“We willen onze economie divers, weerbaar en toekomstbestendig maken”
Gent is van oudsher een industrieel bastion met een belangrijke havenactiviteit. Het grote succes van het afgelopen decennium is dat de stad die sterke pijlers wist te behouden en er tegelijk in slaagde een uitgebreid ecosysteem van start-ups te faciliteren, met Teamleader, Showpad en In the Pocket als rolmodellen voor vele jonge tech ondernemers. Burgemeester Mathias De Clercq (Open VLD) is ambitieus en wil die koers onverminderd verderzetten: “We willen de technologiehoofdstad van Europa worden.”
Gent is economisch niet in één hokje te duwen. Welke sectoren zijn de sterkhouders vandaag?
Mathias De Clercq: We hebben om te beginnen onze haven met grote kleppers als Volvo Cars, Volvo Trucks en ArcelorMittal en een reeks industriële kmo’s met vaak een lange traditie. In het zuiden van de stad ligt de klemtoon op de kenniseconomie. We hebben een universiteit en verschillende hogescholen die zorgen voor een continue instroom van creatieve ondernemers en goed opgeleide werknemers.
We staan sterk in een aantal speerpuntsectoren zoals biotech, digitale innovatie en cleantech. Wat er sinds professor Van Montagu gepresteerd is in het ecosysteem rond het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, is indrukwekkend. We zijn fier op Argenx en de tientallen andere bedrijfjes die uit die cluster zijn ontstaan. Rond digitale innovatie heeft zich een sterk ecosysteem gevormd, dat onder meer onderdak heeft gevonden in het Dok Noord. En de cleantech sector ontwikkelt zich onder meer op Tech Lane Ghent (met het Eiland Zwijnaarde en het Technologiepark).
Gent heeft dus een goede potgrond om te ondernemen. We zijn misschien niet de grootste stad, maar wel een zeer vooruitstrevende en internationaal gerichte stad. Het doet deugd dat heel wat technologiebedrijven die furore maken in het buitenland bewust hun hoofdzetel hier houden.
Uw stad oefent een sterke aantrekkingskracht uit op startende ondernemers en start-ups. Wat is de rol van het stadsbestuur hierin?
Mathias De Clercq: Toen ik nog schepen van Economie en Ondernemen was, heb ik werk gemaakt van een doorgedreven startersbeleid. We zetten in op vier pijlers: er is ons starterscontract waarmee we startende ondernemers tot 5.000 euro steun geven. Daarnaast zorgen we ervoor dat starters gratis hun onderneming kunnen oprichten. Dat is misschien maar een kleine geste, maar het toont vooral dat we ondernemerschap koesteren. Dat een starter weet: de stad staat achter mij! Ten derde is er het Ondersteuningspunt Ondernemers Gent, waar ondernemers terechtkunnen met al hun vragen. En ten slotte begeleiden we hen ook actief bij hun zoektocht naar een geschikt kantoor of bedrijventerrein.
Eén van uw ambities is om van Gent de technologiehoofdstad van Europa te maken. Wat moeten we ons daar bij voorstellen?
Mathias De Clercq: Als bestuur kijken we vooruit: hoe kunnen we onze economie divers, weerbaar en toekomstbestendig maken? Technologische innovatie speelt daar een belangrijke rol in. Vandaar ook onze focus op een aantal speerpuntsectoren en een nauwe samenwerking met de UGent en onze hogescholen. Een mooi project dat zo tot stand komt, is de samenwerking tussen 20 partners in de Gentse haven rond de opvang en het hergebruik van CO₂ in waardevolle toepassingen, zoals brandstoffen en bouwmaterialen. We hebben daarbij een dubbel doel voor ogen: zorgen dat deze sectoren extra jobs en welvaart creëren en een bijdrage leveren aan maatschappelijke uitdagingen, bijvoorbeeld om onze stad klimaatneutraal te maken. Dit najaar zullen we ook voor het eerst uitpakken met het UP-festival, zodat iedereen kan kennismaken met wat Gent op vlak van innovatie te bieden heeft.
Op welke manier kan de stad een eigen economisch beleid voeren?
Mathias De Clercq: In eerste instantie via het ruimtelijk beleid. We voorzien extra ruimte voor kmo’s en grote ondernemingen. Zo hebben we mee het Eiland Zwijnaarde ontwikkeld dat zal uitgroeien tot Tech Lane Ghent, en is de Wiedauwkaai ontwikkeld, een bedrijventerrein van bijna 15 hectare voor lokale maakbedrijven. Centraal in de stad zal in 2023 het gerenoveerde Wintercircus openen, een centrum van innovatie voor start-ups en scale-ups, gecombineerd met o.a. een rockzaal, auditorium en ruimte voor winkels.
We werken nauw samen met het bedrijfsleven om ons beleid mee vorm te geven. Dat gebeurt binnen de Ghent Economic Board, maar ook via concrete initiatieven. Bij het begin van deze legislatuur hebben we een Gents Arbeidspact ondertekend waarbij we samen met verschillende partners, zoals de VDAB, de werkgeversorganisaties en de vakbonden, de mismatch op de arbeidsmarkt willen wegwerken.
En als er een problematiek is, zoeken we naar oplossingen. Ik ben verheugd dat we voor het bedrijf Christeyns, dat al decennialang gevestigd is aan de Afrikalaan, maar nu omringd wordt door nieuwe woonbuurten, een pragmatisch compromis hebben gevonden in functie van de bouw van de Verapazbrug. Het bedrijf blijft er verankerd en we creëren comfort voor de omwonenden.
Op welk economisch project bent u het meest trots?
Mathias De Clercq: Ik blijf trots op het Starterscontract, omdat we zo al honderden Gentse starters een stevige duw in de rug hebben gegeven. Verschillende daarvan hebben nu een bloeiend bedrijf, dat doet deugd. Daarnaast ben ik ook heel fier op de havenfusie met Zeeland Seaports. Daar was al 30 jaar sprake van, er waren al verschillende pogingen ondernomen, maar nooit met succes. Eind december 2017 zijn we er toch in geslaagd om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. North Sea Port is van ontzettend belang om verder te groeien in een internationale context en nieuwe investeringen aan te trekken.
Mobiliteit is in Gent een heikel punt. Ondernemers zijn het niet altijd eens met de keuzes die de stad heeft gemaakt. Blijft Gent wel bereikbaar genoeg?
Mathias De Clercq: Het is een misvatting dat onze stad niet bereikbaar zou zijn, integendeel: in vergelijking met steden als Antwerpen en Brussel is de filedruk laag in Gent. We moeten uiteraard goed luisteren naar bevindingen van ondernemers, maar het gaat toch vaak om perceptie. We hebben inderdaad een circulatieplan dat doorgaand verkeer weert in onze stad. Maar dat is een bewuste keuze om de stad aangenaam en veilig te maken. Corona heeft trouwens aangetoond dat we nog meer moeten inzetten op een aantrekkelijk publiek domein. Als we de strijd met de e-commerce willen aangaan, moeten we maximaal inzetten op beleving in onze stad. We gaan trouwens nog meer communiceren over de bereikbaarheid van onze stad, over de parkings, de park & ride-zones, de fietsverbindingen … zodat mensen beter geïnformeerd zijn.