“De war for talent is een goede zaak voor onze medewerkers”
Maatwerkbedrijven vormen een essentiële schakel in onze economie. Enerzijds omwille van hun maatschappelijke rol: kansen geven aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om toch aan het werk te gaan. Anderzijds omwille van hun economische rol als toeleverancier van de reguliere bedrijfswereld. Hoe gaan maatwerkbedrijven om met thematieken als de energiecrisis en de war for talent? En hoe kijken ze naar de toekomst, nu een recessie dreigt? Business Vlaanderen bracht vier directeurs rond de tafel: Gunther Bamelis (Forena Groep), Karolien Hulsbosch (Zonnehoeve Production), Tim Vannieuwenhuyse (WAAK) en Tom Wauters (Ateljee vzw).
Het mag duidelijk zijn: net als veel bedrijfsleiders moeten ook directeurs van maatwerkbedrijven vandaag goeie crisismanagers zijn. Onze gasten blijken de coronapandemie al bij al goed te hebben overleefd. “Ateljee vzw omvat onder meer kringwinkels en horeca-activiteiten”, legt Tom Wauters uit. “We hebben gemerkt dat de consument zich meer bewust is geworden van duurzaamheid. Tijdens de eerst golf kregen we veel meer goederen binnen dan anders, wat een uitdaging vormde voor ons voorraadbeheer. We zagen ook dat mensen meer kochten in de kringwinkels. Gelukkig maar, want zo konden we het verlies in onze horecawerking compenseren. Die was lang dicht, en de bezettingsgraad halveerde.”
Voor Zonnehoeve Production uit Nazareth, dat 70% van zijn omzet haalt uit de productie van bedden, lattenbodems en andere houtverwerking, was corona al bij al een goeie periode. Karolien Hulsbosch: “Toen we de productie weer mochten opstarten, steeg de vraag naar onze producten fors. Heel veel mensen investeerden immers in hun woning: een nieuwe slaapkamer, nieuwe deuren, enzovoort… voor ons was dat een meevaller. Maar er is ook een keerzijde: de houtprijs steeg in 2020 sterk en de levertermijn ging van 2 weken naar 5 à 6 maanden. We hebben dus een ruimere voorraad moeten aanleggen, waarvan we niet weten of we die kostprijs finaal ook zullen kunnen doorrekenen. Want intussen daalt de houtprijs terug.”
Gunther Bamelis, hoofd van de Forena Groep die maatwerkbedrijven ’t Veer en Sowepo overkoepelt, herkent zich in dat verhaal: “Met activiteiten in o.a. metaalbewerking, assemblage en houtbewerking zijn wij in sectoren actief die corona goed zijn doorgekomen. We hadden de juiste klanten, blijkbaar. En met onze confectieafdeling speelden we in op de opportuniteit om mondmaskers te produceren in eigen land. Maar ook wij worden nu geconfronteerd met stijgende grondstoffen- en energieprijzen. We moeten dat nauwgezet opvolgen.”
Voor WAAK is de pandemie een keerpunt geweest, met een blijvende impact op de strategie. “Wij zijn een grote organisatie met meer dan 2000 medewerkers. We hebben ons zo georganiseerd dat medewerkers in beperktere groepen van 100 de activiteiten veilig konden hervatten. Hierdoor konden we wel niet hetzelfde volume van werk aan”, vertelt Tim Vannieuwenhuyse. “We hebben dus keuzes moeten maken en sommige klanten bewust afgebouwd. Daardoor verzetten we in de tweede helft van 2020 uiteindelijk evenveel werk als een jaar eerder. Maar er is minder complexiteit. We worden met andere woorden productiever, door meer van hetzelfde doen. Een uitstekende zaak voor onze medewerkers. We zetten die strategie dus voort.”
Intussen zijn we in de volgende crisis beland, met een mix van hoge energieprijzen, inflatie en economische onzekerheid. Als toeleverancier in een korte keten, ziet de maatwerksector nu al een recessie aan de horizon. Gunther Bamelis: “Ik hou toch mijn hart vast. We voelen dat sommige klanten aarzelen en dat bepaalde orders worden uitgesteld of zelfs ingetrokken. Als dat aanhoudt, moeten we wellicht opnieuw technische werkloosheid inroepen. En dat is voor onze mensen echt geen goede zaak. Ze hebben al een laag inkomen, als ze dan terugvallen op nog minder, terwijl alles duurder wordt … we zullen in elk geval een goeie begeleiding voorzien via onze sociale dienst.”
