“Het allermooiste cadeau is mensen kansen geven”
“Je moet de tijd de tijd geven” is de lijfspreuk van ondernemer Ivan De Witte. In combinatie met zijn volharding en visionaire kwaliteiten slaagde hij erin de hr-sector heruit te vinden, een voetbalclub te reanimeren en een nieuw, multifunctioneel stadion uit de grond te stampen. Hij is dus een veelzijdig man. Oprichter en voorzitter van Hudson, de pionier en marktleider in hr, die hij in 1982 oprichtte onder de naam De Witte & Morel. Familieman die in 2012 geconfronteerd werd met het grootste verlies dat een ouder kan overkomen. Voetbalfan in hart en nieren, die vorig jaar na 25 jaar afscheid nam als voorzitter van KAA Gent. We maken de balans op met Ivan De Witte.
Ik ging naar de kleuterklas in het kleine dorp Moortsele. Als je goed gepresteerd had in de klas, werd je beloond met een medaille. Dat herinner ik me nog goed. Het zegt iets over hoe ik in het leven sta. Presteren, iets tot een goed einde brengen, resultaat halen, is voor mij essentieel. Toen we het nieuwe stadion van KAA Gent bouwden, liep dat niet van een leien dakje. Er zijn twee mensen die nooit opgegeven hebben: de toenmalige burgemeester van Gent Daniël Termont en ikzelf. Er waren aanvankelijk geen fondsen om het stadion te bouwen, er waren vergunningsperikelen, enz… maar dat heeft ons net aangevuurd om door te zetten. Eens het gebouw er stond vond ik het ook wel een prestatie waarvoor je een medaille verdient (lacht). Wie zegt dat erkenning niet belangrijk is, spreekt de waarheid niet. Als je waarde erkend wordt door anderen, dan presteer je alleen maar beter. Dat is zo in het voetbal, in het bedrijfsleven en in het gezinsleven. Waardering haalt het beste in de mens naar boven. Ja, dat moment in de kleuterklas is zo’n beetje de blauwdruk voor heel mijn latere carrière. Ik heb een grote wilskracht. Ik geef nooit op.
Ik heb waardevolle lessen geleerd van verscheidene mensen, in verschillende levensfasen. Op het Sint-Lievenscollege in Gent, op de universiteit, bij Sidmar, in de VS, in het topvoetbal. Maar de belangrijkste les kreeg ik mee van mijn moeder, van wie ik werkkracht en fierheid mee gekregen heb. Mijn ouders hadden een slagerij, daar heb ik leren werken. Ik geloof dat veel overtuigingen en ideeën zich vormen in je jeugdjaren.
Doe geen dingen waar je spijt van krijgt, dat zei mijn moeder ook. Dat vraagt een zekere bedachtzaamheid. Ik kan lang en diep over de dingen nadenken. Ik neem de tijd. Maar een mens doet altijd wel iets waar hij spijt van heeft. Dat is ook typisch aan ondernemen, het impliceert risico’s nemen. En niet alles wat je onderneemt lukt ook. Maar over het algemeen is de balans positief en heb ik weinig gedaan waar ik spijt van heb of dat niet is gelukt. “Laat ons nog één keer proberen”, zeg ik altijd (lacht).
Ik denk dat ik mijn kinderen soms te veel verwend heb. Ze zagen mij niet voldoende en als ik hen zag, wilde ik dat compenseren. Wat ik hen niet kon geven in tijd, wilde ik goedmaken met vrijheden en materiële zaken. Mijn vrouw was daar veel strikter in. Gelukkig. Intussen hebben ze wel geleerd dat niet alles vanzelf komt in het leven. Maar dat zou ik toch niet meer doen.
“Il n’y a pas mille solutions”, zeggen ze in het Frans. Als je een onderneming opbouwt met driehonderd mensen en als je dan ook nog een uit de hand gelopen hobby hebt als het voetbal, dan moet je dat ergens compenseren. Een dag heeft maar vierentwintig uren. En ik was bijna àltijd aan het werk, dag en nacht. Finaal koop je dan thuis de tijd. Maar spijt hebben van iets uit het verleden heeft geen zin. Ik heb vaak in de Verenigde Staten gewerkt, waar ze zeggen: “So be it”. Het is wat het is.
Een belangrijk devies voor mij is: “Er is geen hoop nodig om te ondernemen, noch succes om te volharden.” Mooie woorden van Willem Van Oranje. Toen we met Hudson België onderdeel werden van de Amerikaanse groep zei men: “Dit gaat je niet lukken, doe het niet”. Maar na een jaar zat ik in de boardroom in New York. Vooral een kwestie van volharding. Je moet je onderscheiden door hard te werken én te volharden. Er zat toen ook een bewijsdrang achter, ik wilde de twijfelaars laten zien dat het me wél zou lukken.
Volharden vraagt ook geduld. Eens ik mij een doel gesteld heb, laat ik niet vlug los. Dat geduld is niet oneindig, maar ik kan lang wachten. Ik ben ervan overtuigd dat bepaalde dingen zich pas na enige tijd oplossen. Je moet de tijd de tijd geven. Neem de voorbije regeringsvorming. Die heeft zes maanden geduurd. Er was nooit een regering gekomen zonder die zes maanden. Er was tijd nodig, gewenning. Mensen moesten de kans krijgen om naar elkaar toe te groeien, ideeën moesten rijpen. Dat doe je niet op een maand tijd. Er zijn een hoop omgevingsfactoren die meespelen en die je niet kan afdwingen als de tijd er niet rijp voor is.
