Aantal overnachtingen in Europa breekt absoluut record
In 2023 werden er 2,91 miljard overnachtingen in Europa opgetekend, zo berekende het Mastercard Economics Institute. Daarmee werd het vorige record uit 2019 nipt overtroffen en lijken de gevolgen van de coronapandemie, die de toeristische sector hard raakte, definitief achter de rug. De vraag hoe populaire Europese bestemmingen het massatoerisme onder controle kunnen krijgen, weerklinkt steeds luider.
Na decennia van steile groei kwam de toeristische sector plotsklaps tot stilstand tijdens de coronaperiode. De wereldwijde gezondheidscrisis zorgde zo voor een trendbreuk in de ronduit indrukwekkende groeicijfers van de toeristische sector. Die groeide immers al decennialang gemiddeld 2 tot 3 procent méér dan de totale economie wereldwijd. Maar intussen piekt het toerisme dus weer.
Vanuit het besef dat een ongebreidelde groei onhoudbaar is, denken steeds meer bestemmingen na over hoe ze er vat op kunnen krijgen. Deze denkoefening is vooral ingegeven door het feit dat de negatieve effecten van het zogenaamde overtoerisme steeds duidelijker merkbaar zijn in het straatbeeld van toeristische hotspots. In de hoop die impact te milderen besliste Venetië eerder dit jaar om een toegangsticket in te voeren voor dagjestoeristen. Ook in eigen land, bijvoorbeeld in Brugge, weerklinkt soms kritiek op de kwalijke gevolgen van het massatoerisme.
“De beleidsuitdaging die het grote succes van toerisme met zich meebrengt, is zeer complex”, stelt Bart Neuts, toerisme-expert aan de KU Leuven. “Enerzijds blijft het economische belang van toerisme groot, zeker in vergelijking met een vaak afnemende competitieve positie in andere industriële sectoren. Vakantie heeft ook sociale voordelen. Maar anderzijds is de druk op zowel de lokale leefomgeving als het milieu een belangrijk aandachtspunt geworden.”
Beleidsmakers zijn zich daar bewust van. “We zien bijvoorbeeld dat populaire bestemmingen vaker beginnen te spreken over de eco-efficiency van gasten, die economie aan ecologie koppelt door CO2-uitstoot af te wegen aan de gespendeerde euro’s. Hieruit kan men afleiden welke markten het meest interessant zijn voor promotionele campagnes.”
Maar een gevaar van deze visie is dat ze de rijke toeristen – “zij die het zich kunnen veroorloven” – dreigt te bevoordelen, wat dan weer ethische vragen oproept. “Een nieuwe marktgerichte benadering moet eigenlijk samengaan met seizoenale en ruimtelijke spreiding en het bepalen van een maximale draagkracht per stad of regio. Dit is een complex leerproces. De strategische aanpak van Toerisme Vlaanderen kan hierbij een leidraad zijn voor andere gebieden”, besluit Bart Neuts.