijk in het vizier loopt van de nieuwe richtlijn. Mark Delboo: “Ons kantoor is van mening dat de zetel beter vroeg dan laat wordt verplaatst. In zo’n geval bekijken we eerst of de vennootschap effectief onder ATAD 3 valt. Zo ja, dan bereiden we het dossier voor, vragen we een ruling aan bij de Belgische fiscus, en vervolgens moet je rekenen op een doorlooptijd van een goeie zes maanden om alles ook administratief geregeld te krijgen. De Luxemburgse boekhoudkantoren die instaan voor het dagelijks beheer werken niet altijd mee. Ze zien niet graag een klant vertrekken, daarom moet je dus wat extra geduld oefenen.”

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details