Let wel: de tijd de tijd geven wil niet zeggen dat je passief moet afwachten. De tijd biedt de gelegenheid om alles in de plooi te laten vallen. En intussen kan je manoeuvreren en zachtjes duwen om die juiste plooi te helpen vinden. Tegenwoordig moet alles meteen gebeuren, mensen gaan zaken forceren. En dat is de sleutel tot mislukking.
Het allermooiste cadeau is mensen kansen geven en helpen om ze te realiseren. Dat geldt voor je kinderen, voor medewerkers in je bedrijf, in het voetbal,… Als je ziet hoe gedreven die jonge spelers van zestien jaar zijn om kansen te grijpen, dat is prachtig. Hen helpen zich te ontwikkelen, dat is een schone cadeau. Dat er mensen in je geloven is enorm versterkend voor het zelfvertrouwen en blijft je je leven lang bij.
Dat heb ik zelf ook ondervonden. Mijn eerste jaar aan de KU Leuven was geen overdonderend succes. “Het is misschien beter dat je eerst je legerdienst vervult om discipline te verwerven”, zei mijn vader. Toen ik daarna bedrijfspsychologie ging studeren in Gent, ben ik afgestudeerd met grote onderscheiding. Mijn moeder is mij al die tijd kansen blijven geven. Ook als het misliep.
Val ik in herhaling als ik volharding noem? (Lacht) Men heeft mij wel eens visionair genoemd en daar zit wel een kern van waarheid in. Christine Raynaud, een dame met wie ik heel graag gewerkt heb in Parijs, zei ooit: “Il est un magicien.” Omdat ik redelijk vlug een visie heb over waar we willen landen. Zelfs in woelige wateren. Mensen noemen dat soms het ‘vuurtoreneffect’. Ook als het stormt, ga ik gestaag op het doel af. Je verandert geen club aan de rand van een faillissement in een kampioen zonder visie en volharding.
Een ander talent is verbinden, bruggen slaan tussen mensen. Je mag nog zo goed weten waar je naartoe wil, als je anderen niet mee krijgt, heeft het geen zin. In een groot bedrijf als Hudson met driehonderd medewerkers is het essentieel dat mensen zich verbonden voelen met de cultuur, met de gedeelde waarden van het bedrijf. Verbinden doe je niet enkel één op één, maar met de hele gemeenschap. En dat is essentieel voor een sterke organisatie. Die verbondenheid brengt ook loyauteit met zich mee.
Ook binnen het gezin zijn mijn vrouw en ik sterk in verbinden. We zijn vijftig jaar getrouwd, dat wil toch wat zeggen. We hebben onze misverstanden en onze discussies. Maar als je vijftig jaar gehuwd bent, zijn er duidelijk gedeelde waarden en loyauteit. Én volharding!
Als we iets organiseren samen met de kinderen en de ambiance is goed, dan kan ik echt diep gelukkig zijn. Als iedereen rond mij goed overeenkomt, als er een gevoel is van samenhorigheid, dat maakt mij gelukkig. Ik ben een echte familieman. In 2012 zijn we onze jongste zoon Pieter verloren. Hij was een enorme KAA Gent-fan. Met hem kon ik urenlang over het voetbal praten. Toen we in 2015 kampioen speelden tegen Standard heb ik hem daar ook bij betrokken. Terwijl iedereen op het veld aan het feestvieren was, ben ik een half uurtje in een loge gaan zitten, alleen. Om dat moment van geluk te delen met mijn zoon. Ik praat nog altijd met hem. Als ik alleen in de auto zit bijvoorbeeld of als ik zijn laatste rustplaats bezoek. Hij is altijd bij mij. In mijn boek ‘De Wegen van De Witte’ vertelt mijn dochter Annelies dat het verlies van Pieter me veranderd heeft, dat het me zachter en kwetsbaarder gemaakt heeft. Ze heeft gelijk. Een kind verliezen verandert je fundamenteel.
Onze samenleving heeft leiders nodig met de juiste waarden die het algemeen belang vooropstellen. Mensen zoals Jean-Luc Dehaene. Hij had een uitzonderlijk groot oplossend vermogen: no-nonsense, met veel gezond verstand en een engelengeduld. Hij bereikte wat anderen vaak onmogelijk achtten. En hij deed dat steeds met het algemeen belang voor ogen. Ik hoop een beetje op Bart De Wever. Hij zou zo’n staatsman kunnen zijn die zich boven de partijbelangen stelt. We zullen zien…
Onze wereldleiders op dit moment zijn allemaal sterk gebonden door hun eigen achterban. Of ze dienen enkel het eigenbelang en dat van een kleine groep bevoordeelden. Een andere leider die ik enorm bewonder is Charles De Gaulle. Zijn eigen persoon interesseerde hem niet, hij wilde een erfenis nalaten: zaken realiseren die langer zouden bestaan dan hijzelf, die hem overstegen. En daarvoor durfde hij grote risico’s nemen. Onze wereld heeft nood aan zulke mensen die durven, die de dingen doen vooruitgaan. Op een positieve manier uiteraard, niet als een stormram, maar in het algemeen belang.