Wie van een vleugje excentriciteit houdt, is bij deze nieuwkomer aan het juiste adres. Polestar positioneert deze elektrische coupé-achtige als een SUV, maar qua proporties sluit hij eerder aan bij een klassieke berline. Wij deden de test van deze Zweeds-Chinese exoot die niet alleen esthetisch vernieuwing brengt.
De Polestar 4 rust op een wielbasis van bijna 3 meter en is 4,84 meter lang, 2,14 meter breed en 1,54 meter hoog. Met deze afmetingen valt hij eigenlijk tussen het D- en het E-segment in, of in concrete termen: tussen de BMW i4 en de BMW i5, om twee rolmodellen te noemen. De 4 is de eerste Polestar die de banden met Volvo duidelijk laat vieren. Opvallend zijn de koplampen, die de vorm aannemen van een gespleten hamer, alsook de onderaan uitgeholde koetswerkflanken.
Hét onderscheidende kenmerk van de Polestar 4 is dat hij geen achterruit heeft. De traditionele achteruitkijkspiegel werd vervangen door een high-definition scherm dat een realtime beeld weergeeft van een op het dak gemonteerde achteruitrijcamera. Het vergt enige gewenning, zeker wat de inschatting van de afstand tot je achterliggers betreft, maar je ziet dankzij het bredere gezichtsveld wel meer dan bij een klassieke spiegel.
Ondanks de gesloten achterpartij hadden we achterin niet meteen een claustrofobisch gevoel, dankzij het glazen panoramadak dat zich over de volledige daklengte uitstrekt, tot voorbij de hoofden van de inzittenden. Voor de elektrochrome versie van dat dak, waarbij het glas ondoorzichtig kan worden gemaakt, moet je wel fors bijbetalen. Hoe dan ook is het erg ruim en comfortabel zitten op de achterbank, die je in twee delen kunt platleggen om spullen door te laden naar de 526 liter grote koffer.
Erg knap is het Tailored Knit-textiel op de deuren dat uit 100 procent gerecycleerd PET bestaat. Het vormt een technisch gaas dat langs de achterkant verlicht wordt. Je kunt het helaas alleen krijgen als component van het Plus-pakket, net als de voortreffelijke 12-voudig elektrisch verstelbare voorstoelen met verlengbaar zitkussen.
Voor het eerst bij Polestar zien we een liggend scherm van 15,4 duim, dat op Android Automotive OS en het Snapdragon Cockpit Platform draait. Dankzij de nauwe samenwerking met Google kan Polestar de grenzen van het systeem blijven verleggen – de vooruitgang ten opzichte van de Polestar 2 en zelfs de Polestar 3 is opmerkelijk. Je wandelt intuïtief door het menu en je kunt de widgets personaliseren alsook sneltoetsen programmeren.
Ergonomisch minder geslaagd is het feit dat je de buitenspiegels, het stuur en de head-updisplay met de rechter stuurwieltoetsen moet regelen nadat je eerst op het centrale scherm de bediening hebt geactiveerd. Ook de bediening van de adaptieve cruisecontrol loopt via het stuur. Dat is niet zo handig en bovendien ontbreekt het de ACC aan finesse. Hij komt vaak aarzelend en onzeker over, wat vreemd is voor een auto die van de recentste sensoren, radartechnologie en software is voorzien en op termijn autonoom moet kunnen rijden.
Maar wees gerust, zelf rijden is aan het stuur van de Polestar 4 een plezier, zeker als je voor de Dual Motor gaat. Zowel voor- als achterin ligt een elektromotor van 200 kW (272 pk), die van de 4 de snelste Polestar ooit maken. Wat dacht je van een sprintje van nul naar honderd in 3,4 seconden? Onze tip: ga voor het Performance Pakket. Dan krijg je meteen semi-actieve dempers erbij, die de rijkwaliteit flink verhogen.
De energievoorraad wordt opgeslagen in een accu van 94 kWh, die de Dual Motor tot 590 kilometer ver kan brengen volgens de WLTP. Zijn snellaadvermogen van 200 kW is op zijn minst marktconform. Interessant is dat je de standaard boordlader van 11 kW kunt inruilen voor een exemplaar van 22 kW. Je moet dan wel het Plus-pakket nemen. Dat is een niet zo prettig spelletje dat de meeste merken vandaag spelen: individuele opties zijn er amper, zodat je haast verplicht wordt om upgrades te nemen die de prijs flink de hoogte in duwen.