“Een cruciaal fundament voor de groene waterstofeconomie in Vlaanderen”
In Zeebrugge is de bouw gestart van de eerste groene waterstoffabriek van België. Dat is waterstof die opgewekt wordt met zonne- of windenergie, waarbij er geen broeikasgassen worden uitgestoten. De technologie is veelbelovend, maar de productiekosten blijven hoog en de praktische inzetbaarheid is nog onzeker. Is groene waterstof de heilige graal in de energietransitie, of een dure gok?
België loopt achter op zijn klimaatambities en een versnelling is broodnodig. Waterstof kan daarin een sleutelrol spelen. Zo biedt het een energieoplossing voor sectoren waar directe elektrificatie niet haalbaar is, zoals de zware industrie en transport. Daarnaast kan waterstof ook als buffer dienen voor hernieuwbare energie, zodat het elektriciteitsnet stabieler blijft.
Toch is de technologie niet onomstreden: de productie ervan is vrij duur en vergt enorme hoeveelheden stroom. Bovendien is niet alle waterstof even groen, want vandaag wordt ze grotendeels geproduceerd uit fossiele brandstoffen, waarbij nog steeds veel CO2 uitgestoten wordt.
De grote doorbraak zou moeten komen van groene waterstof, die gemaakt wordt met elektriciteit uit zonne- of windenergie. Maar ook aan de productie van die groene waterstof hangt een stevig prijskaartje. Zo moet er eerst elektriciteit opgewekt worden. Dat verklaart mee waarom de vraag naar het product voorlopig eerder beperkt is. “Toch geloof ik dat groene waterstof een gamechanger zal zijn. Vandaag heb je vooral schaal nodig”, stelt Paul Tummers van Virya Energy, het dochterbedrijf van de Colruyt Group dat één van de gangmakers is van het consortium achter de Zeebrugse waterstofcentrale.
Dat consortium, waar ook Messer, een fabrikant van industriële gassen, investeringsholding Hyoffgreen en de Vlaamse Energieholding deel van uitmaken, investeert 80 miljoen euro om de eerste groene waterstofcentrale van België te realiseren. “Het zal in eerste instantie gaan om een productie-eenheid van 25 megawatt en de bedoeling is dat we de opgewekte waterstof zowel verkopen aan industriële klanten als gebruiken om het elektriciteitsnet in evenwicht te houden”, verduidelijkt Tummers.
Als alles volgens schema verloopt, moet de centrale tegen het derde kwartaal van dit jaar operationeel zijn. Hierdoor kan ons land zijn uitstoot jaarlijks met 25.000 ton verminderen. Ter vergelijking: in 2024 stootte België in totaal 98.6 miljoen ton CO2 uit. “Elke besparing helpt om onze klimaatdoelen te halen”, zegt Annett Beier, directeur van Messer. Toch blijft de vraag of er op termijn een voldoende grote afzetmarkt voor waterstof zal zijn. Momenteel hebben bijvoorbeeld slechts enkele constructeurs concrete plannen om wagens op waterstof te bouwen. “Het is duidelijk dat de toekomst zal liggen in een mix zijn waterstof- en batterijvoertuigen”, erkent Beier.
Volvo Trucks, dat een fabriek in Gent heeft, is alvast één van de constructeurs die volop op waterstoftechnologie inzet. Vorig jaar kondigde het aan dat het in 2026 start met de eerste testen op de weg van vrachtwagens met waterstofverbrandingsmotoren. Die motoren maken gebruik van High Pressure Direct Injection, een techniek waarbij een kleine hoeveelheid ontstekingsbrandstof onder hoge druk wordt geïnjecteerd om ontsteking mogelijk te maken. Volledig CO2-neutraal zijn die vrachtwagens dus niet, maar toch vallen ze omwille van hun zeer lage CO2-uitstoot onder de categorie ‘Zero Emission Vehicles’. Hét grote voordeel is hun rijbereik, dat dicht bij dat van dieselvrachtwagens zal liggen.
Gezien groene waterstof op dit moment nog niet op grote schaal geproduceerd wordt, kan de centrale in die waardeketen een belangrijke rol gaan spelen. Maar of dat voldoende zal zijn om de fabriek rendabel te maken, blijft een open vraag. Daarom kijkt het consortium ook breder, bijvoorbeeld om de geproduceerde waterstof te injecteren in het aardgasnet. “Het wordt in ieder geval cruciaal om de hele keten in acht te nemen, zodat elk stukje perfect op elkaar is afgestemd”, klinkt het bij Teresa Ribera, Europees Commissaris voor Klimaatactie.
In dat kader wordt de nieuwe centrale ook een proeftuin, waarmee België zich in de voorhoede van de waterstofeconomie positioneert. “De vraag naar groene waterstof zal de komende jaren alleen maar toenemen, en met deze centrale kunnen we een pioniersrol spelen. Dit project vormt een cruciaal fundament om de groene waterstofeconomie in onze regio verder uit te bouwen”, besluit Vlaams minister-president Matthias Diependaele.