Burgemeester Bart Tommelein van Oostende aan het woord

“We plukken de vruchten van onze keuze voor de blauwe economie”

Het is een bijzonder drukke zomer geweest in Oostende. De stad aan zee kon na twee coronazomers weer herademen. Burgemeester Bart Tommelein (Open Vld) is dan ook een tevreden man. Hij ziet bovendien ook nieuwe impulsen voor de haven en de luchthaven en stelt vast dat de keuze voor de blauwe economie, die Oostende reeds een tijd geleden maakte, stilaan resultaat oplevert. 

Burgemeester, de zomervakantie maakt of kraakt het jaar voor vele Oostendse ondernemers. Was het een geslaagd seizoen? 

Bart Tommelein: Het was één van de beste zomers van de voorbije jaren. In elk geval de beste voor mij sinds ik in 2019 burgemeester geworden ben. (lacht) Ik denk dat alle factoren mee zaten: de mensen hebben tijdens corona vakantie in eigen land herontdekt, we hadden een zonovergoten zomer en het zomerprogramma met cultuur en evenementen was goed gevuld. Het resultaat was een hectische zomer met veel bezoekers, en voor de toeristische ondernemers, handelaars en horeca-uitbaters zal dit dus een mooi jaar zijn. Bovendien was er al bij al weinig overlast. Een stad kent altijd wel wat probleempjes, maar ik heb geen grote incidenten gezien. Wel waren er veel verloren gelopen kinderen, vaak Franstaligen. We bekijken met de politie en kustredders hoe we dat nog beter kunnen aanpakken. Ik kaart dat ook in Brussel aan trouwens: onze politie staat tijdens die periode sterk onder druk, wij kunnen niet al onze investeringen opschalen op basis van een topbezetting gedurende twee maanden. 

Is er nog veel leegstand in de stad nu? Of hebben de meeste zaken corona overleefd? 

Bart Tommelein: Ik denk dat de goeie zomer voor veel mensen welkom was om de kater van twee slechte jaren door te spoelen. Als stad beslisten we ook dat de grotere coronaterrassen, die een deel van het openbaar domein innamen, mochten blijven staan. Dat komt de gezelligheid ten goede. Op het vlak van leegstand zijn de cijfers bemoedigend, ook omdat we dat strikt aanpakken. Wel zien we een verschuiving van verspreide handelszaken naar meer concentratie in het centrum van de stad. De vlotte bereikbaarheid en het feit dat we als handelscentrum toch ook buiten de zomer in trek zijn, is daar niet vreemd aan. 

Toerisme, horeca en handel zijn cruciale sectoren, maar wat zijn de andere economische troeven van Oostende? 

Bart Tommelein: Onze haven, die eerder dit jaar zijn 25ste verjaardag vierde, is direct en indirect toch goed voor ruim 9600 jobs. De keuze voor de blauwe economie, waar mijn voorgangers en dan vooral Johan Vande Lanotte pioniers in waren, is de juiste geweest. De offshore windsector is vandaag een belangrijke schakel in onze energievoorziening. Ze levert ook veel werkgelegenheid op voor hooggeschoolden. Kijk naar het feit dat hoogspanningsbeheerder Elia hier ook een vestiging opent! 

Bovendien zien we steeds meer concrete investeringen in de sector van de blauwe economie op ons grondgebied: het onderzoek naar getijdenenergie, de laboratoria van de UGent in de Bluebridge incubator, de komst van ECA dat onderwaterdrones gaat bouwen, de opstart van een duurzame zalmkwekerij van Columbi Salmon en niet in het minst: de beslissing om de Navy Academy van de marine bij ons uit te bouwen … De toekomst oogt dus mooi, want dit gaat ook bijkomende werkgelegenheid creëren voor toeleveringsbedrijven.

Welke ontwikkelingen ziet u nog in de industrie?