Ook Zonnehoeve Production voelt de impact. “De consument houdt de vinger op de knip. Als gevolg daarvan zagen wij de productie van goedkopere bedden al stilvallen. Maar sinds kort zien we ook de orders voor luxueuzere bedden vertragen. Dat geeft aan dat er echt wel iets aan de hand is: algemeen vallen klanten in de meubelsector stil en ook de bouwsector kent een terugval”, weet Karolien Hulsbosch. “Gelukkig werken we nauw samen met collega’s-maatwerkbedrijven in de regio, waardoor een aantal medewerkers nu bij hen worden ingezet.”
Tim Vannieuwenhuyse wijst op het pijnpunt van de oplopende kosten: “Ook wij hebben ons voorraadbeheer aangepast. Je wil voldoende stock hebben, maar tegelijk het risico rond de voorfinanciering beperken. Met een aantal klanten hebben we daar afspraken over kunnen maken. Wat energie betreft, voelen wij het ook. We investeerden al in eigen PV-panelen op onze daken, op dat vlak is er eigenlijk geen winst meer te boeken. En dan is er de loonindexatie, vanaf januari betekent dat voor WAAK een stijging van 4,5 miljoen op een loonmassa van 45 miljoen. Die indexatie wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd via de indexatie van onze subsidies. We zullen onze financiën dus goed moeten bewaken.”
Maatwerkbedrijven zien ook specifieke problematieken die aandacht vereisen. Het afschaffen van het verplichte ziektebriefje voor één dag afwezigheid, bijvoorbeeld. “Onze doelgroep is vatbaar voor een korte afwezigheid wegens ziekte. Dat is niet erg, we hebben daar een beleid rond waarbij mensen in eerste instantie contact opnemen met hun teamleider. Bij herhaalde korte afwezigheden volgt een gesprek met de arbeidscoach om te detecteren waar het werkelijke probleem zit. We zullen onze aanpak wellicht nog moeten intensifiëren als het verplichte ziektebriefje wordt afgeschaft. Dat is een extra rem die wordt weggenomen. Als mensen ziek zijn, moeten ze thuis blijven maar de werkelijke oorzaak blijkt meestal elders te liggen”, aldus Tom Wauters.
Ondanks alles blijven de vier directeurs hoopvol voor de toekomst. Tim Vannieuwenhuyse ziet positieve evoluties op de arbeidsmarkt: “Onze ambitie blijft om elke dag een maatwerker in dienst te nemen bij WAAK. Ter vervanging van mensen die met pensioen gaan, maar ook bijkomende krachten. We stellen vast dat ook wij meer inspanningen moeten leveren als gevolg van de war for talent. Maar voor maatwerkers is het een zeer goede zaak dat de drempel in de reguliere bedrijven naar beneden gaat en dat ze daar meer kansen krijgen. We geloven ook sterk in het potentieel van de ecologische economie, omdat het de beste kansen biedt op duurzame tewerkstelling voor onze maatwerkers.”
Nieuwe medewerkers aantrekken voor het omkaderend personeel blijft een uitdaging. “Ongelooflijk hoeveel mensen nog altijd een verkeerd beeld hebben van een maatwerkbedrijf”, stelt Karolien Hulsbosch. “Maar als je hen een rondleiding geeft en toont hoe sterk we lijken op een regulier bedrijf, met machines, procedures en digitale toepassingen, met daarbovenop onze sterke sociale doelstelling, dan zijn ze nog meer gemotiveerd. We kunnen en moeten onze troeven nog veel meer uitspelen.”
Gunther Bamelis ziet positieve trends in de intensere samenwerking en schaalvergroting in de sector. “Sowepo uit Poperinge heeft aansluiting gezocht bij ’t Veer. Samen vormen we nu de Forena Groep. Daardoor kunnen we onze overheadkosten en investeringen in IT delen, kunnen we onze omkadering verbeteren, wetgeving nog beter opvolgen, enzovoort. We moeten er enkel over waken dat we een groep op mensenmaat blijven. Daarnaast geloof ik sterk in de samenwerking met andere collega’s, via de federatie Groep Maatwerk en via het platform Vierwerk waarin de West-Vlaamse maatwerkbedrijven kennis en ervaringen delen. Zo geraken we ook weer vooruit.”
“De circulaire economie is de toekomst. Met onze kringwinkels zitten we al volop in dat verhaal van hergebruik en recyclage. Ik zie nog veel potentieel om daar verder in te gaan. We moeten bekijken hoe we reststoffen kunnen opwaarderen en nog meer in upcycling kunnen gaan”, oppert Tom Wauters. “Door mee te evolueren, zullen we ook onze tewerkstelling duurzaam kunnen maken en misschien het aanbod aan activiteiten nog verder kunnen diversifiëren.”