Als West-Vlaamse provinciehoofdstad kan Brugge bogen op een rijke economische geschiedenis. Vandaag heeft ze een sterk uitgebouwde toeristische en horecasector, een diversiteit aan familiale kmo’s en bedrijfsclusters rond de haven van Zeebrugge en in engineering en mechatronica. Burgemeester Dirk De fauw (CD&V) is positief gestemd: het bedrijfsleven heeft de coronapandemie goed doorstaan en zowel in de haven, in de zorg- en welzijnssector als rond startups biedt zich een potentieel voor verdere groei aan.
Burgemeester, laten we beginnen met een actueel dossier: de fusie van de haven van Zeebrugge met Antwerpen is eindelijk een feit. Wat zal dit betekenen voor Brugge en de regio?
Dirk De fauw: Het samengaan van beide havens is een belangrijk gegeven. Het moet duurzame groei mogelijk maken op beide locaties. De eengemaakte haven wordt de belangrijkste containerhaven in Europa, goed voor 157 miljoen ton per jaar. We zijn één van de grootste breakbulkhavens, de grootste voor overslag van voertuigen en uiteraard blijven we ook één van de belangrijkste chemische hubs in Europa.
We creëren nu een havenbedrijf dat het beste van twee werelden combineert: we willen groeien in diepzee en short sea containeractiviteiten Er moet daarvoor verder geïnvesteerd worden, met een evenwichtige verdeling over beide platformen: er is een akkoord over extra containercapaciteit in Antwerpen en het project voor de nieuwe zeesluis in Zeebrugge moet onverkort worden verdergezet. Daarnaast willen we beide locaties veel meer met elkaar connecteren door het optimaliseren van het goederenspoorvervoer, het uitbreiden van de estuaire vaart en ook een verbinding via pijpleidingen staat hoog op de prioriteitenlijst.
De eengemaakte haven zal een belangrijke motor blijven voor economische ontwikkeling in onze regio. We zien een meerwaarde voor de klanten in Zeebrugge, voor de bedrijven die toeleveren, voor de werkgelegenheid en voor de globale welvaart van onze stad.
Welke domeinen bieden nieuwe mogelijkheden voor de Zeebrugse haven?
Dirk De fauw: We nemen resoluut het voortouw in de uitbouw van een duurzame haven van de toekomst. De combinatie van de Antwerpse industriële cluster en onze ligging aan de Noordzeekust biedt een unieke kans om bij te dragen aan de energietransitie. Zo hebben we de ambitie om een katalysator te zijn voor de waterstofeconomie door als importhub te fungeren voor groene waterstof. Samen met De Blauwe Cluster, het hoger onderwijs en het bedrijfsleven bekijken we hoe we de blauwe economie nog verder kunnen ontwikkelen.
Ook op het vlak van digitalisering biedt de gecombineerde haven sterke troeven om de logistieke keten efficiënter, betrouwbaarder en nog veiliger te maken. Zeebrugge had al een aantal projecten lopen, maar die kunnen we nu opschalen en verder verbeteren.
Brugge kent een economisch weefsel met veel kmo’s en een grote toeristische en horecasector. Hoe hebben die ondernemingen de coronapandemie doorstaan?
Dirk De fauw: Al bij al zijn onze bedrijven die periode goed doorgekomen. Bijna de helft van de bedrijven die gezond was voor de crisis, doet het ook nu goed. 44% heeft een behoorlijke impact ondervonden, en dan gaat het vaak over horeca en detailhandel, sectoren die sterk afhankelijk zijn van toeristische activiteit. De resterende kleine groep van zo’n 6% betreft bedrijven die ook voor de crisis al in slechte papieren zaten.
Sinds begin dit jaar voelen we het toerisme weer aantrekken: naast het binnenlands toerisme dat tijdens de pandemie een sterke boost kreeg, zien we dat Fransen, Duitsers en vooral Nederlanders vaker naar onze stad komen om te shoppen. En grote Spaanse reisorganisatoren hebben Brugge als toeristische bestemming ontdekt. Dat alles leidt ertoe dat de hotels tijdens de weekends alweer drukbezet zijn. Voor de midweek verwachten we veel van het heropleven van het congrestoerisme, onder meer dankzij ons gloednieuwe BMCC.
In welke sectoren ziet u economisch potentieel voor de toekomst?
Dirk De fauw: We moeten verder bouwen op onze sterktes, maar een tandje bijsteken op het vlak van innovatie en ontwikkeling. Brugge heeft bijvoorbeeld een grote zorg- en welzijnssector. In samenspraak met de sector en het hoger onderwijs zullen we een innovatiemanager in dienst nemen, die de noden in kaart moet brengen waarrond we actie kunnen ondernemen. Zo hopen we tot een ecosysteem te komen van partners die innovaties willen ontwikkelen, testen en implementeren.
Voorts is er veel te doen rond klimaatverandering, duurzaamheid en circulaire economie. Schepen Minou Esquenet heeft ons Klimaatplan gecoördineerd, waarmee we nu concreet aan de slag gaan om van Brugge een klimaatrobuuste stad te maken. We willen ook een hub worden voor circulaire initiatieven en zullen daar de eerste acties rond opzetten met de provincie.
Eén van de problemen waar Brugge mee geconfronteerd wordt, is dat de stad veel minder uitstraling geniet onder start-ups dan bijvoorbeeld Gent of Kortrijk. Wat biedt het stadsbestuur voor startende ondernemers?
Dirk De fauw: Via het project Turbo stimuleren we student-ondernemers in het hoger onderwijs. Daar begint het immers mee: jonge gasten enthousiasmeren om zelf iets te beginnen. De POM biedt startende ondernemers met ‘Start and Go’ 1.000 credits aan om advies in te kopen. Als stad geven wij daar voor Bruggelingen 200 credits bovenop. En we hebben aan het station de incubator Brugge.Inc opgericht, samen met Voka, waar intussen al 12 start-ups een onderkomen hebben gevonden. Ze zijn volop aan het aanwerven, wat een goed teken is. We zoeken nu naar een geschikte locatie om die incubator verder uit te breiden. En op het bedrijventerrein Chartreuse, dat in de steigers staat, voorzien we ook een plaats voor spin-offs van de hogescholen en universiteiten die in Brugge gevestigd zijn.
Een ander pijnpunt: de ondernemerswereld blijft vragen naar extra ruimte om te ondernemen. Zit er schot in de zaak?
Dirk De fauw: Na vele jaren van getouwtrek zijn we er eindelijk in geslaagd om meer dan 50 hectare nieuwe bedrijventerreinen voor onze regio te verkrijgen: De Spie, Sint-Elooi en Chartreuse zullen hopelijk tegen 2024 beschikbaar zijn. Daarnaast blijven we ook ijveren voor een nieuw bedrijventerrein langs de Blankenbergsesteenweg, naast de locatie die voorzien is voor het nieuwe stadion van Cercle Brugge. Ik hoop dat we daar toch ook een doorbraak kunnen realiseren in de loop van 2022.