Hét toonaangevende zakenplatform voor Vlaanderen
“De ambitie blijft verder internationaal te groeien”

“De ambitie blijft verder internationaal te groeien”

Vanuit Vlaanderen de wereld veroveren, het is niet elk bedrijf gegeven. Zelfs voor technologiebedrijven blijft het strijden om zich een plek in een buitenlandse markt toe te eigenen. Entropia uit Oostkamp, gespecialiseerd in systemen en diensten voor missiekritische communicatie, en Sensolus uit Gent, dat bedrijven toelaat hun machines, voertuigen en assets te monitoren via een IoT-platform, bewijzen dat het kan. Bedrijfsleiders Philip Vercruysse en Kristoff Van Rattinghe getuigen over de gestage uitbouw van een Belgische multinational en hun ambitieuze groeiplannen. 

“De spelregels voor ondernemers veranderen vaak in België, maar dat maakt je ook sterker”, stelt Philip Vercruysse.

Jullie zijn beiden een bedrijf gestart vanaf een wit blad. Wat was het aanvankelijke idee en waar staan jullie vandaag? 

Philip Vercruysse: Ik ben ruim 35 jaar geleden gestart met een winkel in de regio Brugge, waar ik communicatieapparatuur verkocht aan radioamateurs en kleine bedrijven. Vrij snel werd ik echter geconfronteerd met vragen van professionelen die specifieke oplossingen zochten voor draadloze communicatie, zoals politie- en scheepvaartdiensten, de kustbewaking, water- en energiemaatschappijen, enzovoort. Dat leidde tot mooie projecten, waarbij ik besefte dat er ook een nood was aan een betrouwbaar netwerk voor missiekritische communicatie, los van de klassieke mobiele netwerken. Zo kwam het eerste Entropia-netwerk met straalverbindingen tot stand in West-Vlaanderen. Onder impuls van onze klanten breidden we dat vanaf het jaar 2000 stelselmatig uit tot een volledige dekking in Vlaanderen en Brussel. In een latere fase kwamen er een netwerk in Nederland, Groot-Brittannië en offshore in de Noordzee. We blijven onze technologie steeds verder perfectioneren en bieden zeer hoge ‘beschikbaarheid’. Als kmo realiseren we vandaag een omzet van 10 miljoen euro met 35 mensen.

Kristoff Van Rattinghe: Bij Sensolus vertrokken we 11 jaar geleden van het idee dat het Internet of Things een heel eenvoudige oplossing bood om allerlei zaken te digitaliseren. Daardoor konden we ook aan niet-technische gebruikers veel mogelijkheden bieden zonder dat er zware investeringen in hardware nodig waren. Onze eerste projecten hadden betrekking op mantelzorg en het opvolgen van een dierbare op afstand. Mettertijd kozen we voor industrieel asset management, zeg maar het remote opvolgen van kostbare apparatuur. Onze klanten zijn typisch grote bedrijven zoals Airbus, DHL en Volvo. In 2016 gingen we van start in de buurlanden Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië. Via partners leveren we ook in Spanje en Italië. Sensolus telt nu 55 medewerkers en onze omzet zal in 2025 de kaap van 10 miljoen euro ronden.

Philip, Entropia heeft vestigingen in België, Nederland en nu ook Groot-Brittannië. Hoe ver reiken jullie internationale ambities?

Philip Vercruysse: We willen stap voor stap verder groeien, zoals we dat altijd hebben gedaan. We krijgen vragen uit heel veel landen, maar de aard van onze diensten – missiekritische communicatie garanderen, die te allen tijde werkt – vereist dat we focussen. We hebben net een landelijke switchupgrade doorgevoerd op ons netwerk zodat we klaar zijn voor simultane hybride technieken op TETRA en 5G-technologie. Daarnaast hebben we zelf het Combonet-platform ontwikkeld dat ons toelaat om diensten zoals 5G-breedbandcommunicatie te leveren, ook in landen waar we geen eigen masten hebben. In Groot-Brittannië werken we al op die manier, en onze Nederlandse collega’s willen zo ook in Duitsland groeien. En aansluitend hebben we ook het missiekritisch ComBus-platform bedacht: een meldkamerplatform dat niet alleen voorziet in het dispatchen van missiekritische spraak en data, maar ook in het aansturen en bedienen van telemetrie. Dit alles via eigen masten, eigen infrastructuur en een eigen cloud-omgeving.

Kristoff Van Rattinghe: “Wij hebben geen vaste infrastructuur nodig. Dat betekent dat we snel kunnen schalen, van 5 tot 10.000 sensoren.”

Kristoff, hoe loopt jullie verovering in het buitenland?

Kristoff Van Rattinghe: Wij maken gebruik van publieke netwerken om sensoren te connecteren met ons SaaS-platform. We hebben dus geen vaste infrastructuur nodig. Dat ­betekent dat we snel kunnen schalen, van 5 tot 10.000 sensoren. 80% van onze omzet komt intussen uit het buitenland. Maar elk bijkomend land vormt een nieuwe uitdaging. Want al is je product nog zo goed, je hebt tijd nodig om de lokale businesscultuur en gewoontes te leren kennen. Daarom werken we bewust met lokale teams die ons ter plekke in de markt zetten. Na de buurlanden hebben we in 2022 de stap gezet naar de VS. Dat is uiteraard een grote, lucratieve markt met veel opportuniteiten, maar je verbrandt er ook snel veel centen. Eigenlijk zijn dat 50 aparte landen: elke staat heeft zijn eigenheid. We zoeken gestaag hoe we kunnen groeien, met een lokaal duo: een Belgische expat en een Amerikaan met veel ervaring in de tech sector. Na twee jaar weten we al veel beter wat er werkt, en wat niet. Het is een enorm boeiende ervaring, zowel voor het bedrijf als voor mij persoonlijk.