Bart Tommelein: In het verlengde van de blauwe economie, hebben we samen met de POM West-Vlaanderen en UGent het Ostend Science Park in het leven geroepen. Dat wetenschapspark moet een hub van 16 hectare worden waar bedrijven actief in mariene en maritieme ontwikkelingen, zich vestigen en samen met onderzoekers hun innovaties vorm geven. Daarnaast zijn er ook mooie investeringen op Plassendale. Ik denk bijvoorbeeld aan de familie Depuydt van UpFresh dat een nieuw hoogbouwmagazijn bouwt. Ik ben een groot voorstander van dergelijke projecten, want de beschikbare ruimte in Oostende, met amper 40 km² de kleinste Vlaamse centrumstad in oppervlakte, is ­beperkt.

Heeft Oostende dan nog ruimte op overschot voor nieuwe bedrijven? 

Bart Tommelein: Ik ga niet ontkennen dat dat een probleem is. Daarom spreek ik met mijn collega’s-burgemeesters van Bredene, Middelkerke, Gistel en Oudenburg over hoe we op regionaal vlak kunnen samenwerken om de economie van de hele streek te versterken. Daarnaast zijn er mogelijkheden via reconversie van oude sites. Een mooi voorbeeld is het Entrepotgebouw aan het Vlotdok, erfgoed dat nu geherwaardeerd wordt door het havenbestuur en een kantorencomplex zal huisvesten.

In welke sectoren ziet u potentieel voor de toekomst? 

Bart Tommelein: Ik stel de laatste tijd een hernieuwde interesse vast in onze luchthaven. Het heeft lang geduurd voor daar beweging in zat, al heeft de coronapandemie daar natuurlijk ook mee te maken. Nochtans is dit zowel qua ligging als uitrusting een interessante plek. De landingsbaan op Oostende is 3km lang, wat betekent dat alle soorten vliegtuigen hier kunnen landen. De parking is net vernieuwd en de dienstverlening is verder uitgebouwd. Bij de private sector zijn er partijen die hierin mee zouden willen investeren. Ik zie verscheidene mogelijkheden voor groei: nog meer passagiersvluchten, het onderhoud van vliegtuigen, de evolutie in de dronesector, logistieke activiteiten … Voor buitenlandse investeerders kan onze luchthaven een interessante hub zijn voor Europese activiteiten.

Op welke manier geeft de stad het economisch beleid vorm? 

Bart Tommelein: Een tijd geleden al werd het Economisch Huis Oostende gelanceerd, bedoeld als aanspreekpunt voor ondernemers. In het begin is dat een moeilijk verhaal geweest. Maar intussen zit het project weer op het juiste spoor. We sturen doelbewust en consequent ondernemers en zelfstandigen naar deze organisatie door voor al hun vragen en problemen rond ondernemen in Oostende. Nog niet zo lang geleden hebben we ook een infodag gehouden met als doel om onze stad te promoten bij potentiële investeerders. Dat was een succes, omdat we aantonen wat de troeven van Oostende zijn en mensen daarvan kunnen overtuigen.

Het Economisch Huis Oostende voerde ook al campagnes rond knelpuntberoepen. Blijft tewerkstelling een aandachtpunt? 

Bart Tommelein: Absoluut. Het EHO biedt ons als stad de mogelijkheid om mee aan de kar te trekken om vacatures ingevuld te krijgen en zo ook onze bedrijven te ondersteunen. We willen daar trouwens nog een stap verder in gaan. We gaan het oude politiekantoor in de Alfons Pieterslaan in erfpacht nemen en willen daar het Economisch Huis, maar ook de VDAB onderbrengen. Door de werkwinkel en vorming te koppelen met onze economische dienstverlening, willen we maximaal onze rol spelen om mensen aan een job te helpen.

Tot slot, in welk dossier wil u liefst nog deze legislatuur knopen doorgehakt zien?

Bart Tommelein: Ik hoop dat het dossier van de Thermen zo snel mogelijk opgelost geraakt. Dit dossier, dat ook de renovatie van de Koninklijke Gaanderijen omvat, is financieel een zware dobber. Maar deze plek heeft zoveel potentieel. Wij zouden er graag de activiteiten van Mu.ZEE in onderbrengen omdat de combinatie van erfgoed, hotel, museum en cultuur elkaar versterkt. En als stad willen we de komende jaren absoluut verder inzetten op het verblijfstoerisme. In dat kader kan dit een echte trekker worden.