Entropia haalde deze zomer 60 miljoen euro op bij een Nederlandse investeerder. Wat betekent die kapitaalsinjectie voor de verdere expansie?

Philip Vercruysse: We hebben een strategische partner gevonden die voor de lange termijn met ons in zee wil. Omwille van boekhoudkundige en fiscale verschillen tussen België en Nederland, worden de papieren op dit moment gefinaliseerd. De bedoeling is dat we onze financiële structuur uit het verleden op punt stellen en daarna fors kunnen investeren en groeien. We verfijnen ons bestaande netwerk door nog meer inzet van dubbele straalverbindingen en verhogen daarmee ook de redundantie, zodat we onze servicegarantie van minimaal 99,5% uptime kunnen blijven garanderen. Daarnaast zullen we klanten ook de eindapparatuur aanbieden, zodat ze zich daar niet meer om moeten bekommeren. En ik zie zeker mogelijkheden om onze missiekritisch ComBus-cloudsoftware nog verder uit te bouwen. Plannen genoeg, dus.

Kristoff Van Rattinghe: “Mijn eerste prioriteit blijft dicht bij de mensen staan en de interne communicatie verzekeren, ook met onze medewerkers in het buitenland.”

Kristoff, de laatste grote kapitaalronde van Sensolus dateert van 2020, toen jullie 3,5 miljoen euro ophaalden. Zijn jullie als scale-up nog op zoek naar verdere financiële injecties?

Kristoff Van Rattinghe: Als groeibedrijf ben je altijd met financiering bezig. We moeten over voldoende middelen beschikken om onze strategie uit te voeren. Vier jaar geleden is een Duits industrieel investeringsfonds ingestapt, net om onze internationalisering mee mogelijk te maken. Sindsdien hebben we bijkomende middelen getankt via bankfinanciering en de bestaande aandeelhouders. We sluiten geen nieuwe rondes uit, maar geld ophalen mag geen doel op zich zijn. We zien veel groeipotentieel, we zijn ambitieus, maar op dit moment is er geen concrete nood aan bijkomende financiering.

Een internationaal georiënteerd bedrijf uitbouwen vanuit België, is dat een voordeel of een nadeel?

Kristoff Van Rattinghe: Da’s een moeilijke vraag. Als ik in Amerika rondloop, zie ik wel hoeveel mogelijkheden de start-upcultuur er biedt: er is geld beschikbaar, je kan snel gaan en iedereen krijgt veel kansen volgens het principe van ‘failing forward’. Anderzijds waren we als bedrijf nooit zover geraakt als nu, net omdat we bedachtzaam moesten groeien in de beginfase. Wat me wel opvalt, is het Belgische imago in het buitenland: we hebben goed opgeleide ingenieurs, een grote talenkennis en zijn stille, harde werkers. Die zaken geven ons toch een kwaliteitslabel in het buitenland.  

Philip Vercruysse: Ondernemen in België is een uitdaging. De spelregels voor ondernemers veranderen hier vaak, maar dat maakt je ook sterker. Ik ervaar dat de spirit in Nederland rechtlijniger is, terwijl je bij innovatie net voldoende chaotisch moet kunnen denken. Dat hebben Belgen toch meer in de genen, vind ik. Soms kijken die Nederlanders ook neer op de Belgen, tot je iets moois kan realiseren, waar ze naar opkijken. Waar je onderneemt, maakt wellicht niet zoveel verschil, zolang je het maar met passie en samen met je medewerkers doet.

Philip Vercruysse: “We blijven onze technologie steeds verder perfectioneren en bieden zeer hoge beschikbaarheid.”

Tot slot: waar zijn jullie als CEO vandaag het meest mee bezig?

Kristoff Van Rattinghe: Ik neem nu meer de tijd om strategische projecten te trekken. Door de uitbouw van ons team tot 55 medewerkers, hoef ik me minder bezig te houden met de dagelijkse operationele besognes. Maar mijn eerste prioriteit blijft dicht bij de mensen staan en de interne communicatie verzekeren, ook met onze medewerkers in het buitenland. Het is het team dat ons plan moet dragen en waarmaken. Daarnaast zijn er specifieke uitdagingen zoals nieuwe partnerships, een nieuwe grote klant of brand awareness in de VS, waar ik mijn schouders onder zet. Die zaken houden de job interessant en zorgen ervoor dat ik ook als ondernemer blijf leren. 

Philip Vercruysse: Ik herken me daar ten volle in. We hebben een tijd geleden een Nederlandse managing director aangesteld, waardoor mijn rol meer geëvolueerd is naar Chief Technology Officer. Ik blijf geboeid door techniek en technologie, die passie is nog altijd groter dan het “CEO zijn”. Nu we de groeifinanciering hebben opgehaald, wordt the sky the limit in onze nichemarkt. We trekken nu al nieuwe mensen aan, kijken naar opportuniteiten voor enkele overnames die onze groep kunnen versterken … ik zie 2025 als het meest vernieuwende jaar uit de geschiedenis van Entropia. 

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten